II-12. Model van een fluitschip

Klik hier voor een grotere afbeelding.

Tijdens de oorlog met Spanje ging de handel gewoon door. In sommige opzichten was het juist gunstig. Doordat de Geuzen zorgden dat er geen schepen in of uit Amsterdam (dat de Spanjaarden bleef steunen) konden varen, hadden Enkhuizen en Hoorn een aantal jaren minder concurrentie van de stad Amsterdam en konden zij zo hun handel uitbreiden.
Steeds meer schepen werden gebouwd, zoals dit fluitschip, dat binnen Europa veel werd gebruikt. Het fluitschip werd in 1595 uit verschillende andere scheepstypen door de Hoornse koopman Pieter Jansz Liorne ontwikkeld. Het was een snelvarend schip, dat maar weinig bemanning nodig had. Door de geringe oppervlakte van het dek behoefde er in de Sont (Denemarken) voor de doorvaart naar de Oostzeelanden betrekkelijk weinig tol te worden betaald.
Vanuit Hoorn, Enkhuizen en Medemblik werd met name op de Oostzee, de Middellandse Zee en verder Engeland, Frankrijk en Scandinavië gevaren. Een belangrijk produkt was graan. Andere produkten waren bijvoorbeeld hout, pek, teer, huiden, vis, laken en wijn.