II-18. Een vertrek in het Timmermansgildehuis in Hoorn

Klik hier voor een grotere afbeelding.

De groei van de steden bracht met zich mee dat men zich kon gaan specialiseren in een bepaalde bezigheid. Er ontstonden verschillende beroepen. Op het platteland, in de dorpen was dit veel minder het geval; daar had ieder zijn eigen huisje, stukje grond, en men zorgde meer voor zichzelf en deed meer alleen. In de steden begon bijvoorbeeld iemand elke dag veel meer broden te bakken dan hij voor zichzelf nodig had. Anderen vonden het een uitkomst niet elke dag het eigen brood te hoeven bakken en betaalden ervoor. Zo ontstond in de steden een hele economie. De beoefenaars van bepaalde beroepen organiseerden zich in gilden. Een soort vakverenigingen waren dat. De gildemeesters bepaalden samen de prijs van wat zij maakten, bijv. hout, brood, schoenen, en zij zorgden ook voor de opleiding van jongeren in het zelfde beroep, de zogenaamde leerlingen en gezellen. Zo betekende de samenwerking in een gilde een bescherming van het beroep en van de prijzen en werd concurrentie tot op zekere hoogte voorkomen. Wat je hier ziet is een vertrek in het huis van het Timmermansgilde. Tegenwoordig is het de vergaderruimte van het Historisch Genootschap Oud West-Friesland.