Pijper, Dirk (1852-1940)

Schrijver van het ‘West-Friesch volkslied’

Dirk Pijper werd geboren op 5 december 1852 op de Gouw, bij Hoogwoud, als zoon van oud-burgemeester en veehouder Cornelis Pijper en Grietje Appel. Dirk was de oudste zoon van in totaal negen kinderen. Een broer van hem werd de latere professor Fredrik Pijper, hoogleraar theologie te Leiden. Nadat Dirk in 1875 in het huwelijk was getreden met Marijtje Stam (1855-1934), dochter van Jan Stam en Aafje Laan, verhuisde het echtpaar, na enkele jaren op de Gouw te hebben gewoond, naar een boerderij in Opmeer, Middelweg 25. Het huwelijk bleef kinderloos. In Opmeer werd boer Pijper in 1885 raadslid en van 1889 tot 1915 was hij daar ook wethouder. Daarnaast maakte hij ook deel uit van diverse besturen, o.a. van het polderbestuur ‘De Lage Hoek’.

De boerderij Fries en Vrij, Middelweg 25 te Opmeer, van Dirk Pijper en Marijtje Stam.
De boerderij Fries en Vrij, Middelweg 25 te Opmeer, van Dirk Pijper en Marijtje Stam. (Particuliere collectie)

Schrijver en dichter
In 1915 gingen Dirk en zijn vrouw ‘stil wonen’ en verhuisden ze naar Hoorn. Hij bleef ook daar in de politiek actief en was er van 1918 tot 1923 gemeenteraadslid. In 1924 keerde het echtpaar Pijper-Stam terug naar Opmeer en werd Dirk opnieuw wethouder.
Ook op cultureel gebied was hij actief. Dirk was meer schrijver en dichter dan boer. Twee arbeiders en een meid deden het werk. Had Dirk de meid nodig, dan trok hij aan een touw dat door het hele huis liep en verbonden was met een bel.
Dirk schreef met name over zijn geboortegrond Westfriesland en de Westfriezen. Zijn leus: ‘Fries en Vrij’. In de ‘Hanestap’ beschrijft Pijper de gebeurtenis in januari 1256 toen graaf Willem II van Holland op zijn veldtocht tegen de Westfriezen bij Hoogwoud sneuvelde en daar volgens overlevering in het geheim in een boerderij onder de stookplaats werd begraven.

Historische belangstelling
Historische belangstelling blijkt onder meer ook als hij schrijft dat hij in de zomer van 1930, toen de Wieringermeer was drooggelegd, hij met nog enkele heren een wandeling gemaakt heeft in de droge zee vanaf Aartswoud tot aan de plek van het voormalige dorp Gawijzend. Daar lagen stenen, afkomstig van vroegere gebouwen en waar ook stenen doodskisten zijn gevonden, overgebracht naar het Westfries Museum. Een van de stenen heeft Dirk toen meegenomen en laten onderzoeken.
Kritische geluiden laat Dirk horen in meerdere gedichten, o.a. in zijn gedicht: ‘Het Historisch Genootschap Oud West-Friesland’, waarin hij de Westfriese gemeenteraden verwijt dat zij weinig oog hebben voor de culturele doelstellingen van het Genootschap.

Dirk Pijper bezocht de oprichtingsvergadering van het Historisch Genootschap Oud West-Friesland.
Dirk Pijper bezocht de oprichtingsvergadering van het Historisch Genootschap Oud West-Friesland.
Op deze foto van 4 augustus 1924 te Hoorn staat Dirk Pijper (met baard) achterste rij, zevende van rechts. (Foto: Westfries Genootschap)

‘West-Friesch volkslied’
Het meest bekend werd Dirk Pijper echter als de dichter van het ‘Westfriesch volkslied’. Hiermee behaalde hij in 1925 de eerste prijs op de eerste Westfriezendag van het Westfries Genootschap, toen nog Historisch Genootschap Oud West-Friesland geheten. Het volkslied werd tweemaal op muziek gezet, een eerste keer door H.A. Maas en later door J.M.D. Overtoom. In de loop der tijd zijn er door meerdere personen gedichten/liederen over Westfriesland geschreven, maar het ‘West-Friesch volkslied’ van Dirk Pijper bleef favoriet.
Vanaf 1924, het jaar van de oprichting van het Westfries Genootschap, was Dirk lid. In de jaarboeken van het Genootschap verschenen vanaf 1926 regelmatig lezenswaardige bijdragen van Dirk. (Zie Publicaties).

Overlijden
Dirk Pijper overleed op 19 juli 1940 te Opmeer op 87-jarige leeftijd. Het Dagblad Nieuwe Hoornsche Courant van 24 juli meldde onder het kopje ‘Begrafenis D. Pijper’:
‘Onder grote belangstelling werd het stoffelijk overschot van den oudsten inwoner den heer D. Pijper ten grave gedragen op de oude dorpsbegraafplaats.’
Door de toenmalige burgemeester Keijzer, die namens de ingezetenen van Opmeer het woord voerde, werd aangevoerd wat de overledene als lid van de gemeenteraad en als wethouder voor de gemeente heeft betekend. ‘Wij waren trotsch op dezen ingezetene ook omdat hij over talenten beschikte en deze voor velen in dienst stelde.’
In dat verband wees spreker op het Westfries Genootschap: ‘Zijn naam zal ook daar door zijn werken bewaard blijven.’ De krant eindigde met ‘Velen zullen de persoon van den overledene in aangename erinnering bewaren.’
Bij zijn overlijden liet Dirk Pijper een zestal bundels met handsschriften na, opgeslagen in het Westfries Archief in de Collectie Handschriften en losse archivalia. (0216-1271-1275).

In Memoriam
Het Westfries Genootschap gedenkt Dirk Pijper met een In Memoriam in haar jaarboek nr. 15 en eindigt met ‘Hij was een Westfries in hart en nieren, was een uitstekend kenner van het heden en verleden van dit gewest, zooals hij heeft doen blijken in zijn vertellingen over verschillende historische en legendarische bijzonderheden betreffende gebouwen en plaatsen in deze streken. Wij gedenken hem met eerbied. Mogen vele Westfriezen zijn voorbeeld volgen!’
Op de Westfriezendag 1941 in de Rijp, een jaar na Dirks overlijden, sprak meester Herman Langedijk een woord van hulde aan de nagedachtenis van wijlen de heer D. Pijper, de dichter van het Westfriesche volkslied, dat daarna gezongen werd door een gezelschap dames en heren uit Spierdijk volgens toonzetting en onder leiding van de heer Overtoom uit de Weere.

West-Friesch volkslied

Vrije Friezen, laat ons zingen. Ongedwongen, vrij en blij,
Laten w'ons in 't koorlied mengen Van Westfrieslands burgerij.
Vrijheid bruist in onze harten, Vrijheid kenmerkt onze zang,
Vrijheid is ons aangeboren-Fries en vrij, ons leven lang!

Land omringd door zware dijken, Land ontwoekerd aan de zee,
Met Uw groene klaverweiden En het nuttig zwartbont vee.
Met Uw bloeiende landouwen, Kostbare akkers, golvend graan,
Vruchtentuinen, groentebouwen-Bronnen van ons volksbestaan.

Land van Radboud, Coen en Schouten, Willem IJsbrantsz Bontekoe,
Land van onze Paulus Potter, Nooit ben ik U prijzens moe.
Plekje grond, rijk aan historie, Waar de zee ruischt langs het strand,
‘k Zing Uw roem, Uw glans en glorie-'k Heb U lief, mijn Vaderland!

D. Pijper

Publicaties:
In West-Friesland’s Oud & Nieuw, jaarboeken van het Westfries Genootschap (1926-1939):
West-Friesch volkslied, 1926, jb. 1
West-Friesland. 1926, jb. 1
Twisk. 1926, jb. 1
De Sleutel/ De sleutel van den toren der Kerk te Spanbroek, 1928, jb. 2
Gekwetste majestait, (Een verhaal uit de eerste helft der vorige eeuw), jb. 2
Het oude raadhuis te Spanbroek, 1929 jb. 3
Westfriesche spreekwoorden met berijmd bijschrift, 1930, jb. 4
De Hanestap. (Een Westfriesche Legende), 1931, jb. 5
Stad en Land, 1932, jb. 6
Huize Avondlicht,1934, jb. 8
De Post Galei, 1935, jb. 9
De Vier Staten, 1936, jb. 10
De wijze beesten aan het Koningspad, (Geschiedenis, Legende, en Overlevering), 1936, jb. 10
De Volkenbond, 1937, jb. 11
Nog iets over de vondsten bij Gawijzend, 1937, jb. 11
De slag op de Zuiderzee, 1938, jb. 12
De afbraak van den Westfrieschen dijk, 1939, jb. 13
Foste-Dina, 1939, jb. 13

Bronnen:
West-Friesland’s Oud & Nieuw, jaarboeken van het Westfries Genootschap
Dirk Pijper, Wikipedia
Dagblad Nieuwe Hoornsche Courant, dd. 24 juli 1940
Cor Glas, Dirk Pijper, van Fries en Vrij: meer schrijver dan boer, in West-Friesland Oud & Nieuw, 2013, jg. 80
Martien Hoogland, Middelweg 25 Fries en Vrij De rijke en de arme Arie Groot en andere boeren in Hoogwoud, Jaarboek St. Hoochhoutwout, 1996

Gegevens verzameld en bewerkt door: Jaap Raat te Heiloo (2020).