Jong, Jacob de (1869-1932)
bron: St. Westfriese Families

Gemeentesecretaris en Waterschapssecretaris

Geboren te Hoogkarspel op 28 december 1869. Overleden op 2 januari 1932. Zoon van Cornelis de Jong, veehouder en burgemeester van Hoogkarspel en Geertje Schuijtemaker.

Jacob verkiest een ambtelijke loopbaan, legt zich toe op de gemeenteadministratie en krijgt een baan op de gemeentesecretarie van Hoogkarspel. Op 22 oktober 1903 benoemt de gemeenteraad hem tot gemeentesecretaris. Hij was toen reeds al waarnemend gemeentesecretaris. In dezelfde raadsvergadering wordt hij benoemd tot gemeenteontvanger en een jaar later tevens tot ambtenaar van de Burgerlijke Stand.

In allerlei nevenfuncties weet men Jacob de Jong te vinden. Hij wordt secretaris-penningmeester van de Banne Hoogkarspel. In 1908 krijgt hij er een flinke klus bij, als het polderbestuur het Grootslag hem benoemt tot secretaris en penningmeester als opvolger van J.T. Pool uit Grootebroek. In de loop der jaren komen er nog allerlei functies bij, zoals directeur van de Nutsspaarbank, penningmeester van de plaatselijke zangverening “Thalia”, voorzitter van de Bond van Gemengde Zangverenigingen, secretaris van het nieuwe Drechterlandsche veefonds en bestuurslid van het Historisch Genootschap Oud Westfriesland. Voor deze laatste was hij tevens secretaris van de Commissie tot bevordering van het Landelijk Schoon, zoals de Commissie toen heette en redactielid van de Jaarbundel. Daarin plaatste hij diverse gedichten en verhalen over West-Friesland.

Jacob de Jong overleed geheel onverwachts op 2 januari 1932. Zijn dood bracht veel beroering in West-Friesland. Dat bleek ook op zijn begrafenis. Daar waren vele vertegenwoordigers van gemeenten en instellingen en verenigingen aanwezig.

Na zijn overlijden in 1932 stelde de secretaris-penningmeester van het Genootschap, K. Ruijterman, in zijn jaarverslag 1931-1932 onder meer:
“Het overlijden van ons bestuurslid, de heer Jb. De Jong, was voor ons Genootschap een groot verlies. Als bestuurslid, Secretaris van de Commissie tot bevordering van het Landelijk Schoon in Westfriesland en als lid van de redactie van onze Bundel, vervulde hij een belangrijke plaats in ons Genootschap. Wij willen van deze gelegenheid gebruik maken, mede om zijn nagedachtenis te eren, welk belangrijk aandeel hij had in de oprichting van het Genootschap.”
“Het Dep. Hauwert van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen had de heer De Jong uitgenodigd om als spreker op te treden in zijn vergadering van 21 januari 1924. Bij die gelegenheid sprak hij over het gebruik van de Nederlandse taal en van het misbruik van vreemde woorden. Daarna behandelde hij het Westfriese dialect en toonde door tal van voorbeelden aan, hoe kernachtig en juist vele woorden en uitdrukkingen, daarin waren.
Bij de sluiting bracht de voorzitter, de heer H. Galis, de spreker dank, terwijl hij hoopte, dat door het gehoorde de liefde voor de Nederlandse taal, voor het Westfriese dialect en voor onze geboortegrond daardoor vergroot zou worden. Ook de heer V. Kay Vz. sloot zich hierbij aan en hij vond het jammer dat er zoveel van het oude verloren ging. De Secretaris van het Nut beloofde dat hij een en ander in de Enkhuizer Courant onder de aandacht van het publiek zou brengen. In zijn verslag stelde hij de vraag: “Wie wil meehelpen een vereniging te stichten, die voor dit doel werkt?” Spoedig kwamen er nu ingezonden stukken van instemming, o.a. van de heer J. Brander te Vlissingen en R. Sasburg te Benningbroek.
In de Nutsvergadering van 6 juli 1924, waarbij ook de heren Jb. de Jong en R. Sasburg aanwezig waren, werd besloten advertenties te plaatsen en circulaires te verspreiden en als gevolg hiervan kwam op 6 augustus 1924 in de Roskam te Hoorn een aantal belangstellenden bijeen. De vergadering werd geopend met een inleidend woord door de heer H. Galis. Het doel der bijeenkomst vond algemene belangstelling en op voorstel van Dr. G.C. van Balen Blanken werd onder applaus besloten een Vereniging op te richten. Wij menen goed te doen een en ander hier te releveren als een hulde aan de nagedachtenis van de heer Jb. de Jong, een der geestelijke vaders van ons Genootschap,” aldus K.J. Ruyterman in zijn verslag.

Pub.: “14 dagen voor kermis”, “Hoogkarspelder kermis”, “Jan van Klaas en Geertje” en een gedicht “West-Friesland”, gepubliceerd in diverse jaarbundels van het Genootschap.

Literatuur:
J.H.N.W. Raat, “Jacob de Jong (1869-1932)” in: Westfriese Families 40e jg. No.3, 1999.

Gegevens aangeleverd en bewerkt door: Jaap Raat te Heiloo (2011).