Op zaterdag 11 juni werd de traditionele slotmiddag van de commissie Kap en Dek gehouden.
Als gevolg van de coronapandemie kon dit evenement in 2021 niet doorgaan en kon de kostuumcursus van het seizoen 2021/2022 pas op 31 januari 2022 beginnen.
Het was dus niet mogelijk om de traditionele slotmiddag al in februari te houden. Daarom werd door de commissie besloten dit in juni te doen. Bovendien werd voor een andere locatie gekozen. Partycentrum De Ridder in Berkhout werd verruild voor Dorpshuis De Vang in Benningbroek. De commissie hoopte dat een andere locatie ook een nieuwe impuls aan de kostuumshow en de veiling zou geven. Helaas viel de opkomst van het publiek enigszins tegen en gingen velen al voor het einde van de middag weer weg.
Achter v.l.n.r. Klaar van der Lippe, Teresa van Twuijver, Ezra Glasbergen, Annemarie Glasbergen en Meadow Macdonald. Voor Barbara Zweet-Donker. (Foto Jan Smit)
Na het welkomstwoord van commissievoorzitter Barbara Zweet-Donker, mocht ik als voorzitter van het Westfries Genootschap enkele woorden spreken.
Eén van de belangrijkste taken van het Westfries Genootschap is het onder de aandacht houden van de cultuurhistorie van Westfriesland. De streekdracht leent zich daar heel goed voor. Daarbij speelt beleving een grote rol.
Ezra Glasbergen. (Foto Jan Smit)
Links Klaar van der Lippe en rechts Ingrid Strijbis. (Foto Jan Smit)
Dertig jaar terug had ik een bijzondere ervaring. Toen mijn vrouw Marijke een Westfries kostuum wilde maken, gingen wij op zaterdag naar de stoffenwinkel van Stegeman in Rouveen in de buurt van Staphorst. Terwijl zij in de rekken aan het snuffelen was, keek ik uit het raam en zag buiten diverse vrouwen die in Staphorster dracht aan het werk waren. Ramen lappen, straat vegen: bezigheden om er voor te zorgen dat alles er voor de zondag netjes uitzag. Een bijzondere ervaring, die mij terug deed denken aan vroeger toen ook bij ons streekdracht niet alleen folklore was. Uit overlevering weet ik dat de opoe van mijn vader, Trijntje van Asselt die in 1939 overleed, nog het boerenhoedje en de Westfriese kap met oorijzer droeg. Ik heb ook nog foto's van haar.
Teresa van Twuijver. (Foto Jan Smit)
Fred en Lies Smit achter een vitrine met sieraden en andere kostbare voorwerpen. (Foto Jan Smit)
Hoe interesseer je mensen anno 2022 voor cultuurhistorie? Door er over te vertellen, door er les in te geven, het zichtbaar te maken en mensen de kans te geven er zelf ook iets mee te doen. Zo zag ik een tijdje terug op de televisie beelden van een veiling op Urk waar bij de Urker dracht behorende kleding en sieraden verkocht werden. Dit met het oog op de Urker dag, de zaterdag voor Pinksteren die in het teken staat van de folklore en tradities. Een goede zaak om op deze manier de klederdracht onder de aandacht te houden. In Westfriesland doen wij dat ook met de kostuumshow, de veiling, de Westfriezendag en de Westfriese marktdagen in Schagen.
Lisette Bart toont een van de kavels aan het publiek. (Foto Jan Smit)
Voorafgaand aan de kostuumshow werden nog enkele mensen in het zonnetje gezet. Als eerste Sip Haakma die al 35 jaar assisteert bij de veiling en vervolgens Trudy Schouwe die onlangs gestopt is als lid van de commissie.
Bij de kostuumshow toonden vier dames een Westfries kostuum gemaakt naar voorbeelden uit de periode 1880-1910. Een cursiste had een fietspak gemaakt naar een model uit 1895.
Commissielid Ingrid Strijbis, tevens een van de twee cursusleidsters, gaf een toelichting op de getoonde creaties. Aan het einde van de show volgde een welgemeend en verdiend applaus voor de cursisten. Deze waardering komt ook toe aan de cursusleidsters.
Veilingmeester Ronald de Groot. Naast hem Lies Smit en notaris Jan Salman. (Foto Jan Smit)
Na de pauze begon de veiling van kleding, sieraden, antiek en curiosa onder leiding van veilingmeester Ronald de Groot. Deze kweet zich met verve van zijn taak. Het is geen sinecure om in één middag 150 kavels te veilen. Kleding, hullen, kappenkanten en curiosa konden vaak alleen tegen lage prijzen verkocht worden. Een gunstige uitzondering vormde een spiegeldamasten rok uit de periode 1780-1800. Met de verkoop van oorijzers en een deel van de sieraden ging het beter. Ondanks de matige bezetting van de zaal werd er op sommige objecten door meerdere mensen actief geboden.
Alles overziende is het goed dat de commissie Kap en Dek na alle coronaperikelen de draad weer heeft opgepakt. Een woord van dank voor deze actieve commissie is dan ook op zijn plaats.
Jan Smit