Groots gebouw in bescheiden stad

Eén van de mooiste stadhuizen uit de 17de eeuw staat aan de Breedstraat in Enkhuizen. Al in 1641 vergaderde de vroedschap voor het eerst over de nieuwbouw van het stadhuis ter vervanging van het bescheiden en bouwvallige raadhuis uit 1460. Maar men kon het niet eens worden over de locatie in de stad en de vroede vaderen hikten tegen de kosten aan.


Het stadhuis van Enkhuizen werd gebouwd tussen 1686 en 1688 naar een ontwerp van Steven Vennecool (1657-1719), een leerling van Jacob van Campen. (Foto TM)

Toch was men trots genoeg om een imposant stadhuis te willen bouwen. In 1686 viel daartoe het besluit en werd ook de eerste steen gelegd. Als architect was de belangrijke Amsterdamse architect Steven Vennecool (1657-1719) aangetrokken. Hij koos voor de toen in zwang geraakte classicistische stijl.
Al in 1688 werd het gebouw opgeleverd zoals uit het jaartal onder het balkon blijkt. De uitvoering van de inrichting, zoals beschilderingen en stofferingen, duurde nog tot 1694.

Intact gebleven

Wonderlijk genoeg is het aan de verminderende welvaart van de stad – door steeds verder teruglopende inkomsten uit de zeevaart – te danken dat het stadhuis vrijwel intact is gebleven. Uitbreidingen of ingrijpende wijzigingen waren in later tijd niet nodig, of er was geen geld voor. Het stadhuis op de Dam in Amsterdam, nu Koninklijk Paleis, is in dezelfde classicistische stijl gebouwd. Het stadhuis van Enkhuizen wordt als een verkleinde versie ervan gezien. Het is vierkant en harmonieus gebouwd volgens de beginselen van de gulden snede.
Het middendeel van de gevel springt enigszins naar voren met een balkon voor de burgemeesterskamer op de eerste verdieping. De beelden op de kroonlijst op het dak symboliseren ‘Wijs Beleid’ en ‘Eendrachtig Bestuur’. Ze zijn gemaakt door de beeldhouwer Pieter van der Plasse, die ook de beide stedenmaagden aan weerskanten van het balkon vervaardigde. Boven het balkon staat in een cartouche het devies: Candide et Constanter (‘oprecht en standvastig’). Aan het hek van het balkon zijn een zwaard, een roedenbundel en de eerste regels van de tekst van het stadsrecht uit 1356 aangebracht. Onder het balkon hangt in een lint ook nog de tekst Probus et Improbus (‘in goede en slechte tijden’).

De gevangenis van Enkhuizen

Direct achter het stadhuis ligt de oude stadsgevangenis, een hoog en smal gebouw van baksteen dat op alle drie verdiepingen steeds twee cellen herbergt. De onderste twee zijn de oudste en dateren van 1592. In 1610 werd het gebouw verhoogd en kwamen de andere cellen erbij. De cellen zijn van zwaar eikenhout, de deuren en ramen hebben ijzeren tralies en beslag. In de zomer kan men de gevangenis bezoeken.

Rijk interieur

De macht en hoogheid van het bestuur van de stad Enkhuizen moest niet alleen van buiten blijken, ook binnen wilde men dit op waardige wijze tot uitdrukking brengen. Op de parterre is er de Blauwe Zaal, vanwaar men via een trap naar de grote, ruime Witte Zaal (of Burgerzaal) gaat, die is voorzien van een marmeren vloer.
Het grote schilderstuk ‘Triomf van de Vrede’ hangt daar boven de dubbele eiken deur naar de Burgemeesterskamer. Die kamer heeft rondom een op doek geschilderde voorstelling, ontworpen door Romein de Hooghe. Het is een allegorie op het Romeinse bestuur.
Verder is er een plafondschildering voorstellend ‘Kracht en Liefde’ en een schoorsteenstuk met als thema ‘Charitas’. Ook de Vroedschapskamer en de Schepenkamer hebben plafondschilderingen en schoorsteenstukken. In de Weeskamer hangen kostbare zijden wandtapijten.