Oudste doorvaarveiling ter wereld

In Broek op Langedijk staat een charmant in ‘Jugendstil’ opgetrokken gebouw waar jarenlang groenten en fruit werden geveild. De voormalige doorvaarveiling – de oudste ter wereld – is nu het Museum Broeker Veiling, waar men naast allerlei andere activiteiten ook een echte veiling mee kan maken.


De Broeker Veiling omstreeks 1900 toen deze nog in vol bedrijf was. De tuinders wachten met hun schuiten tot zij het afmijnlokaal kunnen invaren. (Foto Museum Broeker Veiling)

Het opmerkelijke aan het veilinggebouw is dat de tuinders met hun zwaar beladen schuiten de veilinghal binnen konden varen. Dat was een noodzaak, want vrijwel alle tuinders maakten gebruik van vervoer over water. Op oude luchtfoto's zien we de veiling liggen temidden van een zee van kleine eilandjes, omringd door heel veel water. Het gebied kreeg toen de naam, die nog steeds wordt gebruikt: ‘Het Rijk der Duizend Eilanden’.

Gezicht op de Broeker Veiling met op de voorgrond de damschuit. (Foto Museum Broeker Veiling)

De maand juli van het jaar 1887 was droog en schraal. Een slechte tijd voor de bloemkool. De aanvoer was schaars en de prijzen stegen. Toen tuinder Dirk Jongerling kwam aangevaren met een praam vol goede bloemkool, was er veel belangstelling bij de schippers die lagen te wachten om vrachten groenten verder het land in te brengen. Dirk zag zijn kans schoon. Hij wilde een mooie prijs maken.
Eén van de schippers gaf de tuinder een tip: ‘Je moet je bloemkool veilen’. Jongerling verkocht zijn vrachtje bloemkool aan de hoogste bieder en keerde voldaan terug naar huis. Anderen volgden zijn voorbeeld. Het werd een drukte van belang bij de brug waar de schippers lagen. De gemeente liet er een vlonder bouwen en voortaan werd er ‘gemijnd’. De tuinders verenigden zich in ‘De Naamlooze Landbouw- en Handelsvereniging Langedijk en Omstreken’, kortweg ‘De Naamlooze’.
Het veilen gebeurde bij afslag. Dat wilde zeggen: de veilingmeester begon met een hoge prijs en telde dan razendsnel af. Wie als eerste meende dat de goede prijs bereikt was, riep luid ‘mijn’ en werd daarmee de eigenaar van de vracht. Wanneer twee kopers tegelijk riepen, kon dat problemen geven. Uitkomst bracht een in 1903 aangeschafte veilingklok die werd geplaatst in een veilingzaaltje. In 1912 brak men het oude zaaltje af om plaats te maken voor het gebouw dat nu een museum is.

Duizend Eilanden

De Langedijk is zowel een waterkering als een weg en maakte in vroegere tijden het gebied tussen Oudkarspel en Vrone (het latere St. Pancras) toegankelijk. Regelmatig liep het land onder water. De boeren baggerden de sloten uit en wierpen het vruchtbare slib op het land dat daardoor hoger en vruchtbaar werd. Ze schakelden over van veeteelt naar tuinbouw. Er werden rapen, wortelen en uien verbouwd.
Het succes van de ‘bouwers’ trok nieuwe bewoners aan. Ze vestigden zich langs de dijk, waar langgerekte dorpen ontstonden zoals Broek op Langedijk, Zuid- en Noord-Scharwoude. Het eilandenrijk groeide door het baggeren: de sloten werden breder, de eilandjes kleiner.
Iedere boer (de benaming tuinder is van latere datum) bewerkte meerdere eilandjes, die vaak her en der verspreid lagen. Een situatie die zou voortduren tot 1964 toen er in het Geestmerambacht met grote meerderheid van stemmen werd gekozen voor herverkaveling. Een groot deel van het gebied veranderde daardoor van vaarpolder in rijpolder.

Het Oosterdel dat in de volksmond het Rijk der Duizend Eilanden wordt genoemd.
Het Oosterdel dat in de volksmond het Rijk der Duizend Eilanden wordt genoemd.
(Foto Museum Broeker Veiling)

Pramen en damschuiten

De actieradius van de groenten verbouwende boeren was niet zo groot. Ze voeren met hun schuitjes naar Alkmaar waar de verse groenten – en 's zomers het fruit – werden uitgevent. Kolen en knollen konden verder worden vervoerd met zogenoemde damschuiten. Een soort tjalken met dusdanige maten dat ze pasten in de sluizen (dammen) van het gebied. De aanleg van het Noordhollands Kanaal en spoorlijnen vergemakkelijkten het transport aanzienlijk. Het ging de tuinders aan de Langedijk goed. ‘An de Langedaik, deer benne ze raik’, werd er met enige afgunst in de rest van West-Friesland gezegd. Een fusie in 1968 van de veilingen in Broek op Langedijk, Warmenhuizen en Noord-Scharwoude maakte het gebouw in Broek op Langedijk overbodig. In 1973 werd voor het laatst geveild, maar het gebouw kreeg een museale bestemming. In 1979 kon prinses Beatrix het Museum Broeker Veiling openen. In oktober 2009 werd het museum uitgebreid met een nieuwe, moderne vleugel.