bron: particulier archief
Socialist, sigarenmaker, bestuurder en verzetsman
Geboren te Alkmaar op 5 september 1888. Overleden te Enkhuizen op 30 juli 1957.
Verzetsman.
Hoewel van Roomse huize werd hij al vroeg geraakt door het socialisme en brak met de kerk. Ofschoon bewonderaar van Ferdinand Domela Nieuwenhuis, sloot hij zich aan bij de SDAP van Troelstra. Hij was wel aanwezig bij de begrafenis van Domela in 1919.
Vestigde zich in 1910 in Enkhuizen als voorman-sigarenmaker. Richtte in 1912 een afdeling van de SDAP op, spoedig gevolgd door een afdeling van het NVV, in samenhang met afdelingsbesturen voor metaalbewerkers, houtbewerkers en landarbeiders. Hij werd oprichter van het koor 'De Stem des Volks'. Hij was voorts initiatiefnemer voor de oprichting van de Vara-afdeling. Hij was ook betrokken bij de inrichting van een geheelonthouderskoffiehuis in de West-Friese Munt, met daarnaast een bioscoop. Stichtte in 1922 de sigarenfabriek West-Frisia. Werd in 1925 in Enkhuizen raadslid en bleef dat tot 1956. Vanaf 1939 wethouder, met onderbreking van 1941-1945.
Was in de Tweede Wereldoorlog al snel actief in de ondergrondse. Camoufleerde dat werk met een hulpactie voor politieke gevangenen in het Brabantse Haaren en Sint Michielsgestel. Nadat een aantal van hen werd overgeplaatst naar kampen in Duitsland, werd de verstrekking van voedselpakketten opgevoerd, waardoor het een alternatief Rode-Kruiswerk leek. Het voornaamste was dat de pakketten ongerept bij de ontvangers aankwamen.
Bij zijn verzetswerk heeft Piet Rodenburg zich bijzonder ingezet voor Joodse onderduikers. Hij beschikte over veel adressen en sterke relaties. Op 13 augustus 1943 werd Piet van zijn bed gelicht door de Grüne Polizei. In Hoorn op de Rode Steen werd hij drie dagen vastgehouden. Ze konden echter niets belastends vinden, niet in huis, in zijn zakken, noch in zijn auto. Piet werd vrijgelaten. Een paar dagen later was hij weer volop bezig met activiteiten die hij nodig vond om te doen voor L.O. en K.P.
Toen de oorlog voorbij was benoemde het Militair Gezag Piet Rodenburg in 1945 tot voorzitter van de Zuiveringscommissie voor ambtenaren. Zijn "weldoenerswerk" is lovend vermeld in uitgaven als De Hel van Buchenwald, in de herinneringen van Willem Drees "Van mei tot mei", alsmede in deel 8 van Lou de Jongs beschrijving van Nederland in oorlogstijd.
In 1947 zag hij af van een verkiesbare plaats voor de Tweede Kamer. Hij koos voor de Provinciale Staten voor één periode. Hij is meer dan twintig jaar gewestelijk bestuurder van SDAP/PvdA geweest.
Zijn crematie in augustus 1957 werd een grootse gebeurtenis. Er waren ministers, Kamerleden, Statenleden, een Commissaris van de Koningin, een paar burgemeesters, een grote deputatie uit Enkhuizen, (oud)partijbestuurders. Onder meer werd gesproken door de PvdA-voorzitter Evert Vermeer. Op 12 februari 1962 besloot de gemeenteraad van Enkhuizen de rondweg van de Verzetsliedenbuurt de naam Piet Rodenburgstraat te geven.
Literatuur:
K.R. van Staal, Terug uit de Hel van Buchenwald (Amsterdam, mei 1945).
Willem Drees, Van Mei tot Mei, persoonlijke herinneringen aan bezetting en verzet (Assen, 1959).
Lou de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, (deel 8b Gevangenen en gedeporteerden), Staatsuitgeverij, Den Haag, 1978.
P.J. de Vries, Het Enkhuizer gemeentebestuur in de oorlog: het wethoudersconflict(1939-1945), Steevast 1992, p. 29-45.
Diverse krantenartikelen n.a.v. zijn overlijden.
Gegevens aangeleverd door: Cor Rodenburg te Vries (2008).