Schilder en kapitein van de waardgelders

De portret- en historieschilder Jacob of Jacques Waben werd in Alkmaar geboren vermoedelijk omstreeks 1575. Bij wie hij in de leer is geweest is niet bekend. Omstreeks 1609 verhuisde hij naar Hoorn, waar in november 1610 een zoon genaamd Gerret van ‘Cappit. Jacques Wabben’ werd gedoopt. Hij is daarna in Hoorn drie keer in het huwelijk getreden: in 1617 met Marija Everts, in 1621 met Trijn Willemsdr en tenslotte in 1633 met Lysbeth Allertsdr. Hij overleed eind 1641 of begin 1642 in Hoorn.

Er zijn een 20-tal portretten van Waben bekend. Een portret van de Alkmaarse burgemeester Jacob van Foreest uit 1611 is tot dusver het vroegst bekende werk. In de korte levensbeschrijving die de kunstenaarsbiograaf Houbraken aan hem wijdt, wordt een schilderij met het bijbelse verhaal van Jephta 1602 gedateerd, maar dit berust op een leesfout. Het schilderij dat toebehoord aan de collectie van het Westfries Museum dateert van 1625. Waben kende tussen 1620 en 1630 zijn meest productieve jaren. Hij restaureerde het zogeheten Gerechtigheidsdrieluik dat hing in de schepenkamer van het Hoornse stadhuis en schilderde in 1622 het monumentale Vrouw Wereld of Allegorie op de vergankelijkheid, waarop hij mogelijk zichzelf met zijn jonge bruid Trijn Willemsdr heeft geportretteerd.

In de jaren '20 en '30 van de zeventiende eeuw was Waben onmiskenbaar de belangrijkste portretschilder van de Hoornse regentenklasse. Zo schilderde hij meerdere huwelijksportretten van leden van de families Veen, Merens en Van Neck en de portretten van Jan Pietersz Coen en zijn vrouw Eva Ment.

De komst van Waben naar Hoorn had waarschijnlijk niet zozeer te maken met het verkrijgen van meer portretopdrachten, maar met zijn functie als kapitein van een compagnie waardgelders. Waardgelders waren ingehuurde militairen die al vanaf het begin van de Nederlandse Opstand werden ingezet om de steden tegen vijandelijke troepen te beschermen of om onlusten in de stad te voorkomen. Jacob Waben is waarschijnlijk via zijn vader Cornelis Waben (of Wabbe), die voor 1610 meerdere malen als kapitein van een compagnie waardgelders wordt genoemd, in het militaire krijgsbedrijf terecht gekomen. Jacob Waben werd in ieder geval jaren achtereen ‘tot capiteijn gemaeckt’ en trok nog in 1637 met de Alkmaarse compagnie naar Den Briel. Hij overleed in 1641 of 1642 en liet een zoon na genaamd Cornelis, die in 1643 naar Oost-Indië trok, en een dochter genaamd Marya die trouwde met de Medemblikker schilder Lourens Jansz.

Bronnen:
John R. Brozius, Spieghel der Jonckheydt. Het West-Friese kinderportret in de zeventiende eeuw. Hoorn (Westfries Museum) 2010.
H.F. Wijnman, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 10, kol. 1147-1148.

Gegevens aangeleverd en bewerkt door: John Brozius te Hoorn (2012)