Gerardus Broersen (1881-1962)
Bron: Part. Coll.

Tuinder, gemeenteontvanger en gemeenschapsmens

Gerardus Broersen, in de wandeling Gert genoemd, werd op 7 maart 1881 geboren te Grootebroek als zoon van Jan Broersen en Johanna Botman. Hij overleed aldaar op 26 mei 1962. Hij trouwde op 5 mei 1914 met Divera Maria Koopman uit Wervershoof. Uit dat huwelijk werden negen kinderen geboren.

Gert Broersen was tuinder in hart en nieren maar keek verder dan de eigen kleine kring. Vanwege de vaak grote gezinnen van de tuinders in de Streek pleitte hij voor intensivering van de tuinbouw in de Streek. Hij voegde de daad bij het woord en bouwde in de jaren twintig van de vorige eeuw achter zijn woonhuis een druivenkas. Helaas kreeg dat initiatief, waarschijnlijk vanwege de crisis in de dertiger jaren, te weinig navolging.

In 1920 werd hij door de gemeenteraad benoemd tot gemeenteontvanger van Grootebroek. In die tijd was S. Prins burgemeester van Grootebroek en P. Noordeloos gemeentesecretaris. De functie van gemeenteontvanger was in een kleine gemeente als Grootebroek niet meer dan een halve dagtaak, die hij combineerde met het werk voor zijn bedrijf. Hij heeft deze functie uitgeoefend tot zijn pensionering per 1 april 1946.

Hoewel hij een bescheiden man was, meende hij dat hij zijn bestuurlijke gaven in dienst moest stellen van de plaatselijke gemeenschap. Al op 25-jarige leeftijd was hij bestuurslid van de Patronaatscommissie, die een gebouw beheerde - het patronaat - voor verenigingen in r.k. verband op het terrein van muziek, zang, toneel en jeugdwerk.
In 1911 trad hij als secretaris-boekhouder toe tot het bestuur van de Onderlinge Brandwaarborgmij "Door Eendracht Sterk". Bestuurslid bleef hij tot 1953.
In de crisisjaren werd hij bestuurslid en later voorzitter van de plaatselijke boerenleenbank, een periode waarin de bevolking en dus ook de tuinders financieel in zwaar weer verkeerden. Hij heeft deze functie vervuld tot ongeveer 1955.
In 1931 kwam op initiatief van prinses Juliana het Nationaal Crisis Comité tot stand. In bijna elke gemeente bestond een plaatselijke afdeling van dat Comité. Gert Broersen was lid van het comité te Grootebroek.

Bijzondere belangstelling had hij voor het beheer van de waterhuishouding in de polder van Oostelijk Westfriesland. Hij was jarenlang voorzitter van de Banne Grootebroek-Lutjebroek en uit dien hoofde ook hoofdingeland van het waterschap het Grootslag. Verder was hij hoofdingeland van het water- en wegschap Drechterland.

In cultureel opzicht lag zijn belangstelling vooral bij de mannenzang. Hij was voorzitter van de mannenzangvereniging "Zang en Vriendschap" . Maar ook de kerkmuziek interesseerde hem. Zo was hij jarenlang voorzitter en dirigent van het parochiële kerkkoor van St. Johannes de Doperkerk van Grootebroek.
Tenslotte was hij in de jaren dertig van de vorige eeuw een aantal jaren voorzitter van de plaatselijke afdeling van de R.K. Staatspartij.

Zijn verdiensten voor de plaatselijke gemeenschap werden in 1946 gewaardeerd met de onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice.

Gegevens aangeleverd en bewerkt door: Siem Broersen te Lisse (2011).