In de nacht van 9 op 10 januari 2005 werden 24 schilderijen en 70 stuks zilverwerk gestolen uit het Westfries Museum in Hoorn. Volgens het museum het hart van de 17e eeuwse collectie. Een grote schok, niet alleen voor directie, medewerkers en vrienden van het nabij de Westfriese Omringdijk gelegen museum, maar ook voor heel kunstminnend Nederland. Een grote ravage en lege lijsten waren het gevolg. Er volgde een jarenlange zoektocht naar de gestolen kunstwerken. Na veel speurwerk werden vijf schilderijen teruggevonden in Oekraïne. Na de vondst volgde een spel van onderhandelingen op hoog politiek niveau om deze doeken terug te halen naar Hoorn. Op vrijdag 16 september werden in de Nederlandse ambassade in Kiev de vijf doeken officieel overgedragen aan Ad Geerdink in zijn hoedanigheid van directeur van het Westfries Museum.

Het Westfries Museum.
Het Westfries Museum. (Foto Jan Smit)

Op donderdag 6 oktober werden deze schilderijen in Hoorn afgeleverd. De dag erna, vrijdag 7 oktober, werden de inmiddels lege kisten die als verpakkingsmateriaal gediend hadden symbolisch met feestelijk vertoon het Westfries Museum binnengedragen. Het gebeuren was groot in het nieuws. Kranten, radio en televisie besteedden er aandacht aan. Vanaf zaterdag 8 oktober mocht het grote publiek de teruggekeerde schilderijen voor het eerst weer zien. Als eerste waren de vrienden van het Westfries Museum uitgenodigd. In een besloten bijeenkomst in het museumcafé gaf Ad Geerdink een toelichting op het verloop van de zoektocht en de onderhandelingen. Hij had uitgerekend dat de doeken 4.320 dagen weggeweest waren. Lof was er voor de recherche, de particuliere kunstdetective en de steun van de gemeente Hoorn.

Ad Geerdink aan het woord in het museumcafé. Naast hem staat Ronald de Jager.
Ad Geerdink aan het woord in het museumcafé. Naast hem staat Ronald de Jager. (Foto Jan Smit)

Samen met restaurateur Ronald de Jager vertelde de directeur over de slechte staat van de vijf doeken. Ze hebben allemaal schade opgelopen, maar twee ervan zijn extra zwaar beschadigd doordat ze op ondeskundige wijze opgerold waren. Deze twee waren dan ook alleen maar opgerold te zien en door middel van foto's op een scherm kreeg men een indruk van de schade. Wel te zien waren: ‘De terugkeer van Jefta’ en ‘Vrouwe Wereld’ van Jacob Waben en ‘Nieuwstraat in Hoorn’ van Isaac Ouwater. De restauratiekosten van de vijf schilderen worden geschat op € 100.000. Daarvan moet het museum € 72.000 zelf bij elkaar zien te sprokkelen. Om dat voor elkaar te krijgen is een crowdfundingsactie opgezet via www.voordekunst.nl/wfm. Dit onder het motto: Laat onze gestolen meesterwerken weer schitteren!

Restaurateur Ronad de Jager bij het doek ‘Nieuwstraat in Hoorn’.
Restaurateur Ronad de Jager bij het doek ‘Nieuwstraat in Hoorn’. (Foto Jan Smit)

Gevraagd naar de waarde van de gestolen schilderijen en het zilverwerk zei Ad Geerdink dat deze niet in geld uit te drukken is. Het gaat niet om de geldelijke waarde, maar om de emotionele waarde. Voor de dieven en de latere bezitters is het gestolene niet eenvoudig om te zetten in geld. Op de het schilderij van ‘Vrouwe Wereld’ staat in het Latijn dat alles ijdelheid is. Volgens Ad Geerdink zou het mooi geweest zijn als de dieven deze spreuk ter harte genomen hadden voordat ze de spectaculaire roof op touw zetten.

Eén van de opgerolde schilderijen.
Eén van de opgerolde schilderijen. (Foto Jan Smit)

Ondanks het verdriet dat er nog 19 schilderijen en al het zilverwerk zoek zijn, is er toch reden tot grote vreugde. De zoektocht naar de rest gaat onverminderd verder. Want er is maar één plek op de wereld waar deze kunstwerken thuishoren en dat is in het Westfries Museum!

Jan Smit

Het schilderij ‘Vrouwe Wereld’.
Het schilderij ‘Vrouwe Wereld’. (Foto Jan Smit)