Groot, Kee (1868-1934)

‘Marijtje uit West-Friesland’, de succesvolle propagandiste voor vrouwenkiesrecht

Cornelia Sara Groot werd geboren in Hoorn in 1868. Zij ging door het leven met de roepnaam Kee. Haar ouders waren Jan Groot (1833-1902) en Maria Theresia Boon (1843-1925). Jan Groot kwam uit een groot en welvarend middenstandsgezin (turfvaart en kaashandel) aan de Appelhaven in Hoorn. Naast koopman en bankier was hij gemeenteraadslid en wethouder in Hoorn en dijkgraaf van Drechterland. Lange tijd was hij de spreekbuis van de opkomende middenstand en lagere klassen in Hoorn. Haar grootvader van moederszijde was leraar bij de Nederlands Hervormde kerk in Berkhout.

Een passende opvoeding
Co-educatie thuis werd geen succes, Kee voldeed niet aan de verwachting, ze leefde ‘als een halve jongen’. Kee werd naar het jongemeisjespensionaat ‘Mon Desir’ in Driebergen gestuurd en daar opgeleid tot onderwijzeres. Haar zwakke zenuwgestel stond de uitoefening van dit vak in de weg. Zonder werk, ongehuwd en thuiswonend raakte Kee betrokken bij het ‘Toynbee werk’ van haar vader en andere veranderingsgezinde liberalen in Hoorn. De Engelse historicus Arnold Toynbee meende dat, wanneer ‘gegoede burgers’ uit de hogere klassen ‘persoonlijk’ contact zouden zoeken met de arme onderklasse, het vertrouwen tussen de klassen kon worden hersteld. Door opvoedende en leerzame projecten kon sociale spanning worden weggenomen. Om de arme jongens van straat te halen en bij socialisten weg te houden zette Kee zich voor een goede openbare zwemgelegenheid in Hoorn en richtte in 1897 voor deze jongens een voetbalclub H.V.V. Volharding op, het latere Hollandia. 25 jaar later kreeg ze de erenaam ‘moeder Hollandia’.

‘De Vereeniging voor vrouwenkiesrecht’
In 1900 sprak Aletta Jacobs in Hoorn voor de liberale Kiesvereniging ‘Vooruitgang’ over vrouwenkiesrecht. Enthousiast kwamen Kee en haar twee zussen terug, ze waren benaderd voor het bestuur van de zo juist opgerichte afdeling Hoorn van ‘de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht’. Vader Jan, hoe liberaal ook, ging dit toch even te ver: “Halt! Geen presidente of secretaresse van Vrouwenkiesrecht aan mijn tafel.”
Aletta Jacobs kwam regelmatig terug naar Hoorn, ze leerde Kee beter kennen en ontdekte haar propagandistische kwaliteiten. In 1907 trokken zij samen door Noord-Holland om het aantal afdelingen uit te breiden, eerst in de grotere plaatsen. Het uitvoerige verslag van de bijeenkomst in Enkhuizen (zie de bronnen) weerspiegelt Kee's eerste grote succes: in één avond een nieuwe afdeling met 59 leden Het verslag toont ook een andere Kee, haar eerdere onzekerheid had zij van zich afgeworpen. Aletta moedigde Kee aan haar kwaliteiten ook in andere provincies in te zetten, om te beginnen in Zeeland.

Propagandiste voor het vrouwenkiesrecht
In 1909 werd Kee voor een matig salaris de eerste officiële propagandiste van de vereniging. 1909 was een verkiezingsjaar met zicht op een mogelijke grondwetswijziging o.a. voor de invoering van een beperkt vrouwenkiesrecht. Deze hoop bleek tevergeefs, de conservatieve partijen kregen de overhand. In de periode 1909-1910 trok Kee met een aantal enthousiaste jonge vrouwen onvermoeibaar van dorp tot dorp in Noord-Holland om het aantal leden en afdelingen van de vereniging uit te breiden. Het waren avontuurlijke reizen met hilarische momenten; zo kenden de kleine dorpen nauwelijks voorzieningen voor een overnachting door een groep vrouwen.

Kee Groot als Marijtje.Kee Groot als Marijtje.

De komst van mejuffrouw C.S. Groot werd in advertenties in lokale of regionale kranten aangekondigd. Het programma van een propaganda-avond kende een doordacht patroon: enkele redevoeringen afgewisseld met dans, toneel, lichtbeelden of muziek, voor de geestelijke verheffing van de vrouw. De grote uitsmijter was het optreden van Kee als de Westfriese boerendochter Marijtje die op een humoristische wijze de verhouding man en vrouw op het erf of daarbuiten feilloos analyseerde. Deze veelvuldige gebruikte act maakte Kee beroemd en zorgde ervoor dat het aantal leden gestaag groeide.
Kee verhuisde naar Rotterdam en ging daar samenwonen met H.C. Muntinga, directrice van een Middelbare Meisjes School. Vandaaruit trok ze naar plaatsen tussen ‘De Schelde en de Eems’, naar zalen met huiverende, onzekere maar ook nieuwsgierige vrouwen en mannen. Voor de bijeenkomst ging ze op theevisie bij een echtgenote van een notabele. Maar na de Marijtje act (in een deels aangepast dialect) werd ze vaak in de armen gesloten door vrouwen uit lagere standen, “gij zijt een van ons.” In 1913 telde de vereniging 16.450 leden en 123 afdelingen.
Regelmatig keerde Kee naar de door haar opgerichte afdelingen terug. Geen verzoek was haar te veel. Ze verzorgde ook voor vrouwen cursussen over staatsinrichting en over de programma's van politieke partijen. Kee stimuleerde de vrouwen ‘adressen’ te sturen aan het gemeentebestuur als er besluiten werden voorbereid die direct met ‘speciale vrouwenbelangen’ te maken hadden. Geleidelijk aan durfden deze vrouwen op 15 juni, Vrouwenkiesrechtdag, op straat voor hun ideaal uit te komen.
De weg naar algemeen vrouwenkiesrecht was lang, de tegenstand was groot. Bij het sluiten van de in Nederland onvermijdelijke politieke compromissen viel dit onderwerp steeds weer buiten de boot. Na de grondwetswijziging van 1917 hadden vrouwen het recht om door mannen te worden gekozen. Pas in 1919 kwam er algemeen vrouwenkiesrecht.

Een organisator
Op het hoofkwartier van de vereniging in Amsterdam bleef Kee het liefst achter de schermen. Een uitnodiging om plaats te nemen in een internationaal comité in 1909 wees ze af. Kee, mejuffrouw C.S Groot, voelde zich niet altijd op haar gemak in de contacten met de ontwikkelde en deftige ‘mevrouwen’ rondom Aletta Jacobs. Voor Aletta echter bleef ze een grote liefde en bewondering koesteren.
Kee was sterk in het regelen van praktische zaken. Op dit terrein werd ze de onmisbare rechterhand van Aletta Jacobs. Naar buiten toe was Kee vaak de spreekbuis van Aletta. In de oorlogsjaren 1914-1918 deelden ze pacifistische opvattingen verbonden met de boodschap dat de inbreng van vrouwen in de politiek de wereldvrede ten zou goede komen. In 1915 organiseerden ze in Amsterdam een internationaal congres voor pacifistische vrouwen en mannen. Hun pacifistische visie zorgde voor grote verdeeldheid binnen de vereniging.
Pas in 1918 trad Kee toe tot het hoofdbestuur van de vereniging. Ze bleef toen na 1919 de naam werd omgezet in ‘Vereniging voor Staatsburgeressen’. Een nieuw doel werd het wegnemen van discriminerende wetgeving betreffende huwelijk en arbeid.

Veel lof
In 1916, tijdens een manifestatie voor de invoering van algemeen vrouwenkiesrecht, een tocht van 18.000 mannen en vrouwen door Amsterdam, werd Kee in het zonnetje gezet. Zij reed in een boerensjees te midden van de lopende, vaandels dragende afgevaardigden van alle Noord-Hollandse afdelingen. Een terecht eerbetoon voor de vrouw die vooral in haar geboortestreek aan de basis van de vrouwemancipatie stond. Lof die in 1928 ter gelegenheid van haar zestigste verjaardag in een grote openbare bijeenkomst rijkelijk werd herhaald. Hierbij werd ook haar grote inzet voor haar politieke partij, de Vrijzinnig Democratische Bond, betrokken.
Kee overleed in 1934 in Rijswijk.

Bronnen:
C.S. Groot, Wat Marijtje d'er van docht. Amsterdam z.j. (Westfries Archief).
C.S. Groot e.a., Parodie op de behandeling van artikel 80 of ‘Kakelen is geen eieren leggen’, met tekeningen van Willy Sluiter. Den Haag 1916 (Westfries Archief).
Verslag van een propaganda-vergadering van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht in Enkhuizen in 1907. Enkhuizer Courant 15 november 1907.
Een zestigjarige strijdster voor de belangen der vrouwen. Een gesprek met Kee Groot Algemeen Handelsblad 1 september 1928.
Mineke Bosch. Aletta Jacobs 1854 -1929. Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid. Amsterdam 2005.
Marja Borkus e.a., Vrouwenstemmen. 100 jaar vrouwen belangen, 75 jaar Vrouwenkiesrecht, Zutphen 1994.
Pittige moide, Vrouwen in West-Friesland 1900-2000, Hoorn 2013.

Gegevens aangeleverd en bewerkt door: Peter Wester te Beuningen (Ov.) 2015.