Kwant, Kees (1918-2012)

Van tuindersjongen tot vermaard filosoof

Remigius Cornelis (Kees) Kwant werd geboren te Warmenhuizen op 14 januari 1918 als zoon van een kleine tuinder. Het gezin telde in totaal dertien kinderen. Het inkomen werd aangevuld met diverse klussen. In 1929 toen de crisistijd begon, verhuisde men naar Amsterdam om daar hun geluk te beproeven door groenten te verkopen. Dat werd geen succes. Na negen maanden keerde het gezin weer terug naar Warmenhuizen. Vader Kwant vond werk bij de drooglegging van de Wieringermeer.

Opleiding
Kees wilde missionaris worden. Na de lagere school in Warmenhuizen ging Kees ‘op studie’ bij de paters van Mill Hill te Hoorn. Een Engelse congregatie die priester/missionarissen opleidt. De zes jaren ‘klein-seminarie’ verliepen succesvol. Maar bij een medische keuring werd struma geconstateerd. Dat betekende dat Kees niet meer als missionaris kon worden uitgezonden. De paters van Mill Hill zorgden voor overplaatsing bij de paters Augustijnen in Witmarsum. Na een jaar was Kees daar klaar om in het Augustijnerklooster in Eindhoven een tweejarige filosofiestudie te volgen. Hier werd de basis gelegd voor zijn latere passie, de filosofie. Maar eerst vertrok Kees naar het Grootseminarie te Culemborg om daar de studie theologie te gaan volgen. Het centraal bestuur van de Augustijnen in Rome had inmiddels een centraal studiehuis voor theologie ingericht. Kees en een klasgenoot werden uitverkoren om in Rome hun theologiestudie te vervolgen.
In 1945 studeerde Kees in Rome als 27-jarige af aan de Kerkelijke Universiteit als doctor in de wijsbegeerte op het proefschrift ‘De gradibus entis’, over de zijnsgraden, onderdeel van de algemene zijnsleer, oftewel de filosofieleer van het zijn.

Docent en student
Van september 1945 tot 1952 gaf Kees aan het seminarie van Eindhoven les in filosofie aan de jonge, aankomende Augustijnen. Maar rond 1950 kwam hij tot de ontdekking dat hij was opgeleid in een middeleeuwse filosofie die in dienst stond van de theologie en die niet meer van deze tijd was. Hij vertrok met studieverlof naar de Sorbonne in Parijs en maakte daar kennis met de werken van Husserl, Heidegger en Sartre. Twee jaar later, in 1954, keerde hij weer terug naar Culemborg om volgens de nieuwe opgedane inzichten lessen filosofie te geven.

Auteur en hoogleraar
Behalve het geven van lessen filosofie schreef Kees nu ook de nieuwe inzichten op in diverse publicaties. In 1956 het boekje ‘Arbeidsbestel’, waarin hij betoogde dat er een nieuwe samenleving in wording was. De standensamenleving ging tot het verleden behoren. Wie voor een dubbeltje was geboren kon nu ook een kwartje worden. Niet langer was de sociale komaf maatgevend. Meer boeken van Kees volgden. Naamsbekendheid maakte hij met boeken als ‘De Fenomenologie van de Taal’ en ‘Sociale Filosofie’ Vele herdrukken volgden, evenals vertalingen in diverse talen.
Namens de Radboudstichting werd Kees in 1961 aangezocht om als bijzonder hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht colleges te geven. Colleges in de logica, de metafysica, de zielkunde en de ethica. Die colleges werden een groot succes. Gastcolleges aan diverse universiteiten, o.a. die van Tokio en Pittsburgh volgden.

Keerpunt
In 1968 werd in Noordwijkerhout de eerste zitting van het Pastoraal Concilie gehouden. Professor Kees Kwant was voorzitter van een commissie die het hoofdstuk ‘Geloof en Zeden’ moest belichten. In de discussies hierover werd onder meer duidelijk dat ondanks dat er door de meerderheid werd gepleit om gehuwden de vrijheid te geven zelf het gewilde kindertal te bepalen, dat dit door Rome niet gewenst werd. Duidelijk werd dat de denkvrijheid binnen de R.K. Kerk door het hoger gezag beperkt was. Niet alle nieuwe voorstellen werden gehonoreerd. Voor Kees Kwant betekende die constatering een grote domper.

Kees werd zich op een dag bewust dat hij niet meer geloofde in vele dingen waarin hij moest geloven. Dat zeer vele, zogenaamd goddelijke waarheden, menselijke bedenksels zijn. Daarmee verdween voor hem de zin van het kloosterleven en van het priesterschap. De paters Augustijnen aanvaardden de consequentie: Pater Kees Kwant werd gewoon Kees Kwant. Daardoor kon Kees de leerstoel die door de R.K. Kerk via de Radboudstichting was ingesteld, niet langer blijven bezetten. De leerstoel werd in 1970 opgeheven en vervangen door de functie van wetenschappelijke hoofdmedewerker sociale wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In die hoedanigheid heeft hij tot zijn pensionering gefunctioneerd.

Nieuw leven
Maar niet nadat een periode van eenzaamheid, twijfel, verzet en ongezond leven, zijn deel werd. Dat veranderde toen hij een relatie kreeg met een studente, die werd omgezet in een huwelijk. Kees trouwde Lidewijde Bartels en werd vader van twee zonen en een dochter.
Na zijn pensionering maakte hij met anderen een studiereis naar Zuid-Afrika. In 1984 schreef hij met Abel Herzberg het boek ‘Hoezo te oud’ over ouder worden en de zingeving ervan.
Kees Kwant overleed op 17 januari 2012, 94 jaar oud. De wijsgeer en filosoof Kees Kwant heeft de filosofie naar de twintigste eeuw getild en heeft bijgedragen aan een stuk vernieuwing van de rooms-katholieke kerk in Nederland.

Publicaties
De gradibus entis, over de zijnsgraden, Proefschrift, 1945.
Het arbeidsbestel Een studie over de geest van onze samenleving, Het Spectrum, 1956.
Fenomelogie van de taal, Het Spectrum, 1963.
Sociale filosofie, Het Spectrum, 1963.
Mens en expressie in het licht van de wijsbegeerte van Merleau-Ponty, Utrecht, 1968.
Hoezo te oud, met Abel Herzberg, 1984.

Bronnen:
Jaap Beemsterboer, ‘Kees Kwant uit Warmenhuizen (1918) Pastoraal concilie werd keerpunt in zijn leven’, in West-Friesland Oud & Nieuw, 67e bundel van het Westfries Genootschap, 2000.
Wikipedia o.a. boekpublicaties Kees Kwant.
Catalogus Professorum, Professoren van de Universiteit sinds 1636.
Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren (dnbl) Primaire teksten en secundaire literatuur over R.C. Kwant.

Gegevens verzameld en samengesteld door: Jaap Raat te Heiloo (2019).