Creatieve duizendpoot en een moeder van het Westfries

Nel van Laren-Zwuup
Een gulle lach, scherpe blik van achter een brilletje en een milde kijk op de mensen. Nel van Laren-Zwuup zette dat allemaal in, vooral om de eigen streektaal, het Westfries, van de vergetelheid te redden. Zij overlijdt 15 februari 2023 op 96-jarige leeftijd in woonzorgcentrum De Bosman in Venhuizen.
 
De liefde van Nel van Laren voor het Westfries is ook haar grote verdienste geweest: van jongs af aan beheerst deze inwoonster van Wijdenes het mooie, ronde Westfries en ze vindt het zo jammer dat het dialect van haar jeugd eind jaren zeventig bijna is verdwenen. Als jong lid van de Wijdenesser toneelclub ’t Mosterdzaadje krijgt ze al snel in de gaten dat de vrolijke korte stukjes – ‘tussendoortjes’ – tijdens voorstellingen haar makkelijk af gaan.
 
Nel van Laren toneel
Een jonge Nel van Laren tijdens een voorstelling van ’t Mosterdzaadje. Archieffoto Mediahuis

Gewaardeerd schrijfster

Zo gaat het balletje rollen dat van Nel van Laren een gewaardeerd schrijfster maakt. Ze schrijft liedjes (tekst en muziek), boeken, gedichten en stelt bundels samen. Ze weet vooral het eigen dialect weer voor het voetlicht te brengen. Want zo innemend mooi als Nel het kan vertellen, zo vlot schrijft ze het ook op. Ze treedt steeds vaker op, ook buiten de regio. Dat verandert als haar man John ziek wordt. Dan zet ze alles aan de kant om bij hem te zijn.
 
Eind jaren zeventig volgt Nel in Schagen de cursus Westfriese taal die Jan Pannekeet daar geeft. In 1980 vraagt de Werkgroep Westfries in Schagen haar om zelf een cursus op te zetten en te leiden. Dat wordt de cursus ‘Wat doene we met ons Westfries?’ Haar eigen antwoord op deze vraag tekent Nel ten voeten uit: ,,Gebruiken!’’
 
Uit de cursussen ontstaan de eerste twee schrijfgroepen. Met deze ontwikkelingen ontpopt zij zich stilaan als een van de moeders van het Westfries. Er verschijnen bundels – ‘Zuks moet je opskroive’ – waarvan de eerste vier door Nel worden samengesteld. Uiteindelijk ontstaat ​​zo de Stichting Creatief Westfries.
 
Wat belangrijker is: Nel van Laren is er fel op dat het dialect geen koeterwaals wordt dat als komisch beschouwd mag worden. Het Westfries is bij haar in serieuze handen. Op latere leeftijd maakt ze nog haar loflied ‘Dut is ‘t land’ op het gebied binnen de Omringdijk. En nog lang blijft ze vanuit haar latere woonplaats Venhuizen het dialect lichtjes bemoederen.
 
Nel van Laren Pannekeetprijs
Nel van Laren-Zwuup ontvangt in 2005 uit handen van dochter Carry Pannekeet de oorkonde behorend bij de Jan Pannekeetprijs. Foto Marcel Rob
 
In 1984 wordt zij Lid van Verdienste van het Westfries Genootschap. Die eer krijgt Nel omdat zij met de betrekkelijke kleine groep doorzetters zoals Siem de Haan, Jan Pannekeet en Aris Bouwens het dialect als volwaardig erfgoed heeft achtergelaten. In 1998 ontvangt zij de Westfrieslandprijs, in 2005 de Jan Pannekeetprijs.

Creatieve duizendpoot

In ‘West-Friesland Oud & Nieuw 90, jaarboek 2023’ is bovenstaande tekst van Martin Menger uit Hoogkarspel geplaatst, gevolgd door een bijdrage van Peter Ruitenberg uit Bovenkarspel, onder meer de man van de Westfriese Spreukenkalender, waarvan hij samen met Nel van Laren-Zwuup zeven jaargangen heeft gemaakt.
 
Nel van Laren boek
Hij noemt een reeks activiteiten van deze ‘creatieve duizendpoot’: toneelspelen, regisseren, voordragen, verhalen en rijmen schrijven, liedjes componeren, zingen, knipsels maken, tekenen, schilderen en pottenbakken. Enkele titels van haar ‘eigen’ Westfriese uitgaven: ‘Van mense, sente en ketelkost (1978), ‘Weerom’ (gedichtenbundel met Siem de Haan, 1985) en ter gelegenheid van haar tachtigste verjaardag ‘Mensen op zicht’(2006).
 
Nel van Laren elpee Ze werkt mee aan de elpee ‘Dut en dat’(1972), maakt de elpee ‘Een kloin stukkie West-Friesland’ (1977) en samen met Siem de Haan de elpee (later ook uitgebreider op cd) met luisterliedjes onder de titel ‘As je nei West-Friesland gane’.
 
Zie ook op You Tube Nel van Laren-Zwuup met het lied ‘Troet’: https://www.youtube.com/watch?v=Pnhvnf2-9qo
 
Tekst samengesteld uit bijdragen van Martin Menger en Peter Ruitenberg in ‘West-Friesland Oud & Nieuw 90, jaarboek 2023’, pag. 150-155. Bewerkt door Peter Smit (2024)