Tekst en foto's: Netty Zander

“Niet klamme hoor”, dat zei m'n oma als onze stoeierij in ruzie dreigde uit te lopen.

Klammen dat is veel gedaan om de Westfriese Omringdijk. Zelfs een dijktraject ontleent zijn naam eraan: Klamdijk.
Dit stuk dijk vormt de verbinding tussen de Westfriese Omringdijk vanaf Hoorn en de Waterlandse Zeedijk richting Schardam.

Dit dijkvak was ooit onderdeel van de Westfriese Omringdijk en liep vermoedelijk rond 1200 richting de Nek bij Schellinkhout, dus rechtuit naar de overzijde van het Hoornse Hop.
In 1375 spoelde een groot deel van de Westfriese Omringdijk tussen Lutjeschardam en de Nek weg en d.m.v. een inlaagdijk werd deze terug gelegd.
In 1434 spoelde door een grote stormvloed deze dijk weer weg. Opnieuw bouwden de Westfriezen een inlaagdijk; de huidige dijk langs het dorp Scharwoude.
De 350 meter lange Klamdijk maakt vanaf 1335 geen deel meer uit van de Westfriese Omringdijk en vormt een overgebleven navelstreng naar de Schardammer Keukendijk. De Westfriezen waren toen niet meer bereid om de dijk te onderhouden en lieten dit aan de bewoners van Zeevang over omdat de dijk alleen nog maar de Zeevang beschermde.
Het klammen begon.
Na jaren van ruzie bepaalde de Grafelijke Raad in 's-Gravenhage dat de bewoners van de Beetskoog het kleinste deel en de Westfriezen het grootste deel moesten onderhouden. Dat dit niet gebeurde blijkt uit een relaas waarin de Klamdijk in 1436 op twee plaatsen brak. De Grafelijke Raad sommeerde de Westfriezen de dijk voortaan goed te onderhouden. Het bleef echter klammen tussen de twee.

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) laat een nieuw boezemgemaal bij Lutjeschardam bouwen. Dit gemaal zal zowel overvloedig regenwater kunnen uitslaan als bij droogte zoetwater kunnen inlaten. Het zoete water wordt zo niet meer afgevoerd via de Schermerboezem naar Den Helder in de Noordzee, maar blijft als zoetwaterbuffer behouden in het Markermeer, want zoet water wordt kostbaar en niet meer vanzelfsprekend aldus het HHNK. Het HHNK speelt hierbij in op het veranderende klimaat.

Ten behoeve van de bouw van dit gemaal kreeg de Archeologische dienst van Westfriesland de gelegenheid onderzoek te doen naar de Klamdijk.
De dienst hield op 16 juni een publieksdag die vele mensen trok.

Daar staan wij, als toegestroomd publiek op de kruin van de Klamdijk op 3.50 meter + NAP. Een imposant gezicht. We luisteren naar de uitleg van archeoloog Michiel Bartels.
De weg over de dijk is inmiddels verwijderd. Deze bestond uit klinkers en baksteenpuin. De dijk is minstens 35 meter breed. Onder de twee eeuwen oude weg zien we de ophogingen met kleipakketten. Twee meter onder de kruin zijn de ophogingspakketten steeds veniger. In de doorsnede van de dijk komen grote scheuren en verzakkingen voor. Deze dateren uit de 16e en 17e eeuw. Vanaf 0 NAP, ongeveer op de hoogte van de buitendijkse graslanden, is de dijk opgebouwd uit pakketten van kleizoden. Deze zoden werden uit het voorland gestoken en vormen het lichaam van de dijk. De oudste fase van de dijk zou 800 jaar oud kunnen zijn. Deze liggen op een (verdwenen) natuurlijke veenlaag. De veenlaag ligt op 4000 jaar oude zeeklei.
We zijn onder de indruk van al het werk dat onze voorouders hebben verricht in de strijd tegen het water.

Archeologen hebben de doorsnede van de dijk trapsgewijs opgegraven, omdat de dijk anders zou instorten. Ook hebben ze door in het profiel lijnen te trekken de verschillende lagen van elkaar onderscheiden.

Gravendevort komen de archeologen een verrassing tegen, stuiten ze op een dijkdoorbraak???
Wellicht komen we dat nog te weten.

Bron: Archeologie Westfriesland

Zie ook: Dijkbouw en bewoning aan de Klamdijk (pdf).


Verhaal van de maand

Iedereen kan voor deze rubriek verhalen insturen. De verhalen moeten zelf geschreven zijn en de Omringdijk als thema hebben. U kunt uw verhaal (of gedicht) sturen naar het Westfries Genootschap.
Iedere eerste maandag van de maand wordt er één nieuw verhaal geplaatst.
De overige inzendingen worden bewaard voor een andere maand.