bron: dig. bibl. v.d. Ned. Lett.
Groot geleerde en humanist
Geboren te Hoorn op 1 juli 1511. Overleden te Arnemuiden op 16 juni 1575.
Hij is de beroemdste Junius, door niemand minder dan Justus Lipsius “de tweede grote geleerde en humanist na Erasmus” genoemd. Hij werd aan de westzijde van de Hoornse Kerkstraat geboren als Adriaan de Jonge, zoon van het toen in Hoorn zeer bekende en gewaardeerde vroedschapslid Petrus de Jonge (=Junius) en Marie Dircksdochter. Zijn vader was meermalen burgemeester van de stad, gezantschapslid naar Denemarken en Zweden en schrijver van een boekje over de geschiedenis van Hoorn, waar Velius gebruik van heeft gemaakt. Hij was welbespraakt - in tegenstelling tot zijn zoon die stotterde - niet onbemiddeld en van een aanzienlijke familie. Junius sr. stierf in 1537.
Gepromoveerd:
Zijn zoon Hadrianus overvleugelde hem in geleerdheid en beroemdheid. Na aan verschillende binnenlandse en buitenlandse universiteiten te hebben gestudeerd promoveerde hij in 1540 in Bologna tot doctor in de medische wetenschap en de filosofie. Maar zijn grootste bekwaamheid lag in de Neolatijnse filologie, hij was een groot taalkundige en sprak vele talen. Hij werkte als arts en opvoeder in Londen en gaf in Denemarken enkele maanden les aan de kroonprins. Daarna was hij jarenlang arts (o.a. lijfarts van Willem van Oranje) en schoolrector in Haarlem.
Huwelijk:
Hij trouwde in Haarlem in 1556 met Maria Wilhelmina Keizers en later met Adriana Hasselaar, een zus van de roemruchte Kenau van Hasselaar.
Opdracht:
In 1565 gaven de Staten van Holland hem de opdracht een geschiedenis van het gewest Holland te schrijven, maar dan niet vanuit buitenlands perspectief. Zo'n boek in het Latijn zou statusverhogend werken voor de opkomende Republiek. Junius schreef de opzet van het boek, genaamd Batavia, in de jaren 1566-1570, maar als boek kwam het pas uit in 1588 te Leiden. Hij was toen reeds een aantal jaren overleden. Toen Haarlem weer onder Spaans bewind was gekomen, was hij namelijk in de loop van het jaar 1574 uitgeweken naar Middelburg waar hij kampte met ziekte. Hij stierf - op bezoek bij zijn genoemde schoonzus - in Arnemuiden op 16 juni 1575 en werd daar begraven. In april 1579 kreeg hij een graf in de Choorkerk van Middelburg.
Vertaling “Batavia”:
Van zijn boek Batavia volgde een herdruk in 1652. Het werk is nooit volledig in het Nederlands vertaald (wel enkele fragmenten door G. Boot in 1609), maar binnenkort is de vertaling (en de dissertatie) te verwachten van drs. Nico de Glas uit Eindhoven. Naast dit werk schreef Junius nog veel andere boeken en boekwerkjes: een lexicon, gedichten en een emblemenboek. Indertijd was zijn portret in een witgeschilderd zwaar blok hout uitgebeeld op de gevel van zijn geboortehuis in Hoorn. In het huis zelf - nu videotheek, huisnr. 8 - was in de zeventiende eeuw een opschrift aangebracht van Henricus Bruno, conrector van de Hoornse Latijnse school, dat luidde:
Hier lag eens Junius, nog taelloos als een kind.
Wiens wederga men niet in seven taelen vint.
In Haarlem is een standbeeld voor hem opgericht en een straat naar hem genoemd:
Adriaan de Jongestraat. In Hoorn kent men de Juniusstraat.
Publicatie(s) en Literatuur: Op internet kan men de volledige bibliografie van Junius vinden, alsmede de publicaties over hem verschenen.
Gegevens aangeleverd door: Gerard Weel te Hoorn (2010).