Arie Boekel
 

Van timmerman tot groot-herbergier

Arie Boekel, ‘selfmade horecatycoon’, wordt in 1933 in Schagen geboren als zoon van een kleine aannemer. Van origine timmerman ontwikkelt hij zich tot groot-herbergier. Op het hoogtepunt van zijn carrière in de jaren zeventig heeft hij eenentwintig cafés, bars en dancings in zijn bezit: van Club Seven in Alkmaar tot dancing Maxim in Hoorn, van Andrébar in Schagen tot Horseshoebar in Bergen: de timmerman/herbergier uit Schagen heeft ze allemaal zelf bedacht en vertimmerd.
 
,,In 1962 of '63, hebben we De Olde Smidse aan de Markt in Schagen overgenomen en omgebouwd tot een bar-café’’, vertelt Arie Boekel in 2012 in een interview. ,,Het was inderdaad een voormalige smederij, die in gebruik was als koffietent. Met allerlei attributen heb ik de sfeer van die oude smederij laten terugkomen in het interieur.''
 
Arie en Lena Boekel, met haar ouders
Arie en Lena Boekel, met haar ouders, in 1957 op de foto ter gelegenheid van de opening van de Andrébar in Schagen

IJssalon Prins

Nog vóór De Olde Smidse wordt al de basis gelegd voor Arie Boekels later zo succesvolle combinatie timmerman/herbergier. Een paar jaar na Aries huwelijk met Lena Prins neemt het jonge echtpaar in 1957 IJssalon Prins, ook aan de Markt in Schagen, over van Lena's ouders. Arie verbouwt de boel, de ijssalon wordt een jongerencafé en vervolgens de succesvolle Andrébar, vernoemd naar de oudste zoon van het echtpaar Boekel.
 
Arie Boekel krijgt de smaak te pakken. Als er in Alkmaar op de hoek van de Koningstraat en de Pieterstraat een horecapand te koop is, slaat hij toe. Het wordt de Berrybar, een spraakmakend café met honderd krukken aan een immens grote slingerende bar. Een nieuwe sensatie in de Alkmaarse uitgaanswereld. Arie heeft het allemaal zelf bedacht.

Flop in Den Helder

Den Helder is de volgende plaats waar Arie aan de slag gaat. Maar zijn met scheepsspullen ingerichte café, met een omgebouwde sloep als bar, wordt een flop. Terugkijkend zegt hij: ,,Den Helder, dat lukte niet. De eerste twee weken van de maand ging het nog wel, daarna hadden ze geen geld meer. En misschien hadden die zeelieden en marinelui geen zin om in hun vrije tijd ook nog eens tussen de scheepsspullen te zitten.''
 
Arie Boekel in de met scheepsspullen ingerichte bar Sloep HD90 in Den Helder
Arie Boekel in de met scheepsspullen ingerichte bar Sloep HD90 in Den Helder. Het werd voor hem een zeldzame flop.
 
Dus verlegt Arie zijn koers, eerst richting Hoorn, waar café De Blokhut aan het Nieuwland wordt toegevoegd aan Boekel bv. Dan weer naar Alkmaar, waar de timmerman zich uitleeft op het interieur van de Dertien Balken aan het Zevenhuizen. In Schagen breidt Arie Boekel zijn horecabezit uit met nog twee panden aan de Markt: Capri verkoopt patat en ijs, daarnaast doet het etablissement 't Geveltje goede zaken.

Dancings in opkomst

In de tweede helft van de jaren zestig voltrekt zich ook een muzikale verandering in horecaland. De kermisorkestjes worden ingehaald door de beatgroepen. Dancings zijn in opkomst en de caféhouders die over een zaal beschikken, zetten er in het weekend een bandje neer. Ook Arie Boekel doet er aan mee. Met in Alkmaar aan het Stationsplein bar-dancing Club Seven en in Hoorn aan het Kerkplein bar-dancing-nightclub Maxim.
 
Hierna volgen de Horseshoebar in het centrum van Bergen en bar El Toro aan het Kleine Noord in Hoorn. Arie Boekel timmert door, eerst nog een paar zaken in Alkmaar, zoals De Boet bij de Molenbuurt, het Discocircus en bar Keldergeest in het voormalige Hotel Centraal aan het Hofplein en een café aan het Torenburg.
 
Arie Boekel plaatje
In 1968 neemt de groep Bled een plaatje op voor Arie Boekel, bedoeld als reclame voor zijn zaken. Barpersoneel, afgebeeld op de hoes, deelt ze uit in zijn kroegen. Arie staat zelf ook – uiteraard met sigaar – op de hoes.
 
De herbergier slaat zijn vleugels verder uit: discodancing Puf Puf in Zaandam, ingericht met onderdelen van Lelijke Eenden, restaurant De Boerenwagen in Egmond-Binnen en zelfs in het stadspark van Roermond restaurant 't Kasteeltje Hattem. In Bergen komen ook de bekende etablissementen De Rustende Jager (later Gusto en Loetje) en de Taveerne een jaar of vijf onder beheer van Arie Boekel bv.

Last van gezondheid

Halverwege de jaren zeventig telt Arie Boekels horecarijk 21 zaken in eigen beheer. En dan wordt het hem te heftig, hij krijgt last van zijn gezondheid – ''suiker'' – en gaat het anders aanpakken. Hij stoot wat kroegen af en krijgt het rustiger. Rustig genoeg om in 1977 zijn huis aan de Hoflaan in Bergen achter zich te laten en voor een paar jaar naar Mallorca te verhuizen.
 
Daarna keert het gezin Boekel terug naar Bergen, Arie bemoeit zich weer met z'n overgebleven zaken en klust er als timmerman, wanneer dat nodig is. Maar Mallorca blijft trekken en ze gaan er nog een keer voor een paar jaar heen. Natuurlijk kan Arie Boekel het ook daar niet laten: in Palma begint hij een Wiener café, later overgedaan aan zijn zoon André, die daar al een café bestierde.
 
In de jaren tachtig strijkt het echtpaar Boekel weer in Bergen neer, waar Arie Boekel enkele jaren na zijn echtgenote Lena in 2023 komt te overlijden op 90-jarige leeftijd.
 
Deze biografie is een korte samenvatting van het artikel ‘Arie Boekel van timmerman tot groot-herbergier’ in het 80e jaarboek ‘West-Friesland Oud & Nieuw’ (2013, pag. 46 t.e.m. 54) door Peter Smit, tevens samensteller van bovenstaande tekst (Alkmaar, 2024).