Fruitkweker, docent bijenteelt, historicus, predikant en romancier
Geboren te Hoorn in 1913. Overleden in 1997 te Hoorn en aldaar begraven. Klaas Dekker bracht een belangrijk deel van zijn jeugd in Hoorn door en ging daar ook naar school en woonde met zijn ouders aan het ABC. Zijn vader was kleermaker en tevens waren zijn ouders ‘Vader en Moeder’ van het militair tehuis in Hoorn. Hij trouwde in 1938 en begon in Wognum, aanvankelijk met zijn vader Jan Dekker een fruitteeltbedrijf. Vader en zoon voegde later de twee bedrijven samen onder de naam ‘JEKAWO’.
In 1940 kwam hij, met een tijdelijke aanstelling, in dienst van de Rijkstuinbouw voorlichtingsdienst met als standplaats Hoorn. Geleidelijk werd deze dienst ook belast met de organisatie van de brandstofdistributie binnen de land- en tuinbouw in Westfriesland. Na de oorlogsjaren werd hij bevorderd tot hoofdassistent in vaste dienst.
Vervolgens leverde hij binnen dit dienstverband een belangrijke bijdrage als kringsecretaris van de N.F.O. (Nederlandsche Fruittelers Organisatie). In opdracht van de N.F.O. ontwikkelde hij, met ondersteuning van het bedrijfsleven in Westfriesland, o.a. de mechanisatie tentoonstellingen de ‘D.E.T.O.’, fruitshows door heel de provincie, het ‘Berichtenblad’ (N.F.O. maandblad) en vele jaren het bijentransport van honderden bijenvolken, vanuit Brabant naar de Westfriese fruittelers voor een betere bestuiving van de fruitbloesem.
Mede door zijn grote belangstelling voor historie, kreeg hij in 1951 de opdracht de geschiedenis van de tuinbouw rond Hoorn te bestuderen. Die opdracht bracht hem in contact met de historie van de stad Hoorn en van die dorpen rondom Hoorn waar de tuinbouw het hoofdmiddel van bestaan is. Deze studie vormde de grondslag van zijn kennis over de geschiedenis van Hoorn, zijn wordingsgeschiedenis, van bloei, oorlog en verval. Klaas Dekker heeft destijds niet geschroomd zijn kennis gemeengoed te maken. Hij publiceerde in Hoorn gewaagde theorieën over de ouderdom van Westfriese dorpen.
Studie theologie
Als jongen al voelde hij zich sterk aangetrokken tot de theologie. In de jaren 1940 tot 1944 volgde hij een deeltijd studie theologie o.l.v. zijn mentor Prof. J.C.V. van Bemmel, tevens predikant van de Hersteld-Lutherse Gemeente in Hoorn. Belangrijke punten in deze opleiding waren voor hem, kerkgeschiedenis, catechese en zijn preekbevoegdheid.
In de jaren 1950-1955 kwam zijn kans. Dat begon met het geven van catechisatie lessen aan kinderen van leden van deze Lutherse Gemeente te Hoorn. Ook het voorgaan in de zondagsdiensten daar waar het in ‘Nederland’nodig was. Vervolgens kreeg hij in 1962 een vaste aanstelling via het IKOS (Interkerkelijk Overleg Schoolzaken) als leraar godsdienst in Velzen en IJmuiden. In 1970 voltooide Klaas Dekker zijn theologische studie aan het Seminarium te Amsterdam en mocht zich toen predikant noemen.
Sinds 1971 werd hij Evangelisch Luthers predikant voor Eindhoven en Oost-Brabant.
In 1976 aanvaardde hij een beroep als predikant van de Evangelisch Lutherse Gemeenten van Edam en Monnickendam. Na zijn emeritaat in 1978 aldaar, was hij nog enige tijd geestelijk verzorger van die Lutherse gemeenten. Verder stond hij, als consulent van de Evangelisch Lutherse Kerk in Nederland, Lutherse gemeenten bij in hun vacature perioden. Zoals de gemeenten Enkhuizen, Lelystad en Groningen. Tot 1985 vervulde Klaas Dekker nog bijna wekelijks zijn taak als voorganger in de zondagsdienst van de kerken die een beroep op hem deden; van Heerlen tot Groningen en van Den Helder via Delft tot Zierikzee!
“Nieuw licht”
Klaas Dekker schreef ook gedichten. Enkele daarvan zijn opgenomen in de bundel “Hoornse herinneringen” en “Waar het stille water wacht”.
In 1975 verscheen zijn historische roman “Nieuw Licht”. De roman dankt zijn naam aan het toenmalige klooster “Nieuw Licht”, dat rond 1380 te Westerblokker werd gesticht. Ten tijde van de Opstand, in 1573, werd het klooster op bevel van Willem van Oranje afgebroken om de Spanjaarden niet de gelegenheid te geven zich daar te verschansen.
In zijn boek “Nieuw Licht” beschrijft Klaas Dekker het ontstaan van Hoorn en hoe Hoorn daarna groeide en bloeide. De periode die beschreven wordt loopt van 1315 tot 1430. In zijn verhaal verwerkt hij belangrijke geschiedkundige feiten. De beschreven feiten zijn na te trekken in de Hoornse stadskronieken, met name de Veliuskroniek. Dat maakt dat deze geschiedkundige roman over Hoorn anno 2012 nog steeds lezenswaardig is.
Klaas Dekker overleed, na een slopende ziekte, te Hoorn op 7 januari 1997.
Publicaties:
Nieuw Licht Horne schoon stede soet, Uitgegeven in 1975, N.V. Drukkerij Edeca, Hoorn.
Literatuur:
A. Gerritsen, “Nieuw licht” over Hoorn in NHD, 20 november 1975.
Bron: zie Publicaties en Literatuur.
Gegevens aangeleverd door: Maarten Dekker te Andijk, Onno Dekker te Schoonhoven en samengesteld door: Jaap Raat te Heiloo (2012).