Polderbaas van de Heerhugowaard van 1803 tot 1845

Pieter Raat werd geboren op 27 augustus 1775 te Neck bij Purmerend als zoon van Jan Klaasz. Raat en Neeltje Prijs. Overleden te Alkmaar op 30 november 1853. Pieter Raat kwam uit een geslacht van timmerlieden en molenmakers. Zo was zijn betovergrootvader Claas Jansz. Raat (1650-1703) Mr. Timmerman bij de Beetser molens en Mr. Molenmaker.

In dienst van het polderbestuur
In 1803 komt Pieter Raat, 28 jaar oud, in dienst van het polderbestuur van de Heerhugowaard. In 1809 heeft Pieter “een jaarinkomen van ƒ 800,-. Daarbij komt vrij wonen, vrij brand, ƒ 112 voor een paard en ƒ 32 drinkgeld.”
In 1845 gaat hij met pensioen. Hij is dan 70 jaar oud. De verdiensten van Pieter Raat voor de polder Heerhugowaard zijn buitengewoon groot. Dat deze grote verdiensten aan de vergetelheid zijn ontrukt hebben we te danken aan Johan Schilstra. In zijn boek: “De Heerhugowaard, de geschiedenis van de Huygenwaert”, wordt Pieter Raat uitvoerig beschreven en geprezen. Hier volgen enige citaten uit dit boek:

“Pas toen Pieter Raat in 1803 polderbaas werd, krijgen we uit diens heldere rapporten, verslagen en mededelingen, beter inzicht in het hoe en waar. Hij gaat in die zin wetenschappelijk te werk dat hij nauwkeurig het molenbestand en ook de wegen en dijken gaat inventariseren en kwalificeren voor zover hem bekend met opgave van historische gegevens.”

“Raat heeft er zijn levenswerk van gemaakt en is er in geslaagd de polder Heerhugowaard uit zijn verval op te heffen. Ondanks de slechte tijden.”

“Raat's grootste verdienste is geweest de 3-traps bemaling tot een 2-traps te maken. Dat kon alleen door gebruik van de vijzel die dieper kon steken en daardoor hoger opmalen dan het scheprad”.

“Raat, die van de staande vijzel uitging, bouwde na proefnemingen de liggende of hellende vijzel. Dat was de grote technische verbetering vanaf het begin van de drooglegging”.


Vervijzeling van de molens
Door de vervijzeling van de molens werd het waterverplaatsend vermogen opgevoerd en kon het aantal molens daardoor worden verminderd. In Heerhugowaard ging het aantal molens dardoor terug van 34 molens naar 25 molens.
Dat dit de polder Heerhugowaard een aanzienlijke besparing opleverde, zal duidelijk zijn.

In 1815 beloont het polderbestuur Raat voor zijn uitvinding van de verbeterde vijzel met een ”zilveren tabaksdoos van behoorlijke waarde”. Deze tabaksdoos wordt nog in de familie bewaard. In de boeken van het polderbestuur kreeg hij bij die gelegenheid de aantekening in de analen van de polder voor zijn “goed, voorbeeldig gedrag. ijver en bekwaamheid, oplettendheid en nauwkeurigheid”.

Inspectiereis
In 1817 wordt vanuit Zuid-Holland het hellend scheprad gepropageerd. Pieter Raat wordt door het polderbestuur gevraagd of dit een kostenbesparend project voor de polder Heerhugowaard zou kunnen zijn. Daartoe maakt Pieter voor het polderbestuur een inspectiereis naar het Zuid-Hollandse en schrijft van zijn bevindingen een boeiend verslag.

“Hij spreekt met opzichters, aannemers, polderbestuurders en logeert bij timmerbazen. Zijn oordeel over deze molens met een hellend scheprad is vernietigend. Daarmee behoedt Raat de polder Heerhugowaard voor een financieel debacle”.
Pieter Raat oppert de mogelijkheid om met stoom te werken in plaats van met wind.
Schilstra schrijft over dat initiatief:
“Dat is weer een bewijs hoe ver Raat zijn tijd vooruit was. Al die jaren heeft hij tot ver buiten de poldergrenzen zijn invloed doen gelden. Had hij zijn kennis in druk wereldkundig gemaakt, hij zou nu een landelijke bekendheid genieten en in de grote Heerhugowaard zou er stellig een straat of school naar hem zijn genoemd. Voor het laatste is het nog niet te laat.”

De Pieter Raat Stichting en de Raatstede
Inmiddels is door fusie van twee stichtingen in de Zorg, de Pieter Raat Stichting gekomen en nu dan ook het moderne zorgcentrum “De Raatstede”. Een hommage aan de man die Heerhugowaard uit zijn verval heeft gehaald.

In 1825 stuurt Pieter Raat negen modelmolentjes naar een tentoonstelling in Haarlem. Drie schepradmolens en zes molens met verschillende vijzels. Hij wilde hiermee aantonen dat de vijzel echt een wezenlijke verbetering was.
Schilstra meldt hierover dat in 1930 in het polderhuis nog modellen aanwezig waren en vraagt zich af of die molentjes zich nog ergens bevinden. Anno 2010 is er nog geen modelmolentje boven water gekomen.

Examenopgaven
Toen Pieter Raat in 1845 op 70 jarige leeftijd met pensioen ging, moest er een opvolger worden benoemd. Daartoe maakte hij een aantal opgaven en vraagstukken die als toets dienden voor de kandidaten die voor de post van polderbaas hadden gesolliciteerd. Deze examenopgaven zijn in de polderarchieven bewaard gebleven en getuigen van de grote kennis van zaken van Pieter Raat.

Pieter Raat overlijdt op 30 november 1853 te Alkmaar op 78-jarige leeftijd. Nakomelingen wonen nog verspreid door Noord-Holland en daarbuiten.

Publicaties:
Pieter Raat, Verslag van Pieter Raat nopens zijne Reis in Zuidholland ter bezigtiging der Hellende schepraden. Archief van de polder Heerhugowaard.
Pieter Raat, 24 examenopgaven, samengesteld door Pieter Raat in 1845. Archief van de polder Heerhugowaard.

Literatuur:
J.J. Schilstra, De Heerhugowaard, de geschiedenis van de Huygenwaert Uitg. Stichting “Den Huygen Dijck” 1981.
Th.J. de Munnik, Pieter Raat 27-8-1775 - 30-1-1853 in Molenpost nr. 64, 17e jaargang nr. 4 - 1990.
Ton Schotten, Polderbaas Pieter Raat, in De Overhaal. Historisch magazine Heerhugowaard, 2006.

Gegevens aangeleverd en bewerkt door: Jaap Raat te Heiloo (2011).