Ewout Speelman, pseudoniem van Groot, Frederik Pieter (1902-1974

Succesvolle schrijver van meer dan 200 boeken

‘Laat ze maar kletsen, ik word toch wel gelezen’, aldus de reactie van de succesvolle veelschrijver Ewout Speelman, wanneer hij in 1974 behoort tot een groep van twintig auteurs van populaire romans die schriftelijk worden bevraagd over hun werk, hun lezers en over kritiek. Niet lang daarna publiceert dagblad Trouw (18 januari 1975) een artikel over de enquête, dat eindigt met een opmerking tussen haakjes: ‘De heer Speelman is inmiddels overleden’.

Het is de enige zeer korte vermelding in de media van het heengaan van de bekende schrijver. Enige maanden later staat in het Jaarboek van het Westfries Genootschap in de Kroniek van West-Friesland (toen nog met streepje) het volgende bericht:
‘6 december 1974, Wieringerwaard. Frederik Pieter Groot, beter bekend onder het pseudoniem Ewout Speelman overlijdt op 71-jarige leeftijd. Hij heeft meer dan 200 romans op zijn naam staan.’

‘Opgeleid voor het onderwijs’
De in Oudorp (16 juni 1902) geboren en later onder meer in Alkmaar, Schagen en Sint Pancras woonachtige Frederik Pieter Groot ‘is opgeleid voor het onderwijs aan de Rijkskweekschool in Haarlem, maar koos, na enige jaren in de administratieve sector werkzaam te zijn geweest, voor de journalistiek’, aldus de achterflaptekst op een van zijn boeken. Hij debuteert met zijn schrijfsels in 1926 in het eerste jaarboek — ‘de bundel’ — van het dan net twee jaar jonge Historisch Genootschap Oud West-Friesland. Daarin staat zijn ‘schets uit Westfriesland’, vier pagina’s in dialect, onder de titel ‘De paleng van de Heere’ of ‘Het gestoorde feistmaal’.

Voor- en achterkant promotieblaadje eind jaren dertig van het duo Jasper en Meraike.
Voor- en achterkant promotieblaadje eind jaren dertig van het duo Jasper en Meraike.
Voor- en achterkant promotieblaadje eind jaren dertig van het duo Jasper en Meraike. (Afbeelding collectie fam. Secker)
 

Als het duo Jasper en Marijke treden Fred. Groot en zijn uit Broek op Langedijk afkomstige echtgenote Anna (Anny) Margaretha Hagenaar (25 april 1903) in de jaren dertig van de vorige eeuw op met zang, voordrachten en liedjes aan de piano tijdens bijeenkomsten in Westfriesland. Ze zijn in 1927 getrouwd en zo'n tien jaar later krijgt hun dochter Frederika/Freddy onder de naam Maaike ook een rol in de optredens.
Omslag van toneelspel ‘Z'n dag was kommen’.Ze zijn succesvol, net als hun zelfgeschreven toneelspelen. Zo wint het echtpaar in 1932 met ‘Z'n dag was kommen’, een toneelspel in drie bedrijven, de eerste prijs in een prijsvraag met vele inzendingen, uitgeschreven door het Historisch Genootschap. Het duo is in die jaren ook regelmatig via de radio te beluisteren, onder andere met hun ‘Westfriesch uurtje’ voor de VARA-microfoon.

Omslag van toneelspel ‘Z'n dag was kommen’. Gezien de doorhaling van de naam van zijn echtgenote vond Fred. Groot later die vermelding blijkbaar niet meer terecht. (Omslag collectie fam. Secker)

Ontslag wegens postzegeldiefstal
In die jaren dertig is Fred. Groot — naast zijn optredens als Jasper — werkzaam als kantoorbediende bij de Fa. Gebr. Kloosterboer, groente-exportbedrijf in Sint Pancras. Hij woont er in een huis van zijn baas, tot hij in 1936 bij de firma wordt ontslagen wegens het stelen van postzegels. Dat wordt het begin van een affaire, uitgebreid te lezen in het boek ‘Aartsrivalen’ (2020) van Langedijker Martin Wagenaar, onder meer oud-gemeenteraadslid en uitgever.
Na zijn ontslag verhuist Fred. Groot naar Schagen, waar hij als journalist voor de Schager Courant zijn functie gebruikt om — zijns inziens — misstanden in Sint Pancras aan de kaak te stellen. Het artikel in februari 1938 onder de kop ‘Zonderlinge toestanden in Sint Pancras’ lijkt een voorloper van de manier waarop hij vanaf februari 1940 zal uithalen naar groente-exporteur Jan Kloosterboer.
De Pancrasser wordt in die maand gearresteerd wegens het verstrekken van gegevens aan de Duitsers over Franse en Engelse schepen die uit Nederlandse havens vertrekken. Hij is een week daarvoor gestopt met die spionageactiviteiten vanwege het torpederen van een Nederlands schip door de Duitsers.
Fred. Groot benut die arrestatie om Kloosterboer — bijgenaamd ‘Barre Jan’ — aan de schandpaal te nagelen met krantenartikelen als ‘Inval in spionagenest te Sint Pancras’, ‘Bekend groente-expediteur in opspraak’, ‘De val van een wereldfirma’ en ‘Zijtak van een internationaal spionagecomplot’.

Alles draait andersom
Na de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 draait alles in deze zaak andersom: Jan Kloosterboer wordt vrijgelaten door de bezetters en eenmaal thuis richt hij zijn pijlen op de regionale kranten en Fred. Groot in het bijzonder. Kloosterboer eist en krijgt een rectificatie.
Fred. Groot vertrekt in mei 1942 bij de Schager Courant. Een maand later al is hij redacteur bij het blad ‘De Landstand’ van de NSB-organisatie voor boeren, vissers en tuinders. Het gezin Groot-Hagenaar verhuist dat jaar van Schagen naar Alkmaar.
Groot is van augustus tot december 1942 sympathiserend lid van de NSB. In mei 1944 verlaat hij het NSB-blad, wordt ‘Truppführer’ bij het Nationaalsozialistisches Kraftfahrkorps (NSKK), een paramilitair onderdeel van Hitlers NSDAP, met ook een buitenlandse organisatie. Fred. Groot treedt daarmee in dienst van de Duitsers.

Na de bevrijding leggen vrouw en dochter van Fred. Groot verklaringen af tegen hem vanwege zijn oorlogsactiviteiten. Op 8 mei 1945 wordt hij gearresteerd en gevangengezet. Anderhalve week later gaat Jan Kloosterboer ook opnieuw de gevangenis in vanwege de vooroorlogse spionageaffaire. Tijdens zijn verblijf in het Interneringskamp Rochdale in Alkmaar (8 mei 1945-15 maart 1946) is Fred. Groot redacteur van het kampblad en schrijft daarin een feuilleton over een veroordeelde politiek delinquent, die amnestie krijgt en weer naar huis mag…
Op 9 oktober 1947 begint het proces tegen Frederik Pieter Groot voor het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam. Het dagblad De Vrije Alkmaarder weet er in het verslag wel raad mee: ‘Veel eerzucht, maar weinig karakter’. De eis luidt vijf jaar, het vonnis wordt zes jaar cel.
In een bericht uit 1948 in dezelfde krant wordt de naam Jasper nog één keer genoemd:
‘Jasper’ gezuiverd: 15 jaar geen journalist
De journalist F.P. Groot, beter bekend als Jasper van het Westfriese cabaretduo Jasper en Marijke en in de oorlog onder andere hoofdredacteur van ‘De Landstand’ is door de Commissie voor de Perszuivering voor vijftien jaar ontzet uit het recht werkzaam te zijn in een journalistieke functie.
Drie jaar heeft hij er intussen al op zitten: de straf ging in op 5 Mei 1945.


Het proces tegen Jan Kloosterboer begint in december 1948. Op verzoek van zijn verdediger, de bekende mr. Cees — ‘Boerenkees’ — Berkhouwer, wordt ‘Barre Jan van Sint Pancras’ in deze inmiddels negen jaar oude zaak voorlopig in vrijheid gesteld. In maart 1949 luidt de eis zes jaar cel. In het vonnis wordt dat teruggebracht tot twee jaar en zes maanden, met aftrek van voorarrest. In mei 1950 verleent koningin Juliana hem gratie.

Voorwaardelijk vrij
Fred. Groot komt na Interneringskamp Rochdale via onder meer Fort Zuidwijkermeer (op de noordoever van het Noordzeekanaal) op 28 april 1948 terecht in Rijkswerkinrichting ‘De Passart’ in Treebeek (Limburg), waar hij te werk wordt gesteld in de naastgelegen Staatsmijn Emma. Op 15 oktober van dat jaar komt hij voorwaardelijk vrij. Hij gaat dan al snel aan de slag als schrijver van boeken, want hij mag tot 1960 niet als journalist werken.
Zijn oorlogsverleden maakt ook een einde aan zijn huwelijk. In de jaren vijftig woont Fred. Groot in Alkmaar samen met de weduwe A. de Vries — eigen naam Catharina Maria (Toos) Secker — en haar kinderen. De naam Toos Secker komt later terug als een van de pseudoniemen van de schrijver. In 1956 wordt
het gezin uitgebreid met de tweeling Jan en Pieter die de achternaam van hun moeder krijgen.
Van Fred. Groot verschijnen vanaf 1950 in rap tempo boeken onder de schuilnamen Ewout Speelman en Pieter Nierop (voor dit pseudoniem is de achternaam van zijn grootmoeder Guurtje Nierop gebruikt). De recensies op 18 juli 1951 in diverse regionale kranten zijn merendeels positief over Speelmans debuutroman: ‘Bij de uitgeversmaatschappij West-Friesland te Hoorn verscheen ‘De grote zonde’ door Ewout Speelman. ‘Een roman van het land’, waarmee een jonge Noordhollandse auteur op gelukkige wijze debuteert’.
Het Nieuw Noordhollands Dagblad van 11 oktober 1951 meldt over het eerste jeugdboek van Pieter Nierop:
ALKMAAR - De Katholieke Jeugdraad voor Nederland, afdeling Redactie Jeugdlectuur, verleende aan het jongensboek ‘Kerels gevraagd’ (1950) van de Alkmaarse schrijver Pieter Nierop (Ewout Speelman) het praedicaat ‘Boek van de maand’. Dit boek verscheen bij uitgeverij Kluitman.

De grote zonde (eerste boek)  Kerels gevraagd  Amateurtje  De lastpost  Miesje Sandelhout

Lange reeks
De twee debuutboeken staan aan het begin van een lange reeks uitgaven onder verschillende pseudoniemen bij verschillende uitgevers. Het schrijfwerk van Fred. Groot uit zich in jongensboeken, meisjesboeken, streekromans, politie/detectiveromans, vertalingen en bewerkingen van boeken, in hoorspelen en toneelstukken.
De productie van jeugdboeken onder de naam Pieter Niedorp bij uitgeverij Kluitman — tot begin jaren zestig — telt zo'n vijfentwintig titels, zoals ‘Om het bruine monster’ en ‘Als ratten in de val’ voor jongens. Daarnaast onder meer een serie van zeven boeken voor meisjes rond Miesje Sandelhout, gestart in 1955.
In zijn tweede roman ‘De man die terugkwam’ (1952) schrijft Speelman een voorwoord: ‘Dit is een roman van het land, over boeren, burgers en boeven. Ik heb soms de taal benaderd (ter wille van de leesbaarheid niet onvervalst weergegeven) van de streek waar ik geboren ben en waar ik werk’. In 1953 verschijnt ‘De eeuwige drift’, een Egmondse stropersroman, die in juli 1956 — door Speelman tot hoorspel bewerkt — in twee delen door de KRO-radio wordt uitgezonden.
Na eerder de politieroman ‘De moordenaar heeft de regie’ uitgebracht te hebben bij De Toorts in Haarlem, trekt ‘Moord betekent levenslang’ (1955) bij diezelfde uitgeverij flink de aandacht. Het boek wordt bekroond als ‘beste detectiveroman van 1956’ en krijgt van de auteur een bewerking tot hoorspel, dat in juli 1957 in twee delen door de KRO-radio wordt uitgezonden.

Vlaggen weltevree  De verloren stem  De eeuwige bruid  Laatste lente (laatste boek)

Verschillende pseudoniemen
In die jaren vijftig duiken er van Fred. Groot meer boeken op onder verschillende pseudoniemen. Bijvoorbeeld Marijke de Jongh en Annelies de Greeve, beiden als schrijfster van meisjes/kinderboeken. Rond 1955 gebruikt Fred. Groot de naam van zijn partner Toos Secker als pseudoniem voor vier meisjesboeken. In diezelfde tijd schrijft hij als Johan de Vries jongensboeken, waarvan ‘D.P.13 heeft vertraging’ als hoorspel op de radio wordt uitgezonden. Andere pseudoniemen zijn onder meer Ted Jenkins en Frits de Waal.
‘Achter de bonte lap, een roman uit het circusleven’, eerst een boek van Annelies de Greeve, wordt later als tweedelig hoorspel van Ewout Speelman uitgezonden door de KRO (te beluisteren op YouTube).
Op de televisie debuteert Fred. Groot als Pieter Nierop met een televisiespel in drie delen voor kinderen, uitgezonden door de NCRV. Onder de titel ‘De schat van Laurens Coster’ wordt hierin nog weer eens de uitvinding van de boekdrukkunst behandeld.
Eén opvallend pseudoniem is nog niet genoemd, namelijk dat van Fred. van Ouddorp. Onder deze naam is Fred. Groot in de jaren zestig ‘sterauteur’ van de pornografische Signaalreeks, uitgegeven door de Algemene Nederlandse Uitgeverij in Rotterdam.

‘Exponent van de vervlakking’’
Ondertussen gaat ook in de jaren zestig de productie van (streek)romans onder de naam Ewout Speelman gestaag door. Het moeten er uiteindelijk zeker veertig zijn geworden.
In het WFG Jaarboek 2019 wordt uitgever Floor Jonkers (kleinzoon van Floris Butter, de oprichter van uitgeverij West-Friesland) geciteerd: ‘Ewout Speelman vertaalde ook buitenlandse boeken, waarvan ik me bij sommige afvraag of hij die wellicht zelf had geschreven. Hij deed redactionele bewerkingen en was literair adviseur. Niet alleen bij ons, maar ook bij uitgever Gottmer in Haarlem. Streekromanschrijfster Jannetje Visser-Roosendaal moest niks van hem hebben, ze vond hem een exponent van de vervlakking.’

Fred. Groot als Ewout Speelman met Willem Duys achter stapels van zijn boeken...
Fred. Groot als Ewout Speelman met Willem Duys achter stapels van zijn boeken in de tv-uitzending ‘Voor de vuist weg’. (Foto archief Stichting Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid)

Op 11 juni 1965 verschijnt Fred. Groot in een van de populaire televisie-uitzendingen van ‘Voor de vuist weg’ van Willem Duys. De man, die zichzelf na alle ophef over zijn oorlogsverleden in de naoorlogse jaren zorgvuldig buiten de publiciteit — geen interviews, geen foto's — heeft gehouden, laat zich in dit programma uitgebreid interviewen, gezeten aan een bureau in de studio met daarop hoge stapels van zijn vele boeken.
‘De uitgever wil dat niet’, antwoordt Fred. Groot op de vraag van Duys of hij niet eens een echt boek, echte literatuur zou willen schrijven. ‘Het is commercieel niet verantwoord en ik wil als broodschrijver een behoorlijk bestaan hebben.’ Twee maanden rust op een onbewoond eiland lijkt hem wel wat: ‘Ik werk nu vaak aan drie boeken tegelijk.’
De schrijver, die wordt geïnterviewd als Ewout Speelman, vertelt wel over zijn vele pseudoniemen, maar de naam Fred. Groot wordt niet genoemd. En dat is de redactie van Het Parool niet ontgaan. De voormalige verzetskrant meldt de volgende dag: ‘Gast van Duys fout in de oorlog’. Bij de AVRO was niemand daarvan op de hoogte, aldus de omroep, en als Duys dit had geweten, zou hij — de man die hij ‘zijn interessantste gast ooit’ noemde — niet uitgenodigd hebben.
Tien dagen na de tv-uitzending overlijdt Toos Secker, partner en assistente van de schrijver. In oktober 1967 verhuist Groot met zijn tweeling Jan en Pieter naar Wieringerwaard, waar hij tot zijn overlijden in 1974 zal wonen.

Fred. Groot als Ewout Speelman met Willem Duys achter stapels van zijn boeken...
Fred. Groot als Ewout Speelman met Willem Duys achter stapels van zijn boeken in de tv-uitzending ‘Voor de vuist weg’. (Foto archief Stichting Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid)

Coach van Catalijn Claes
Fred. Groot werpt zich in 1967 op als coach van de beginnende schrijfster Frieda Vader-Kramer (1932), die onder de door hem gekozen naam Catalijn Claes haar boeken publiceert. Groot is dan net naar Wieringerwaard verhuisd, waar de schrijfster uit Anna Paulowna in een zomerhuisje werkt aan haar boeken, onder zijn begeleiding. Hun streekroman ‘De Immetjes Hoeve’ is de eerste van drie romans, die Catalijn Claes en Ewout Speelman als auteurs op de omslag vermeldt.
In 2020 kijkt de dan achtentachtigjarige Frieda Kramer, met inmiddels zeker zeventig boeken op haar conto, terug op haar samenwerking met Fred. Groot: ‘Hij is een harde leermeester voor me geweest. Dat zijn naam ook op die drie boeken staat, daar ben ik het niet mee eens. Ook al stond ik onder zijn leiding, ik heb ze zelf geschreven.’
De schrijfster herinnert zich dat Fred. Groot gedurende zijn laatste jaren in Wieringerwaard samenwoonde met de gepensioneerde directrice van het plaatselijke ‘bejaardenhuis’.

Rond zijn overlijden in december 1974 is het laatste boek van Ewout Speelman uitgekomen: ‘Laatste lente’, een bijna symbolische titel. Begin 1975 verschijnen er recensies, Dagblad Tubantia vindt er het volgende van: ‘Wie zei toch dat de streekroman aan het uitsterven was? Hier is er weer een, ‘Laatste lente’ van Ewout Speelman. Alles wat er in hoort, zit erin: de streek (Westfriesland), de ruige man, de fatale vrouw, haar ‘goede’ zuster die doodgaat, en tot slot ook de verzoening’.

Bronnen (naast de reeds in de tekst genoemde bronnen):
Kranten Regionaal Archief Alkmaar
www.delpher.nl, historische database
Boek ‘Aartsrivalen’ van Martin Wagenaar
www.dbnl.org, Digitale Bibliotheek Nederlandse letteren

Tekst aangeleverd door: Peter Smit te Alkmaar (2021).
(Deze biografie is een ingekorte versie van het artikel over Ewout Speelman/Fred. P. Groot, geschreven door Peter Smit en gepubliceerd in het Jaarboek 2021 van het Westfries Genootschap, blz. 32-52).