Oprichter Centraal Laboratorium Bloedtransfusiedienst en vernieuwer gezondheidszorg
Jan Spaander werd geboren op 6 december 1914 te Oostwoud als zoon van Pieter Jansz. Spaander en Vokeltje Jans Ruiter. Zijn vader, veehouder, koesterde als kind al de wens om dokter te worden. Financieel was dat toen niet haalbaar. Ook zoon Jan wilde dokter worden en hij mocht doorleren. Met de stoomtram Medemblik-Hoorn, die ook in Oostwoud een halteplaats had, naar de school in Hoorn.
Na vijf jaar Rijks HBS verliet hij de school in 1931 met het diploma B en werd hij medisch student aan de Universiteit van Amsterdam. Als 16-jarige ging hij daar op kamers wonen. In de vakanties was het thuis in Oostwoud helpen op de boerderij. Ook in Oostwoud ging Jan ieder jaar huis aan huis kinderpostzegels verkopen. Nooit gedacht dat hij ooit voorzitter van het Comité Kinderpostzegels zou worden. In 1938 studeerde hij als arts af.
Aan de slag
Begin 1939 werd Jan Spaander aangenomen als arts-assistent interne geneeskunde in het Binnengasthuis in Amsterdam. Na het uitbreken van WO II in 1939, werd hij gemobiliseerd als geneeskundig reserveofficier van gezondheid. Daar raakte hij betrokken bij bloedtransfusie voor gewonde soldaten. In 1942 promoveerde Jan tot doctor in de geneeskunde op een proefschrift over het proces van bewaren van bloed en de houdbaarheidsduur van geconserveerd bloed.
Na de komst van een Duitse SS'er als medisch directeur werd besloten het laboratorium bloedtransfusie te verplaatsen naar een meer onopvallende plaats in het Binnengasthuis. Jan Spaander werd er door het Nederlands Rode Kruis als directeur aangesteld.
Vanaf 1 januari 1943 werd er over dit door Jan Spaander opgerichte laboratorium gesproken als het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (CLB). In 1949 werd het vernieuwde CLB onder grote internationale belangstelling geopend.
Een nieuwe uitdaging
Een jaar later, in 1950, kwam er een nieuwe uitdaging voor hem. Jan Spaander werd benoemd tot algemeen directeur van het in 1910 opgerichte Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIV). Het RIV huisde in 1950 te Utrecht en had zowel artsen als dierenartsen in dienst. Met een bijdrage van de Marshallhulpgelden startte Spaander een groot nieuwbouwproject in Bilthoven en breidde in de loop van de tijd het instituut uit met beoefenaren van meerdere disciplines zoals chemici, biologen, farmaceuten, natuurkundigen, technici en wiskundigen.
In 1966 werd Jan Spaander benoemd tot Directeur Generaal van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu, het RIVM. Hij zou dat blijven tot zijn pensionering in 1979. In 1969 werd het RIVM wereldnieuws toen de afdeling Toxicologie binnen 48 uur de oorzaak ontdekte van een grootschalige vissterfte in de Rijn. Daarmee werd internationaal aanzien verworven en tevens leidde dit tot een intensieve samenwerking met Duitsland.
Aan het eind van zijn loopbaan heeft Jan Spaander onder andere als voorzitter van de Voorlopige Commissie voor de milieu-effectrapportage, (MER), bijdragen geleverd aan de invoering ervan.
Deze bronzen gietpenning met een diameter van 63 mm. memoreert Jan Spaander als directeur van het RIV 1950-1979.
Afscheid
Bij zijn afscheid in 1979 werd hem een driedaags symposium aangeboden, waarin ‘het herkennen, opsporen, bestrijden en voorkomen van de oorzaken die de gezondheid van de mens bedreigen’ centraal stonden. Wetenschappers van naam, uit binnen- en buitenland, hielden daar korte inleidingen.
Spaander heeft altijd gestreefd naar een instituut dat de totale gezondheidszorg omvatte. Daarbij hoorde ook het voorkomen van ziekteverwekkers van fysische en chemische verontreiniging en van bronnen van geluidshinder. Maar ook schone lucht, bodem en water werden eraan toegevoegd. Bij zijn pensionering waren er meer dan 1000 medewerkers in dienst van het RIVM.
Grote verdiensten voor de gezondheidszorg
Jan Spaander gaat de geschiedenis in als een groot vernieuwer van de organisatie van het onderzoek naar de Nederlandse gezondheidszorg. Zijn grote verdiensten voor de Gezondheidszorg zijn algemeen erkend en gewaardeerd. Hij werd meerdere malen onderscheiden. Zo was hij Officier in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. Drager van het Kruis van Verdiensten van het Nederlandse Rode Kruis en enkele buitenlandse onderscheidingen.
Bij zijn afscheid werd Jan Spaander bevorderd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. Minister Leen Ginjaar van Volksgezondheid en Milieuhygiëne hangt hem de bijbehorende versierselen om.
Heel bijzonder was het dat aan Jan Spaander in 1980 het eredoctoraat in de geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam werd verleend. Dezelfde instelling waar hij eerder als doctor promoveerde.
Een andere eerbetoon dat hem ten deel viel, was dat in de hal van het RIVM-instituut een bronzen plastiek van hem is geplaatst, geschonken door het personeel. Daarmee hun warme gevoelens voor hem tot uiting brengend. Jan Spaander was een zeer geliefd persoon.
Jan Spaander overleed op 20 mei 1988, na een ernstige ziekte op 73-jarige leeftijd te Amsterdam. De crematie volgde op 26 mei te Driehuis-Westerveld.
Publicaties
J. Spaander, ‘Over bewaard bloed’. Proefschrift Gemeente Universiteit Amsterdam (1942).
Zie verder Wikipedia: Jan Spaander, bronnen, noten en/of referenties.
Bronnen:
Volkert J. Nobel, Jan Spaander uit Oostwoud (1914-1988) Volksgezondheid en kinderpostzegels, in West-Friesland Oud & Nieuw, 2000, 67e bundel Westfries Genootschap.
R. Gispen, In memoriam dr. J. Spaander, in: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 1988.
Wikipedia, Jan Spaander Nederlands ambtenaar.
Gegevens verzameld en samengesteld door: Jaap Raat te Heiloo (2019).