Bouman, Jacobus (Kobus) (1799-1877)
bron: Iemand uit Noord-Holland, G. Köhne, 1991

Beemster veehouder en geschiedkundige

Geboren in de Beemster op 20 januari 1799 als zoon van Paulus Bouman en Antje Jacobs Bakker. Jacob Bouman overleed te Beemster op 6 januari 1877.
Iemand die zo geworteld is in De Beemster en daar zijn leven lang heeft gewoond, valt volgens de officiële richtlijnen niet direct onder degenen die een plaats toekomt in dit Westfries Biografisch Woordenboek. Toch zal ieder redelijk iemand instemmen met de uitzondering die voor Jacobus Bouman wordt gemaakt. Want hij was juist degene die in zijn geschriften de wederzijdse beïnvloeding van zijn woongebied en het omgevende land ervan (West-Friesland en Noord-Holland) heeft benadrukt.
Evenals zijn broer Simon werd Jacob (meestal Kobus genoemd) Bouman geboren op de boerderij ‘Vredebest’ aan de Hobrederweg in De Beemster. Uit een echt boerengeslacht, zodat hijzelf niet alleen insider maar ook deelnemer was en bleef in het boerenbedrijf van De Beemsterpolder.

Historische belangstelling
Maar hij had ook een sterke en brede historische belangstelling. Als autodidact verdiepte hij zich in de geschiedenis van het boerenleven in zijn wijde omgeving zowel wat de bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan betreft alsmede inzake de folklore en de taal (het Noordhollands dialect). Aan het uiteinde van zijn koegang (daar waar anderen een plek reserveren voor de kalveren) had hij -achter een gordijn- een soort studiekamertje waarin hij zijn verzamelde gegevens bewaarde en zijn geschriften schreef. Dat was op de boerderij waar hij na zijn trouwdag (25-4-1824) met Aaltje Oly was gaan wonen: ‘Rijperwapen’ aan de Purmerenderweg. Ze kregen zes kinderen, vijf dochters en één zoon: Frederik. Naast de drukte in de boerderij en met de schrijverij was hij ook actief als hoofdingeland van de Beemsterpolder en volgde hij het polderleven (in alle opzichten) op de voet. In 1846 was hij een van de oprichters van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw.

Wouter Sluis (zie WBW: Wouter Sluis).
Tegenover de ouderlijke boerderij aan de Hobrederweg, waar later zijn broer Simon woonde, lag de boerderij van Wouter Sluis (1827-1891), afkomstig uit Hoogkarspel. Ook die was historisch geïnteresseerd en had progressieve ideeën. Er ontstond een hechte vriendschap met vele gesprekken over geschiedkundige onderwerpen, waarvan de weerslag terug te vinden is in veel uitgekomen artikelen.
Kobus Bouman overleed op 6 januari 1877. Op het kerkhof van Middenbeemster vindt men nog zijn graf. En terecht hangt zijn door J. Kieft in 1845 geschilderde portret in het “Museum Betje Wolf” aan de Middenweg 178 te Middenbeemster.

Publicaties:
“Landbouwkundige Beschrijving van een gedeelte van Noord-Holland” in: Tijdschrift voor de Nijverheid (1839)
“Bedijking, opkomst en bloei van De Beemster in Noord-Holland’(Purmerend 1857). Hiervan verscheen een facsimile van de derde druk (Middenbeemster 1977)
“De Volkstaal van Noord Holland’ (Purmerend 1871)
Verscheidene publicaties in (landbouw)kranten en -tijdschriften rond 1845 o.a. in ‘De Navorser’ 1854-1862

Literatuur:
H. M. de Bruijn e. a. ‘Portret van De Beemster’ (Beemster/Amsterdam 1962)
G. Köhne: ‘Jacobus Bouman’ in WFON 25 (1958) pag. 99-114
Jo Daan: ‘Bouman als Taalman’ in WFON 25 (1958) pag. 115-119

Gegevens aangeleverd en bewerkt door: Gerard Weel te Hoorn (2012).