Gedeputeerde Staten van Noord-Holland heeft onlangs besloten de Noordse Steen niet te herplaatsen als dijkbekleding op twee dijkvakken van de Zuiderdijk in de Gemeente Drechterland. De Zuiderdijk is onderdeel van de Westfriese Omringdijk, een provinciaal monument. De dijk zal bekleed worden met moderne basalton met een slijtlaag van basalt. De openingen tussen het beton worden opgevuld met granietbrokken. Alleen onderaan de dijk worden de oude Noordse stenen als een soort golfbreker gestort.
In de tuinkamer van het Westfries Museum waren op 21 oktober 2009 diverse maatschappelijke organisaties waaronder het Westfries Genootschap en de Stichting voor Landelijk Schoon uitgenodigd voor een toelichting op dit besluit door Gedeputeerde Sascha Baggerman. Zij kwam met verschillende argumenten, maar het financiële aspect woog het zwaarste: het is gewoon te duur (ca. 3 miljoen euro extra).
Tijdens de bijeenkomst heeft Frank Enninga namens Landelijk Schoon een korte reactie gegeven op het besluit van G.S. Landelijk Schoon vindt het besluit zeer teleurstellend. Wij hopen dat Provinciale Staten nog ergens een potje geld weten te vinden om toch over de gehele lengte het dijktalud te bekleden met noordse steen.
Ronduit verontrustend is verder het argument dat G.S. hanteert om hun besluit op te baseren. Citaat: “bij de verzwaring van de dijk wordt een extra dijklichaam tegen de bestaande dijk aangestort. Zo ontstaat een nieuw stuk dijk. Dit deel kan niet meer worden aangemerkt als monument.” Dit argument wordt nu ineens uit de hoge hoed getoverd, bij de discussies de afgelopen jaren is het nog nooit gebruikt. Een consequentie van deze argumentering is dat de verzwaarde dijk straks over grote delen maar voor de helft de monumentenstatus heeft. Soms is dat het buitenste gedeelte van de dijk, soms het binnenste gedeelte. En waar er sprake is geweest van as-verschuiving hebben we volgens deze redenering nog maar een half monument, de rest is afgegraven. Bron van enorme spraakverwarring en bestuurlijke onduidelijkheid. Over een aantal jaren weet nauwelijks iemand nog hoe het precies zit. Brengt dit niet het gevaar mee dat er op termijn voorstellen zullen komen om de monumentenstatus maar helemaal op te heffen??
Dik de Waal uit Venhuizen liet tijdens de bijeenkomst blijken eveneens uiterst ongelukkig te zijn met het besluit van G.S. Hij heeft een uitgebreide argumentatie op schrift gesteld. Hij vraagt zich af of er genoeg noordse steen over is om het plan van G.S. uit te voeren, vreest voor de ecologische gevolgen nu de dijk bijna “dichtgesmeerd.” wordt. Bovendien vreest hij ervoor dat de dijk een racebaan wordt op de trajecten met basalton.
Klik op de volgende link om de brief van Dik de Waal te lezen: Brief Dik de Waal.
Gedeputeerde Staten heeft toegezegd lering te trekken uit de ervaringen met de dijkverzwaring Enkhuizen - Hoorn en wat er allemaal misging. Bij de komende dijkverzwaring over het traject Hoorn - Amsterdam zal er meer aandacht zijn voor de cultuurhistorische aspecten en wordt er zorgvuldiger omgegaan met de archeologische waarden. Bij het gedeelte Hoorn - Lutje Schardam gaat het om het resterende deel van de Westfriese Omringdijk. Maar ook de dijken ten zuiden van Lutje Schardam zijn eeuwenoud.
Landelijk Schoon heeft de volgende tips/aanbevelingen met Gedeputeerde Baggerman meegegeven.
1. Zorg in een heel vroeg stadium voor een complete inventarisatie van de cultuurhistorische aspecten langs het hele tracé. Het gaat daarbij niet alleen over zaken die in de huidige situatie zichtbaar zijn maar ook over datgene wat er in de dijken verborgen zit. Maak deze inventarisatie openbaar.
2. Ga zo snel mogelijk in overleg over deze inventarisatie met iedereen die zich daar betrokken bij voelt. Daar horen bijvoorbeeld ook de lokale historische verenigingen bij.
3. Zorg dat er al in de eerste projectbegroting voldoende geld is gereserveerd voor het behartigen van cultuurhistorische aspecten.