Heer van Spanbroek, Spierdijk en Suijdermeer
Geboren te Amsterdam ca. 1625. Overleden 27 maart 1668, in de leeftijd van 43 jaar. Zoon van Jean van Gheel en Elisabeth Lampsins.
De familie van Gheel kwam oorspronkelijk uit Antwerpen waar in 1532 een Daniel van Gheel woonde. Zoals zovele anderen in die tijd week Daniel uit naar de Noordelijke Nederlanden. Zijn zonen en kleinzonen kregen belangen in Amsterdam en Middelburg. De vader van Johannes van Gheel, ene Jean van Gheel trouwde met de Middelburgse Elisabeth Lampsins, en kregen drie kinderen, waaronder onze Johannes van Gheel.
Johannes van Gheel is een in een reeks heren van “Spanbroek, Spierdijk en Suijdermeer”, die begon toen Jacoba van Beieren op 5 november 1429 Adriaan van Ghent, heer van Giesen, met de heerlijkheid Spanbroek beleende.
In 1658 krijgt Mr. Johan van Gheel de heerlijkheid Spanbroek, Spierdijk en Suijdermeer in zijn bezit voor de koopsom van f 36.000,-. De koopakte werd verleden voor notaris Pieter van Groenevelt en getuigen te 's Gravenhage. Bij zijn inhuldiging als heer van Spanbroek kreeg hij de gebruikelijke inhuldigingssom, die 649 gulden en 10 stuiver bedroeg.
Johannes van Gheel bleef vrijgezel. Toen hij eens zwaar ziek lag in het huis "t Clooster van Heemstede te Haarlem, vermaakte hij bij testament voor notaris Van Kittesteijn te Haarlem op 20 december 1665, al zijn bezittingen, waaronder de heerlijkheid Spanbroek, aan zijn moeder Elisabeth Lampsins, ook wel geschreven als Lampsius,weduwe van Jean van Gheels.
Drie jaar later overlijdt Johannes van Gheel. Volgens het grafschrift op 27 maart 1668, vrij plotseling en 43 jaar oud. Uit bepaalde documenten trekken sommige historici de conclusie dat die datum 27 maart 1668 niet klopt en waarschijnlijk 27 maart 1667 moet zijn, dus een jaar eerder.
Wat is de betekenis van deze Johan van Gheel geweest voor Spanbroek? Toen hij de heerlijkheid kon kopen gaf dat voor de familie een verhoogde status: “Johannes van Gheel, heer van Spanbroek, Spierdijk en Suijdermeer”. Niet alleen statusverhogend maar tevens een investering die bepaalde inkomsten opleverde en bij verkoop eventuele winst. Als heer van Spanbroek had hij bepaalde rechten zoals het benoemen van personen in het dorpsbestuur. Het leverde hem ook inkomsten op, door bijvoorbeeld het verlenen van jacht- en visrechten en het windrecht voor de molen van Spanbroek.
Na zijn overlijden werd zijn lichaam begraven in de Nederlands Hervormde kerk te Spanbroek. Niet zomaar een graf. Daaruit zou kunnen worden afgeleid dat Johannes van Gheel in de twintig jaar dat hij de Heerlijkheid bezat een goede verstandhouding en samenwerking had met bestuur en inwoners van Spanbroek. Of hij inwoners van Spanbroek in noodgeval heeft geholpen is mij tot dusver niet bekend.
De beroemde beeldhouwer Romboud Verhulst (1624-1698), bekend o.a. van het grafmonument van Michiel de Ruijter in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, maakte dit gedenkmonument voor Johannes van Gheel. Het bevindt zich tegen de wand van de koorsluiting en boven de grafkelder waar behalve Johan van Gheel nog twee familieleden zijn begraven.
Spanbroek heeft met dit monument met grafschrift een bijzonder monument, dat ons herinnert aan de tijd dat soms dorpen als heerlijkheid konden worden gekocht en verkocht. Johannes van Gheel, als heer van Spanbroek, wordt hiermee blijvend herinnerd.
Het grafschrift in het latijn, begint al dus:
Adsta Viator!
Oftewel: Sta stil Wandelaar!
De verdere vertaling luidt:
“Onder deze marmeren bedekking rust het lichaam van den Doorluchtigen Heer Joannes van Gheel, ridder, Ambachtsheer van Spanbroek, Spierdijk en Suijdermeer etc. etc.
De ziel van den, op den 27sten Maart in het jaar, onzes Christelijken Heils 1668, op den leeftijd van 43 jaar, door een overhaasten dood weggerukte, zoekt den hemel terug, zijn oorsprong, in afwachting van den jongsten dag, waarop hij in een verheerlijkt lichaam zal wederkeren.”
Literatuur:
C. van Balen Blanken, Grafmonument in de Ned. Herv. Kerk te Spanbroek in WFON, 2, 1928.
T.R. Mulder, Rombout Verhulst's monument voor Johannes van Gheel in de Nederlands Hervormde kerk van Spanbroek in WFON, 25, 1958.
P. Noorderloos, Heerlijkheden in Westfriesland, in WFON, 26, 1959.
J. E. Elias, De Vroedschap van Amsterdam 1578-1795 (1903-1905).
Amsterdam: N. Israel, herdruk 1963)
Gegevens aangeleverd door: Jaap Raat te Heiloo (2010).