IJff, Jaap (1929-2019)

Vliegtuigtechnicus, provinciaal bestuurder en waterschapper

De latere doctor/ingenieur Jacob – Jaap – IJff werd op 6 april 1929 geboren in Beemster als zoon van Gerrit IJff (12-06-1896) en Antje Maijer (07-05-1903). Opa Jaap IJff kwam in 1901 als kaasmaker van het coöperatieve zuivelfabriekje ‘De Toekomst’, op de hoek Nekkerweg/Rijperweg, naar de Beemster. Opa was links, lid van de SDAP. Maar omdat er in deze droogmakerij nog geen afdeling van de SDAP bestond, sloot hij zich aan bij de links liberale vrijzinnig democraten. In 1918 werd hij lid van de gemeenteraad van Beemster: als eerste niet-boer in de geschiedenis van deze polder. En in 1928 werd hij wethouder!

Vader Gerrit mocht doorleren. Bezocht de mulo, vervolgens de kweekschool, werd leraar aan de mulo in Middenbeemster en liet een huis bouwen aan de Volgerweg in Zuidoostbeemster: de tuinbouwhoek. Hier stond de wieg van Jaap IJff en groeide hij op in de weidse polder, met slootje springen, een paar centen bij verdienen met bessen plukken: ‘En er gaan er veel in een pond’. Voor zijn zevende verjaardag kreeg hij een fiets: ‘Daarna leerde ik de mathematische structuur van de Beemster kennen. Rechte wegen van een zeemijl lang, de polder opdelend in kruisen. Heel boeiend’.

Naar Amersfoort
Augustus 1940 verruilt het gezin IJff de rustige polder voor de stad Amersfoort. Vader IJff begint aldaar het nieuwe schooljaar als hoofd van de muloschool aan de Vondellaan. Jaap beleeft hier de bezettingsjaren: beschietingen van treinen, bommen op het station.
Hij ziet een foto in de krant van een viermotorige Amerikaanse Liberator bommenwerper, die bij Spakenburg een noodlanding heeft gemaakt. Jaap op de fiets er naar toe. Ongezien tot in de cockpit doorgedrongen: ‘Wat een groot dashbord. Koptelefoons voor het grijpen. Wat een belevenis’.
Zomer 1946 mag Jaap het einddiploma 5 jaar RHBS-b in ontvangst nemen. En meldt zich vervolgens als student bij de TH Delft: studierichting vliegtuigbouw. Bij zijn gekozen afstudeerrichting behoort de mogelijkheid om je te specialiseren tot ingenieur-vlieger. In een Piper Cub haalt hij zijn brevet. Wat hij begint, maakt hij af en hij schuwt het werk niet.

IJff, Jaap (1929-2019).

Werken in de mijnen
Als eerstejaarsstudent werkt hij – om de kolenvoorziening weer op peil te brengen – veertien dagen in de Oranje Nassaumijn in Heerlen: ‘700 meter onder de grond. Geen benul meer van dag of nacht, want onze ‘sjiechten’ (diensten) waren zeer onregelmatig’. Zijn laatste stage brengt hij door bij de Franse luchtvaartindustrie in Toulouse: ‘Franse les kreeg ik er gratis bij’. Het corps-studentenleven was niet aan Jaap besteed.
Nog voor hij is afgestudeerd, heeft hij al een baan. Voor een loon van 400 gulden per maand treedt hij in dienst bij het Nationale Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium: als research medewerker op de afdeling voor theoretische aerodynamica en aero-elasticiteit.
Dat laatste wordt zijn specialiteit: het maken van trillingsberekeningen – ‘flutteren’ – voor vliegtuigen. Op vliegtuigen komen tijdens een vlucht sterke krachten te staan, die trillingen veroorzaken die zo sterk kunnen zijn dat onderdelen daardoor kunnen worden beschadigd. Jaap IJff heeft zijn kennis en kunde los gelaten op onder andere de F27 Friendship en de F28 Fellowship. Eind april 1952 mag hij zich ingenieur noemen. Hij was ‘een goede student’ geweest.

Marine Luchtvaart Dienst
Zijn militaire diensttijd brengt Jaap, als officier bij de Marine Luchtvaart Dienst, door in de kop van Noord-Holland, op het vliegkamp De Kooy. Om daarna, als flutterspecialist, terug te keren bij het NLR.
Eind 1958 volgt zijn overstap naar Fokker. De stroom flutterrapportages van zijn hand droogt niet op. De F27 en de F28 worden ontworpen, gebouwd en moeten aan de man worden gebracht. Tussen de bedrijven door rondt hij zijn proefschrift af. Op 27 juni 1972 mag hij zich doctor in de technische wetenschappen noemen.
In het personeelsbestand van Fokker is Jaap IJff de enige die dr. ir. voor zijn naam kan zetten. Hij voorziet zijn proefschrift van enkele opmerkelijke stellingen. Zo constateert stelling 10 dat alle politieke partijen tekort zijn geschoten in het ontwikkelen van realiseerbare ideeën over interne democratisering van het bedrijfsleven, ondanks alle lippendienst die aan het begrip democratisering wordt bewezen. Tot slot stelling 12: een verdere uitbreiding van Schiphol zal het volbouwen van het groene hart van Holland in sterke mate bevorderen en moet alleen daarom al worden afgewezen. Op 22 juni 1974 beëindigt Jaap IJff zijn loopbaan bij Fokker.

Een nieuw beroep
Een nieuwe toekomst wacht. Jaap is in 1954 getrouwd met Nel van der Bijl en heeft met haar een huis betrokken in de Amsterdamse wijk-in-aanbouw Slotermeer. Hij is daar van stond af aan betrokken bij de plaatselijke politiek. Als lid van de PvdA: ‘Ik hoor bij de club van Drees’. De algemene – en nadien ook de functionele – democratie halen met deze hooggeschoolde vliegtuig-technicus een bestuurder in huis die van wanten weet.
In 1970 maakt hij zijn entree als statenlid in het Provinciehuis, waar de actie ‘Overloop’ woedt. Het college van Gedeputeerde Staten wil ter oplossing van de woningnood in Amsterdam de Purmer vol bouwen met woningen. IJff dient een motie in: ‘Hou de Purmer groen’. Zijn motie wordt met één stem verschil verworpen.
De Schipholproblematiek, de milieuproblematiek: als provinciaal gedeputeerde (van 1974 tot 1982) stuurt Jaap IJff met vaste hand een vaste koers en komt nog wel eens in botsing met zijn eigen fractie. Zie voor meer over deze kwesties: Jaap IJff over waterdichte logica bij situering tweede Schiphol.
IJff, Jaap (1929-2019)Voldoening oogst hij met zijn portefeuille Monumentenzorg. In samenspel met het VVD-statenlid Johan Schilstra plaatst gedeputeerde Jaap IJff de 126 kilometer lange Westfriese Omringdijk als nummer één op de Provinciale Monumentenlijst.

Dijkgraaf mooiste functie
In 1982 maakt Jaap de overstap van de algemene naar de functionele democratie. Hij wordt voorzitter van het Zuiveringsschap Amstel en Gooiland. Een tussenstap. Want in 1984 begint Jaap in de mooiste functie die een Beemster polderjongen, een liefhebber van geschiedenis en een minnaar van het Noord-Hollandse landschap, zich kan wensen: dijkgraaf van het hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland.
Daarnaast is hij vanaf 1985 tot 1994 voorzitter van de Historische Vereniging Alkmaar, in welke functie hij zich bemoeit met de restauratie van de Grote Kerk in Alkmaar.
Jaap IJff overlijdt op 8 oktober 2019 in zijn woonplaats Hoorn. Hij is onderscheiden als Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Geraadpleegde literatuur:
Jaap IJff: een werkend leven, Liber Amicorum t.g.v. zijn afscheid op 17 juni 1994.
Van jongensdroom tot ouderdom, aantekeningen uit het leven van Jaap IJff. Privé uitgave uit 2014.

Gegevens verzameld en bewerkt door: Volkert J. Nobel te Hoorn (2020).