Kerkmeijer-de Regt, Christine (1894-1946)

Lerares, cultureel medewerkster en historieschrijfster

Jeugd en opleiding
Christine Kerkmeijer-de Regt, doopnaam Christina, roepnaam Christien en in privékring Stien of Smik genoemd, werd op 20 mei 1894 te Rotterdam geboren. Haar ouders waren Cornelis de Regt (1867-1932) en Hiltje Theunisz. (1868-1951). Ze was hun enig overlevend kind: de anderen stierven op jonge leeftijd. Christine overleed te Amsterdam op 5 november 1946.

Na de ULO en de HBS voor Meisjes in haar geboortestad ging ze in 1912 wegens zwakke gezondheid en opkomende tuberculose een ruim half jaar naar een kostschool in Lausanne (Pensionnat des Dames Bauty) om op te sterken. Daar was de voertaal Frans. Maar na haar eindexamen HBS in1913 ging ze Engels studeren op de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Ze haalde haar bul op 28 september 1917 en kreeg in 1922 een tijdelijke aanstelling als lerares Engels op het Erasmiaans Gymnasium en op de Openbare Kweekschool in haar geboortestad. In 1923 zag ze af van een baan op de HBS te Nijmegen om te kiezen voor die van Hoorn waar ze tot september 1927 een aanstelling had. Toen werd ze werkloos door haar huwelijk -zoals toen gebruikelijk was- maar ze bleef wel betrokken bij het schooltoneel.

Huwelijk en werkzaamheden
Ze trouwde op 25 augustus 1927 met haar collega van school, Johan Christiaan Kerkmeijer, leraar tekenen en kunstgeschiedenis, die sinds september 1925 officieel gescheiden was van zijn eerste vrouw Johanna Wijnalda Bakker (1881-1969). Hij was in 1875 in Middelburg geboren en had zich in Hoorn een zekere bekendheid verworven als uitstekend tekenleraar met veel belangstelling voor de West-Friese volkseigenheid en Hoornse oudheden. Hij woonde al jaren op de Hoornse Noorderstraat no. 18A en bleef daar wonen met zijn nieuwe echtgenote. Ook in dit huwelijk bleven kinderen uit. Het echtpaar besteedde jarenlang in harmonische samenwerking veel aandacht aan de culturele geschiedenis van de stad. Zo schreef hij b.v. in 1930 een stadsgids van Hoorn die door haar in het Engels werd vertaald ten behoeve van Engelstalige toeristen. Zij was daarbij ook Johans corrector en eindredacteur en heeft ongetwijfeld invloed gehad op de inhoud van wat hij schreef. Er stonden veel bijzonderheden in, zoals over de sigarenfabriek ‘Bernardo’ van de familie Lieshout en over andere plaatselijke bekendheden. Hij was secretaris van het Westfries Museum en zij assisteerde hem daarbij. Samen stelden ze de catalogus samen van het Museum in 1939. Toen in 1942 in Leiden een serie over de Vaderlandsche Geschiedenis werd opgezet, schreef zij daarvoor deel 5 in 1943: ‘Geschiedenis van West-Friesland’. De beschrijving reikt tot aan de Franse Tijd (1795). Er werden veel volksgebruiken in opgenomen. Eerst zou het een apart boek worden -het contract was getekend- maar na verschillende problemen o.a. met de deskundige G. Karsten die de bijbehorende Westfriese woordenlijst zou maken maar daar 160 gulden voor vroeg, werd het aantal bladzijden beperkt en haar tekst opgenomen in de sobere opzet van de serie.

Overlijden en nagelaten werk
Na een operatie in het Prinsengrachtziekenhuis in Amsterdam in het voorjaar van 1946 overleed ze een half jaar later, op 5 november 1946. Ze werd gecremeerd op Westerveld. Haar as werd bijgezet in het graf van de familie Kerkmeijer en De Regt aldaar, waar later ook haar man in is opgenomen. Postuum verscheen er door bemiddeling van haar echtgenoot bij uitgeverij West-Friesland in 1953 nog een boekje van haar hand: “Hoorn in de Verdrukking (1940-1945)” waarin ze zeer precies -in de stijl van een dagboek- vertelt hoe het er in Hoorn aan toeging tijdens de bezetting. Dit boekje is voor velen een bron en voorbeeld geweest bij het beschrijven van de levensomstandigheden in de jaren van de bezetting. Daarna verscheen er in ‘De Speelwagen’ tweemaal (jg. 4, nr. 12 , pg. 366 en jg. 6, nr. 2, pg. 46) nog iets van haar aantekeningen over regionale culturele bijzonderheden, namelijk over ‘Eten en drinken in West-Friesland’ en over ‘Het vrouwencostuum in West-Friesland’. Haar man stierf op 19 maart 1956 in Hoorn. Om hun nalatenschap te beheren werd in dat jaar de Stichting Kerkmeijer-de Regt ingesteld waarmee culturele doelstellingen worden gefinancierd. Terecht staat die stichting niet alleen op de naam van haar man: ze was meer dan alleen de vrouw van… Een nadere bestudering van haar leven en werken zou dat vermoedelijk bevestigen, schrijft de biograaf van Johan in diens biografie.

Publicaties:
Gids van Hoorn ( Hoorn 1930, 1946 en 1949)
Catalogus Westfries Museum (Hoorn 1934 en 1939)
Geschiedenis van West-Friesland (deel 5 in de serie ‘In den Houttuyn’, Burgersdijk & Niermans, Leiden 1943)
Hoorn in de Verdrukking 1940-1945 (Uitgevers Maatschappij “West-Friesland”, Hoorn; opnieuw in het Kwartaalblad Oud Hoorn 1986-1988)
“Eten en drinken in West-Friesland” (1949) en “Het vrouwencostuum in West-Friesland” (1951) in ‘De Speelwagen’, resp. jg. 4, no. 12, blz. 366 en jg. 6, no. 2, blz. 46

Literatuur:
Rob de Knegt: Johan Christiaan Kerkmeijer: “Een vastberaden blik op schoonheid” (Biografische Reeks Hoorn no.2, uitg. Bas Baltus-stichting m.m.v. Kerkmeijer-de Regt-stichting, Hoorn z.j.)
Westfries Archief: no. 1500, 416 nummers (1853-1979)

Gegevens samengesteld en aangeleverd door: Gerard Weel te Hoorn (2013).