Tweede en derde plaats tijdens de Missverkiezing in Schagen
Op donderdag 14 juni jl. heeft de verkiezing Miss Westfriese Folkore plaatsgevonden. De winnares werd Aljona Terzi uit Grootschermer, Oekraïense van oorsprong. Ingrid Strijbis uit Nieuwe Niedorp en Lies Smit uit Wognum behaalden respectievelijk een tweede en derde plaats.
Jaarlijks wordt er een nieuwe miss gekozen in Schagen. Tien weken in de zomermaanden is er in die stad iedere donderdag een parade van mensen in streekdracht is te bewonderen. Duizenden mensen komen naar de themadagen en genieten volop van alle getoonde pracht en praal. Op die tien donderdagen mag de gekozen miss haar eervolle titel voeren.
De jury vertelde dat er bij deze verkiezing bijzonder veel prachtige kostuums naar het juiste tijdsbeeld waren genaaid. Er was veel werk gemaakt van de versieringen en ook de onderrokken zagen er ook fraai uit. 24 Vrouwen stelden zich voor deze verkiezing kandidaat en traden aan in hun – vaak zelf gemaakte – streekdracht.
Ingrid en Lies hebben beiden hun kostuum genaaid op de kostuumcursus van de commissie Kap en Dek van het Westfries Genootschap. Deze cursus wordt jaarlijks gegeven in het Timmermansgildehuis in Hoorn. De leiding is in handen van Dicky Snijders. Zij heeft veel kennis van de streekdracht uit de verschillende periodes, want om de paar jaar veranderde ook toen het modebeeld. De commissie Kap en Dek verzorgt onder leiding van Barbara Donker ook cursussen kapnaaien.
Kostuums en kappen die op de cursussen gemaakt zijn, worden traditiegetrouw getoond tijdens de veiling in Berkhout op de eerste zaterdag van februari.
De commissie Kap en Dek zet zich onder andere in voor het behoud en de kennis van de Westfriese klederdracht en hoofdtooi. Doel is deze kennis met enthousiasme uit te dragen. De commissie is onlangs uitgebreid met twee vrouwen die het kostuum met veel plezier dragen, namelijk Ingrid Strijbis uit Nieuwe Niedorp en Trudy Schouwe uit Wognum. De commissie bestaat verder uit: Barbara Donker (voorzitter), Gerian Helder (penningmeester), Evelien Lub (secretaresse), Hans van Kampen en Lies Smit.
Rond 1900 werd er in Noord-Holland een modekostuum gedragen: dat waren vaak hoog gesloten kostuums in gedekte tinten. Japonnen van wollen, katoenen of zijden stoffen versierd met kant, bandjes of kralenwerk, geven de draagsters een mooi en voornaam uiterlijk.
De economische welvaart op de boerderij was af te lezen aan de zilveren en gouden oorijzers. Hoe beter de boer boerde, hoe meer sieraden de boerin droeg. Voorbeelden hiervan zijn een voorhoofdsnaald van goud filigrainwerk of met diamanten of een ferronnière. Om de hals werden bloedkoraal of granaten gedragen, gesloten door een Noord-Hollands bootslot. Bij het uitgaan kan een pelerine of omslagdoek gedragen worden. Op de kap kan dan een kaphoedje gedragen worden, dit werd vast gestoken met hoedenspelden.