bron: VOC in West-Friesland
Bewindhebber van de VOC-kamer te Enkhuizen
Geboren te Enkhuizen op 14 februari 1697. Overleden te Enkhuizen op 19 december 1767.
Jongste zoon van mr. Augustinus Duyvensz, raad en burgemeester van Enkhuizen, en Petronella van Gent.
Raad in de vroedschap van Enkhuizen (1730-1749, 1751-1767) en twaalf maal burgemeester van Enkhuizen.
Bewindhebber van de VOC kamer Enkhuizen (1740-1767).
Trad na het voortijdig overlijden van zijn oudste broer, mr. Joan Duyvensz, in de voetsporen van zijn vader en vooral van zijn grootvader van moederszijde, mr. Joan van Gent, die in de zeventiende eeuw wel 26 maal tot burgemeester van Enkhuizen werd verkozen. Doorliep vervolgens een karakteristieke regentenloopbaan. Was een van de belangrijkste politieke figuren in Enkhuizen in de jaren 1730 en 1740. Verloor alle functies bij de wetsverzetting door Prins Willem IV in 1749, maar werd na diens dood in 1751 hersteld in zijn ambten. Tot aan zijn dood bleef hij een vooraanstaande rol in het stadsbestuur spelen.
Bezat naast een groot stadshuis in Enkhuizen de buitenplaats Belvliet in de Beemster. Was in 1744 de rijkste man van de stad met een geschat jaarinkomen van ƒ8000.
Literatuur:
K.W.J.M. Bossaers, Van Kintsbeen aan ten Staatkunde opgewassen. Bestuur en bestuurders van het Noorderkwartier in de 18e eeuw (Hollandse Historische Reeks dl.25, Den Haag, 1996)
Hans Bonke en Katja Bossaers, Heren investeren. De bewindhebbers van de West-Friese Kamers van de VOC (Haarlem-Hoorn-Enkhuizen, 2002).
Gegevens aangeleverd door: Katja Bossaers te West-Beemster (2005).