De beroemde stier Adema 21

De Woudhoeve aan de Oosterblokker 133 is geen gewone boerderij. Maar daar heeft het voornaamheid uitstralende voorhuis van deze stolp niets mee van doen. De Woudhoeve is bijzonder gemaakt door de mensen, die in deze boerderij hebben gewoond en gewerkt. En dan met name door Kees en Arie Ruyter, twee van de zes zoons van Joris Ruyter. Zij waren de grondleggers van het veefokbedrijf, dat in de jaren na de Tweede Wereldoorlog bekend werd door de Gebroeders Ruyter.


De Woudhoeve aan de Oosterblokker 133 in 2010. (Foto TM)

Beeld van Adema 21 van de Woudhoeve bij de ingang van het Westfries Museum. (Foto TM)

De Rundveefokverenigingen, die aan het eind van de 19de eeuw ontstonden, zijn heel belangrijk geweest voor de verbetering van de West-Friese veestapel. Veel boeren waren lid van zo'n fokvereniging. Maar een aantal melkveehouders koos toch liever zelf stieren uit. Zij waren naast boer dus ook fokker. De Gebroeders Ruyter haalden bijvoorbeeld in 1940 een stierkalfje – Oldambtster Adema – uit Groningen naar Oosterblokker. ‘Dit moet hem worden’, zeiden de broers tegen elkaar. En het wérd hem. Een kleinzoon van hem, Adema 21 van de Woudhoeve, bewaakt in brons nu zelfs de ingang van het Westfries Museum in Hoorn!
In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw wisten veehouders tot in Noord-Amerika, Canada, Zuid Afrika en Nieuw Zeeland toe van het bestaan van De Woudhoeve. In juni 1952 kwamen koningin Juliana en prins Bernhard er zelfs een kijkje nemen.

Ook deze kleinzoon van Adema 21 werd in de jaren vijftig vele malen bekroond. Veehouders tot in Amerika en Nieuw-Zeeland aan toe wisten van het bestaan van de Woudhoeve. (Pc)

Pan-stieren

Meten, registreren en selecteren is de basis van gerichte veefokkerij. Tot aan het eind van de 19de eeuw waren in tal van West-Friese dorpen de bullestieken actief. Dit waren verenigingen van boeren die één of meer fokstieren hielden. Geleidelijk aan maakten de bullestieken plaats voor fokverenigingen.
De opmars van de geregistreerde fokkerij in Noord-Holland begon op 7 december 1896, toen in Hoogkarspel de eerste fokvereniging werd opgericht. Er zijn er binnen de Omringdijk 23 operationeel geweest.

De verkoop van de veestapel van de Gebr. Ruyter op 28 juni 2006. (Pc)

Eén man gaf in het Interbellum de marsroute aan voor de georganiseerde rundvee fokkerij in Noord-Holland: Elias Koster Dzn. (1881-1945), boer in een stolp aan de Kerkebuurt in Berkhout. Hij werd secretaris van de Provinciale Bond van Rundveefokverenigingen en inspecteur van het Nederlands Rundvee Stamboek. Maar hoe vol zijn werkagenda ook was: zijn dag begon met het melken van zijn eigen koeien.
Eind jaren zestig werd het fokkerijvaandel van de Gebroeders Ruyter overgenomen door Gerrit Stapel uit Lambertschaag.
Zijn Pan-stieren domineerden in de jaren zeventig. De rundvee fokkerij werd in die jaren een door computers gestuurde internationale business. Het tijdperk waarin stieren van individuele fokbedrijven hun stempel drukten op de rundveehouderij, was voorbij. Fokbedrijven, zoals de Woudhoeve in Oosterblokker, werden geschiedenis.


Arie Ruyter geeft het koninklijk gezelschap een rondleiding over het bedrijf in Oosterblokker. Links van koningin staat burgemeester Essing. (Coll. Ruyter, Oosterblokker)