Hendrik de hardloper
Henk Knol, een bekend atleet en lange afstandloper, werd geboren op 30 augustus 1909. Hij was de zoon van Hendrik Knol (1871-1958) en Pieternella Leonarda Vroone (1875-1951) en kwam voort uit een geslacht van landbouwers en werklieden. Vader Hendrik was schoenmaker en postbode en woonde daar waar op dat moment werk voor hem was. Dat is ook de reden waarom Henk in Amsterdam is geboren. Het gezin woonde van oktober 1908 tot eind 1909 in de hoofdstad en is daarna teruggegaan naar Westfriesland. Over Henks jeugdjaren is niet veel bekend, het gezin verhuisde veel en woonde in diverse dorpen.
Wat we wel weten is dat hij in Andijk heeft gewoond en in 1919 in Venhuizen waar zijn jongste zusje Geertruida is geboren. Henk vertelde ooit aan zijn kinderen dat hij toen ver van zijn school woonde en elke dag een flinke afstand moest afleggen. Zou hier de basis zijn gelegd voor zijn latere passie hardlopen?
Henk was ook lenig en klimvaardig, zo bleek op de Hemschool in Hem. Aan de oostkant van de school waren grote hoge ramen die uitkeken op iepenbomen. Daar waren eens eksters aan het nestelen en kwamen er kraaien om het nest over te nemen, dat werd dus vechten en alle kinderen bleven naar buiten kijken. De meester was er zo mee an dat hij Henk de boom instuurde om het nest uit te halen.
Landarbeider
Meer dan de lagere school heeft Henk niet doorlopen. Het was een harde tijd voor ongeschoolde arbeiders en hun gezinnen. Voedsel was schaars en duur. Zij hadden moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Tijdens een schoolreisje zat Henk in schamele kleding op de platte wagen, uit medelijden kreeg hij een jas aangereikt.
De jeugd uit de genoemde gezinnen werd niet ontzien en zo gebeurde het ook dat Henk na zijn lagere schooltijd voor een jaar verhuurd werd als knecht aan de familie De Vries in Hoogkarspel. Henk kreeg daar kost en inwoning en zijn verdere loon bestond uit een voorraad winteraardappelen voor zijn familie.
Eerste prijs op 26 augustus 1927 voor Henk Knol in een veldloop te Wijdenes.
Nel Visser-De Vries schreef op de condoleancekaart voor Henk: ‘Als jongetje, nét van school af, kwam je bij ons thuis werken op 't land. We waren met een gezin van 6 kinderen. Ik heb daar héle goede herinneringen aan over gehouden’. Henk had daarna nog diverse kosthuizen maar in de periode dat hij bij de familie Gorter woonde, ontstond er een hele diepe vriendschap. De kinderen van Henk hebben vader en moeder Gorter dan ook altijd als een echte opa en opoe gezien.
Henk kwam geleidelijk in opstand tegen de afhankelijkheid van zijn vader en tegen de dreiging zijn leven lang een slecht betaalde landarbeider te moeten zijn. Regelmatig botste Henk met zijn vader en moeder, het leidde tot een definitieve breuk. Van huis uit was het gezin katholiek maar Henk zette zich ook af tegen de macht van de kerk. Hij rende dan ook, gekleed in zijn sporttenue, regelmatig op zondagmorgen langs de kerk om het kerkvolk dat de mis uitkwam te choqueren.
In die tijd maakte hij kennis met de socialistische ideeën van zijn grote held Domela Nieuwenhuis (1846-1919) die landarbeiders en kleine bouwers de weg naar een rechtvaardige samenleving wees. Henk ging al op jonge leeftijd de beweging voor een staatspensioen steunen. Ook werd hij lid van de blauwe knoop, geheelonthouder. Thuis had hij gezien hoe overmatig alcoholgebruik de armoede verergerde.
Trots op marathonmedaille
Henks grote passie was de atletiek. Zijn grootste trots was zijn prestatie op 19 april 1931 tijdens de Internationale Marathon op het Olympisch Parcours in Amsterdam. Deze loop was georganiseerd door de Amsterdamsche Atheletiek Club in samenwerking met het weekblad Het Leven. Hij behaalde daar de derde plaats: een bronzen medaille.
Henk Knol tijdens de marathon in 1931 te Amsterdam waar hij een bronzen medaille behaalde. (foto uit familiebezit).
In 1933 liep Henk voor de tweede keer deze marathon, hij kwam niet voor in de uitslag van het hardlopen maar wel van het onderdeel speerwerpen.
In crisis- en oorlogstijd
Inmiddels had Henk verkering gekregen met Aaltje Visser uit Enkhuizen. Zij trouwden op 31 oktober 1935 en woonden in de Rozenstraat te Grootebroek waar in 1936 hun eerste kind Willy werd geboren. Na een periode van werkloosheid had hij wat tuinbouwgrond kunnen huren van de protestantse kerk in Grootebroek om zijn gezin in leven te houden.
Zijn opvattingen werden radicaler. In de jaren twintig had Henk nog gediend bij de cavalerie, maar in augustus 1939 weigerde hij op te komen bij de mobilisatie: het zou een dienst zijn aan het kapitalisme. Henk werd opgepakt, maar in de meidagen van 1940 kwam hij zonder proces vrij.
Zijn zoon Tim schreef: ‘Vanuit zijn ervaringen in de crisistijd had hij uitgesproken communistische ideeën. We lazen thuis de Waarheid. Ik meen dat hij lid was van een communistische partij… Het debacle in Rusland moet voor hen bijzonder frustrerend zijn geweest. Zijn droom voor een betere en rechtvaardige wereld moet zijn ingestort.’
In de oorlogsjaren zette Henk zich niet alleen in voor zijn gezin maar ook voor het gezin van zijn vriend Jan Dekker. Delen met elkaar vond Henk vanzelfsprekend. De weduwe van Jan Dekker, Stien Groen, schreef haar herinneringen aan deze tijd op, zie ‘Tarwe was goud waard’ bij bronnen onder dit verhaal.
Een uitlaatklep voor de dagelijkse zorg en spanning vond Henk in de sport, vooral de atletiek.
Hij legde in de oorlogsjaren de basis voor de ontwikkeling van de atletiek in Westfriesland. Doordat hij een bekend atleet en lange afstandloper was werd hij in 1943 als wintertrainer aangesteld bij HVV, hij had tevens de vereniging HEO onder zijn hoede (De Zwaluwen).
Zelf hield hij zijn conditie ook op peil: In 1946 behaalde Henk op 36-jarige leeftijd de Veteranenprijs en werd er in de Vrij Hoornse Courant vermeld: ‘H. Knol (HEO): Wij hebben deze nestor, en kunnen gerust zeggen Westfrieslands grootste propagandist voor de atletieksport, ten volle bewonderd. Hij liet vrijwel alle jongeren nog flink achter zich. Bravo Henk’.
In 1944 richtte Henk in samenwerking met de openbare lagere scholen van Hem, Venhuizen, Wijdenes en Hoogkarspel korfbalclubs op. Henk geloofde als communist in de verheffing van kinderen van landarbeiders en kleine tuinders door elitesporten ook voor hen toegankelijk te maken. Ze zouden zo een andere wereld met nieuwe mogelijkheden ontdekken.
Met volle inzet zeven dagen in de week
Na de oorlog heeft Henk zich vooral gemanifesteerd als trainer van verschillende atletiekverenigingen in Westfriesland op weekavonden en op zondag. In april 1947 nam hij afscheid als trainer bij West-Frisia en werd hij in oktober trainer bij R.H.B.S. Henk was ook betrokken bij de oprichting van SAV in Grootebroek en was een promotor in hart en ziel. Hij organiseerde in samenwerking met de plaatselijke club in Medemblik propagandawedstrijden voor de jeugd ter bevordering van de atletiek. Daarnaast was hij ook wedstrijdleider, een taak die hij op uitstekende wijze heeft verricht.
Een ooggetuigenverslag (Frits en Ceciel Kwaad): ‘Hij heeft ons (bij Always Forward in 1953) de atletieksport bijgebracht en die liefde is nog steeds aanwezig. Ik zie hem nog komen op de motor, soms op de fiets, door weer en wind. Altijd vriendelijk en stimulerend, je het idee gevend dat het nog wel wat zou kunnen worden. Nu weten wij beter… Wat was het een goede tijd toen hij nog met vlaggetjes de ronde baan uitzette op een voetbalveld en eigenlijk alles deed wat nodig was om een training of een wedstrijd tot een goed einde te brengen.’
In 1947 verhuisde het gezin Knol naar Wijdenes. Henk had geld geleend voor een eigen tuindersbedrijfje van één hectare groot. Het was zwaar werken op het land. De kleine stukjes grond werden na het spitten geëgd met de hand. Het ploegen deed Henk met zijn eigen kantelploeg en leende dan een paard bij buurman Mol. Met Jan Dekker huurde hij nog wat land in de Wieringermeer. Een hard bestaan en een flink deel van het verdiende geld ging naar de aflossing van schulden.
Later kreeg Henk de mogelijkheid een kleine hectare grond naast zijn huis te kopen. Door zijn kennis van aardappelplanten en de cursus die hij hiervoor volgde, werd Henk aardappelselecteur en behaalde hij in 1949 zijn NAK-diploma. Het voeren van zijn bedrijf, het NAK-controleurschap en de trainingen in de avond hebben veel van hem gevraagd. Een niet te herstellen onderrugkwaal na 1958 hield hij het liefst verborgen. Eind jaren ‘70 is zijn tuindersbedrijf in het kader van een ruilverkaveling gesaneerd.
Leren en ontwikkelen
Henk had alleen de lagere school gehad maar verrijkte zijn kennis door veel zelfstudie en deelde deze met anderen. Jarenlang was hij ook colporteur van boeken van de socialistische Arbeiderspers. Henk spande zich in om ook zijn kinderen en hun leeftijdgenoten op een hoger niveau te brengen, te verheffen. Kinderen moesten leren en kennismaken met boeken en muziek.
Hij was betrokken bij de plaatselijke bibliotheek die gevestigd was in de consistoriekamer van de kerk die één keer per week open was om boeken te ruilen. Naderhand heeft hij zich ingezet voor een Openbare Bibliotheek in Venhuizen. Henk probeerde de jeugd altijd te stimuleren met sport en spel.
Zo schreef Betty Bakker-De Graaff uit Enkhuizen bij zijn overlijden het volgende:
‘Een bijzonder mens om met respect te gedenken. In 1948 was ik 12 jaar en maakte ik kennis met de atletiektraining van Henk Knol. Dat was een geweldige inspiratie en ik ben hem nog steeds dankbaar voor alles wat hij mij heeft geleerd. Vooral mentaal, hij leerde mij om te winnen maar ook om te verliezen en daarna op te staan en weer opnieuw te beginnen.’
Tijdens een training bij HBS Flevo kwam Henk Nel Zwier tegen, een meisje met talent, en maakte haar wegwijs in de atletiekwereld. Het resultaat was dat zij na twee jaar training in 1955 Nederlands jeugdkampioene hoogspringen werd en daardoor ook behoorde tot de geselecteerden voor de Olympisch Spelen in Australië.
Ik zal er uithalen wat er in zit
‘Ik zal er uithalen wat er in zit’ was een kernachtige uitdrukking van Henk hoe hij met situaties omging. Henk was een doorzetter en speelde een belangrijke rol in het atletiekwezen in Westfriesland maar ook daar buiten. Hij heeft vele mensen de liefde voor atletieksport bijgebracht en volgens vele mensen is die liefde nog steeds aanwezig. Zijn inzet voor de atletiek werd op 14 augustus 1978 extra onderstreept toen hij het erelidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie kreeg opgespeld tijdens de opening van het sportcomplex de Kloet in Grootebroek.
Speldje voor erelid Henk Knol in 1978 van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie.
Henk was een bijzondere man met een grote sociale betrokkenheid De oud-trainer van Always-Forward, HBS-Flevo, HEO, MFC, SAV en WSW overleed 16 september 2003.
Hij is 94 jaar geworden en heeft inderdaad, zoals zijn zoon zegt: ‘Alles eruit gehaald wat er in zat’.
Bronnen:
Informatie van zijn zoon Tim
Arie Jofriet: Boek, Van Hem en Haar Van hier tot Daar blz. 95
Delpher:
Marathon Henk Knol:
AD, 20-04-1931
Het Vaderland, 17-07-1933 (kopje speerwerpen)
De Telegraaf, 19-11-1955 ( Henk Knol atletiek Nel Zwier)
Westfries Archief:
Henk Knol, Hoorn Algemeen, 1943-10-16, 1947-10-15
Trainer Knol, Medemblikker Courant, 1948-02-14
Knol Hoogkarspel, Dagblad van Noord-Holland, 1944-05-31
Herinneringen aan de oorlogsjaren, opgeschreven door Stien Dekker-Groen (weduwe van Jan Dekker). Te vinden onder tussenkopje ‘Tarwe was goud waard’ op de website: Wim Klaassen - Hongerwinter in West-Friesland.
Gegevens samengesteld en aangeleverd door: Marga Besseling-Wester te Hem (2021).