Papierknipper uit Winkel

Arie Tergant werd gedoopt te Alkmaar op 10 juni 1773, als zoon van Cornelis Dirkse Tergant en Jannetje Booi. Het gezin Tergant-Booi had het niet breed. Vader Cornelis was ‘arbeider’ en ‘sjouwer’. Hij overleed in 1776. Arie was toen 3 jaar. De diaconie van de Gereformeerde Gemeente verleende steun zowel in geld als in natura, zoals turf en brood. Arie is nooit getrouwd geweest. Wel woonde hij op het einde van zijn leven aan de Hoogzijde met de armlastige Niemuntje van Leeuwen in één huis. Arie overleed op 12 september 1852 in een huis aan de Laagweide te Winkel.

Verhuizing
De economische toestand in Alkmaar in de jaren 1773-1812 was niet rooskleurig. Waarschijnlijk daarom verliet het gezin in 1805 Alkmaar. Moeder Tergant ging bij haar dochter Dieuwertje in Enkhuizen wonen. Arie vertrok naar Winkel en woonde in bij het echtpaar Dirk Zwan, ‘agent van policie’ en Aafje Fijnheer en hij kwam in dienst bij Jacob Korver, wagenmaker. Behalve het doen van reparaties aan de boerenwagens was Arie ook belast met het opknappen en met het sierlijk uitsnijden van de houten wagenschotten.

Geen vetpot
In die periode telde Winkel vier ‘timmerwinkels’, op een inwonertal van ca. 670. De verdiensten moeten sober zijn geweest. Er moest worden bijgeklust. Arie was dan ook behalve wagenmakersknecht en timmerman ook behanger, klusjesman, leidekker, beeldhouwer. Bovendien hield hij zich bezig met het maken van papierknipsels. Arie legde zich met name toe op geboorte-, naam-, huwelijks- en spreukenknipsels, maar ook knipte hij kerkboekprentjes in het formaat van ‘bidprentjes’. Ze zijn teruggevonden in bijbels van personen die in Arie's tijd in Winkel woonden. Uit overlevering is bekend dat men deze ‘kerkboekprentjes’ voor 10 cent van Arie kon kopen. En dan te bedenken dat het dagloon van een timmermansknecht ongeveer een gulden bedroeg.

Eerste knipsel
Arie maakte zijn eerste gedateerde knipsel in 1811. In datzelfde jaar werd door het gemeenbestuur van Winkel een lijst opgemaakt van alle mannelijke inwoners tussen de 25 en 45 jaar. De goedgekeurde mannen werden aangewezen om te helpen bij het aanleggen van de verdedigingswerken in Den Helder. Arie zal niet opgeroepen zijn om te helpen want bij hem staat vermeld: TERGANT, ARIEN, TIMMERMAN, SCHEEF VAN LEDEN.’ Aan zijn ogen en handen mankeerde, gezien zijn knipsels, niets.

De door hem in de jaren 1811-1818 gemaakte knipsels hebben alle eenzelfde maat. Ze zijn op een na zonder kleur uit papier geknipt en voorzien van een zwart sitspapieren achtergrond. Door een vaste indeling en de steeds terugkerende motieven zijn de knipsels zeer herkenbaar. Ze tonen kenmerken van de Biedermeierstijl, hoewel ook duidelijk de sporen van de voorafgaande stijlperioden terug te vinden zijn, zoals de bazuin houdende engelen uit de Empire-periode, de vazen, medaillons en guirlandes in de Lodewijk XVI-stijl.

Vele grotere knipsels werden door Arie in een houten lijst achtr glas geplaatst. Die lijsten maakte Arie zelf. Twee soorten lijsten: een van bruin gefineerd hout en een van zwart geverfd hout door Arie gesigneerd. Vier knipsels voorzag Arie van zijn volledige naam, geboortedatum en geboorteplaats.

Spreukenknipsels
Arie Tergant maakte zijn eerste spreukenknipsel in 1829. Die luidde: ‘Gedenk te sterven’.
Knipsels en zeker spreukenknipsels waren bij onze voorouders zeer geliefd. Behalve dat de spreuken op papier in lijsten aan de wand werden gehangen, kwamen spreuken ook voor op meubelstukken en gebruiksvoorwerpen zoals een stoof.

De door hem gebruikte spreuken bedacht Arie niet zelf. Het zijn bijna allemaal zedenspreuken, voortgekomen uit de zg. ‘Emblemataboeken’, boeken met zinnebeeldige prenten voorzien van korte verklarende teksten. Enige belangrijke typische Nederlandse emblemataboeken werden gemaakt door Jacob Cats en Jan Luiken. Zo goed als alle door Tergant gebruikte spreuken zijn in deze Nederlandse boeken terug te vinden. Enige van de meeste gebruikte spreuken waren:
‘Eendracht maeckt magt’ of ‘Eendracht geeft macht / Eenigheyt Vermagh Veel’. Een andere spreuk luidde: ‘Kunst baert Gunst’ en ‘De Rechte Kunst draegt liefd en gunst’ en ‘Zelden Tyd zonder Stryd’.
Een spreuk met een godsdienstige achtergrond luidde: ‘Vreest God Eer u koning’. In zijn laatste levensjaar maakte Arie een knipsel in de vorm van een hart met dezelfde tekst als die van zijn eerste spreukenknipsel: ‘Gedenk te sterven’. Mede door zijn knipkunst van vele papierknipsels heeft de Westfriese Arie Tergant bijgedragen aan een toen veel verbreid stukje volkskunst.

‘Gedenk te sterven’
‘Gedenk te sterven’

Musea
Behalve in particuliere collecties zijn papierknipsels van Arie Tergant bewaard gebleven in het Westfries Museum te Hoorn, in Museum Betje Wolff te Middenbeemster en Purmerends Museum te Purmerend.

Bron:
Tonny Jurriaans, Arie Tergant, papierknipper uit Winkel in: West-Frieslands Oud & Nieuw, 56e jaarboek van het Westfries Genootschap, 1989, pp. 134-152.

Gegevens aangeleverd en bewerkt door: Jaap Raat te Heiloo (2016).