II-13. Zomerstal met kaaspers

Klik hier voor een grotere afbeelding.

's Winters staat het vee op stal, 's zomers graast het buiten in de wei. Veel boerderijen hadden hun eigen kaasmakerij, voortgekomen uit het feit dat melk toen niet lang goed te houden was. Door de meeste boeren werd vrijwel alle melk verkaasd. Het kaasmaken was vaak een vrouwenaangelegenheid. De laatste jaren is er voor het kaasmaken weer meer belangstelling gekomen en op steeds meer boerderijen wordt weer boerenkaas gemaakt en kan daar gekocht worden.
In het voorjaar worden de stallen goed schoongemaakt en geschilderd. De koevensters worden van gordijntjes voorzien. In West-Friesland gaat men dan vaak nog veel verder in het versieren en aankleden van de stal; men strooit zand en schelpjes op de vloer, legt er kleden in neer en zet er het mooiste porcelein en aardewerk in te kijk dat men bezit. Zo werd de stal 's zomers meer een woonstal dan een veestal. Ook de kaaspers werd daar als pronkstuk neergezet.