Schoorl, Henk (1920-1997)
bron: part. coll.

De man van kust en kaart

Henk Schoorl werd in Den Helder geboren op 1 februari 1920, hij overleed in Hillegom op 10 december 1997.
Schoorl werd geboren in een gereformeerd onderwijzersgezin, als oudste van zeven kinderen. Van zijn vader, de vogelkenner Anthonie Schoorl (1883 -1964), onderwijzer aan de Groen van Prinstererschool in de Koningstraat in Den Helder, erfde hij de liefde voor natuur en landschap. Maar terwijl bij zijn vader het accent lag op de natuur, was dat bij Henk in de eerste plaats het landschap, speciaal dat van de Kop van Noord-Holland, al zou het nog tot 1973 duren eer zijn meesterwerk 'Zeshonderd Jaar Water en Land' - bijdrage tot de historische Geo- en Hydrografie van de Kop van Noord-Holland in de periode Anno 1150-1750 zou verschijnen. Zijn tekentalent had hij van moederszijde; grootvader Martinus Stevenson was een begenadigd tekenaar en dat was Henk Schoorl eveneens.

Na een succesvolle studie aan de Christelijke MULO en Bijzonder Neutrale Kweekschool te Den Helder werd Henk in september 1938 kwekeling-met-akte tegen een maandsalaris van ƒ 25,-- per maand. Maar niet voor lang; van 19 april 1939 tot 23 oktober 1939 was hij corrector en redactieassistent bij Drukkerij en Uitgeverij De Boer te Den Helder.
Vervolgens moest hij in militaire dienst - daarna kwam de oorlog (mei 1940). Weer vrij in de zomer van 1940 kon hij werken op het distributiekantoor te Den Helder. Toen het gezin Schoorl evacueerde naar Sint Pancras werd Henk (midden 1941) schippersknecht bij een beurtvaartschipper (aardappelen, kool, bloembollen) in Broek op Langedijk. Per 1 januari 1943 werd hij boekhouder voor een bollenkweker en in feite is hij dat dertig jaar gebleven, tot hij in 1972 (halftijds) administrateur werd bij de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN). Voor de andere helft van zijn tijd had Henk een subsidie van Z.W.O. (Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek) om meer tijd te kunnen vrij maken voor zijn wetenschappelijk werk.

Dit werk was hij in 1948 in zijn vrije tijd begonnen met archiefonderzoek voor genealogische doeleinden, maar werd al gauw uitgebreid onderzoek naar de leef- en werksituatie van zijn voorouders en het landschap waar zij in woonden. Zijn aandacht richtte zich vooral op de historische cartografie en op de geografische veranderingen die zich in de laaggelegen kustgebieden langs de Noordzee hebben voorgedaan (en zich nog voordoen). Dr. Jacob Westenberg (1905-1977), bibliothecaris bij het Zoölogisch Station aan de Buitenhaven te Den Helder (Later Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Zee, Texel) die zelf baanbrekend werk verrichtte met publicaties als 'Oude Kaarten en de Geschiedenis van het voormalig eiland Huisduinen'(1956), stimuleerde Henk tot publiceren.

De eerste artikelen van Henk Schoorl verschenen in het Den Helder-nummer van het jaarboek 1963 West-Frieslands Oud en Nieuw. Zijn eerste boek verscheen in 1969 en behandelde Isaäc Le Maire, koopman en bedijker - bedijker onder andere van gronden aan de zuidoostzijde van het voormalige eiland Huisduinen (Jan Verfailleweg en omgeving). Daarna volgden in snel tempo een aantal kleinere, maar altijd gedegen publicaties tot in 1973 zijn inmiddels klassiek geworden boek verscheen over de geografische en hydrografische geschiedenis van de voormalige Waddeneilanden Huisduinen en 't Oge (Callantsoog) en de ontwikkelingen van de zeegaten Zijpe, Heersdiep en Marsdiep. Hoe groot de aandacht voor en waardering van 'Zeshonderd jaar Water en Land' ook was, Henk zelf zag dit werk vooral als een tussenbalans. Het besef dat de kop van Noord - Holland onderdeel was van een groter gebied en dat nog vele kaarten en archivaria op bestudering wachtten, leidde tot een streven naar verbreding van het werkterrein en verdieping van kennis. Uiteindelijk hoopte hij in een groot vierdelig werk (1. Algehele Inleiding, 2. Texel, 3. Vlieland, 4. Terschelling) getiteld 'De Convexe Kustboog' zijn inzichten over de ontwikkelingen in het noordelijk kustgebied (en Waddenzee) te ontvouwen. Het is hem bijna gelukt - bij onze laatste ontmoeting heeft hij me de (voorlopige?) versie van zijn boeken overhandigd, omdat ik op me had genomen de uitgave van zijn werk te verzorgen. Uiteraard wisten we beiden niet dat het onze laatste ontmoeting zou zijn en ik ben erg onzeker of het me zal gelukken zonder hem het karwei af te maken. Gelukkig hebben anderen, waaronder zijn promotor prof. dr. G. J. Borger van de Universiteit van Amsterdam, hun medewerking toegezegd.

Toen Henk in 1990 zeventig jaar werd is met steun van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier het boek 'Kust en Kaart' verschenen, waarin zijn artikelen over het kaartbeeld van het Noordhollandse kustgebied bijeengebracht is. In dit boek is ook een complete lijst van zijn publicaties opgenomen, alsmede een uiteenzetting over de wetenschappelijke betekenis van zijn werk van de hand prof. Borger. In hetzelfde jaar 1990 ontving Schoorl ook een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam en een Zilveren Anjer uit handen van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard.

Bijna dertig jaar hebben we samen opgetrokken, Henk en ik. Ook ik ben (in 1956) bij Jaap Westenberg begonnen met een scriptie (in het kader van de studie M.O. Aardrijkskunde) over 'De Zeegaten van de Zijpe tot het Eierlandse Gat'. Henk's kennis van de cartografie, handschriftkunde, genealogie enz. enz. was vele malen groter dan de mijne. Hij was een vraagbaak voor me, al die jaren. Ik zal hem dan ook zeer missen, maar daarom niet alleen. En ik ben er trots op een aantal boeken ('Volk aan het Marsdiep', 'Varensgasten en Ander Volk') samen met hem te hebben geschreven. Een aantal andere boeken van me illustreerde hij ('Herinneringen van een Helderse schooljongen', 'Zijpe - deel III') en dat deed hij voortreffelijk.
Nogmaals: ik zal Henk Schoorl zeer missen, hij was mijn vriend.
Aldus Jan T. Bremer in januari 1998 in 'Levend Verleden'.

Bron: 'Levend Verleden', uitgave van de Helderse Historische Vereniging, tiende jaargang, nr. 3, maart 1998

Literatuur:
- Kust en kaart, artikelen over het kaartbeeld van het Noordhollandse kustgebied, waarin een inleidend artikel staat over Henk Schoorl van de hand van prof. Guus J. Borger
- Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1998 (1998)

Publicatie(s):
- Isaäc Le Maire. Koopman en Bedijker, Haarlem 1969.
- Zeshonderd Jaar Water en Land, bijdrage tot de historische Geo- en Hydrografie van de Kop van Noord-Holland in de periode ± 1150 tot ± 1750, Groningen 1973.
- 't Oge. Het Waddeneiland Callensoog onder het bewind van de heren van Brederode en hun erfgenamen, de graven van Holstein-Schaumburg, tot de verkoop aan vier Hollandse heren, ca. 1250-1614, Hillegom 1979.
- Het graafschap Holland omstreeks 1300, in 'Holland in de 13e eeuw', 's Gravenhage 1982 (lezing).
- Volk aan het Marsdiep. Schetsen uit vier eeuwen Texel en Huisduinen-Den Helder, Schoorl 1983 (Bundeling van zeventien artikelen van J.T. Bremer, gebaseerd op archivalisch sprokkelwerk van Henk Schoorl en op zijn beurt op bekwame wijze geïlllustreerd door de laatste.
- Kustgenese - kust genezen? Alkmaar 1988.
- De Rijndijk bij Petten en de kustontwikkeling tussen 1296 en 1466, in: P. Glas e.a. (red.)
- Petten, stiefkind van de zee; grepen uit de 1250 jaar Pettemer historie, Schoorl 1989.
- Kust en Kaart. Artikelen over het kaartbeeld van het Noordhollandse kustgebied.
- De convexe kustboog Texel-Vlieland-Terschelling. Bijdrage tot de historische geografie van de eilanden Texel, Vlieland en Terschelling. Vier delen. Schoorl 1999 - 2000. Deel I is nog door Schoorl zelf tot stand gebracht. Uit het materiaal dat hij achterliet, hebben J.T. Bremer en H.Th.M. Lambooij de overige drie delen samengesteld.
- Verder vele artikelen. Voor een zo goed als complete bibliografie bestaande uit 65 titels, zie het al genoemde Kust en Kaart, blz. 148-153.

Gegevens aangeleverd en bewerkt door: Karel Numan te Schagen (2010).