Motorbul verving de bulloper

De Vooruitgang staat op de gevel van het opvallend hoge, witte gebouw aan het eind van het lintdorp Sijbekarspel. En een vooruitgang was de bouw van dit pand zeker. Het werd in 1948 in gebruik genomen als KI-station. Kunstmatige inseminatie was in die tijd een nieuw wapen om de kwaliteit van het melkvee op een hoger plan te brengen.


Gezicht op de gevel van het voormalige KI-station ‘De Vooruitgang’ in 2010. In het interieur herinnert niets meer aan de vroegere functie van het gebouw. (Foto TM)

‘De Vooruitgang’ omstreeks 1950 kort na de officiële opening. (WFA)

In de zomer van 1946 schreef de directeur van coöperatieve zuivelfabriek Aurora in Opmeer een brief aan de veehouders, die hun melk aan ‘zijn’ fabriek leverden. ‘Wij kunnen alleen eerste klas kwaliteitsproducten aanbieden, wanneer de grondstof waaruit ze zijn gemaakt, ook het predikaat eerste klas waardig is’, luidde zijn waarschuwing. De boeren namen deze uitspraak ter harte, al was het begin aarzelend: slechts veertig boeren tekenden in. Bulloper Sikke Haakma bracht – met de toeter aan de mond – eigenhandig ‘zijn’ stier Coba's Adema naar Sijbekarspel, waar hij de eerste stierenverzorger zou worden. De reeds lang bestaande bullestiek van Sijbekarspel werd begin 1947 omgezet in een coöperatieve vereniging voor kunstmatige inseminatie bij rundvee en in het najaar van 1947 begon de KI-trein in Sijbekarspel al te rijden. In 1948 werd een eigen bedrijfspand in gebruik genomen.

Het dekken van koeien op natuurlijke wijze beperkte het fokken van beter vee en hield een zeker risico van besmetting in. Met kunstmatige inseminatie kon voor elke koe sperma van de beste stier worden geselecteerd. Sperma is met KI bovendien sterk verdunbaar en dus breder in te zetten en het is met invriezen langer houdbaar. (Pc)

Bullestiek

Boeren in West-Friesland konden al sinds halverwege de 17de eeuw gemeenschappelijk gebruik maken van dekstieren, die eigendom waren van een zogeheten bullestiek. Die bullestiek was begonnen als een overheidsinstelling. De plaatselijke overheid koos de te gebruiken stieren uit en stelde de instructies vast waarnaar gehandeld diende te worden.
Hoogwoud had de primeur. De oudst bekende bullestiek dateert van 20 maart 1764. Toen stelden de burgemeesters en schepenen van Hoogtwoudt ende Aertswoud de instructies voor de bulloper, de man die met de dekstier op pad ging, vast.
Op deze manier probeerde men de kwaliteit van de veestapel te verbeteren. De bulloper kondigde zijn komst aan door op een toeter te blazen. De boer had vaak een omgekeerde bezem aan de dam staan om aan te geven dat er koeien tochtig waren.
De bullestiek van Hoogwoud werd pas in 1971 opgeheven. Het kon dus gebeuren dat bulloper Arie Wit en een inseminator van de KI-vereniging, de zogenoemde bul op de stoomfiets of de motorbul, elkaar op een weg in de omgeving van Sijbekarspel of Hoogwoud tegenkwamen.
Kunstmatige inseminatie bij rundvee was binnen het naoorlogse West-Friesland geen nieuw fenomeen. Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had veearts De Boer uit Schagen er al eens mee geëxperimenteerd, maar de resultaten waren van dien aard dat het bij een experiment bleef. Pas na afloop van de Tweede Wereldoorlog kreeg dit een vervolg.


Arie Wit uit Hoogwoud was één van de laatste bullopers van West-Friesland. De bullestiek van Hoogwoud werd pas in 1971 opgeheven. Wit kondigde zijn komst aan door te blazen op een toeter. De boer had een omgekeerde bezem op zijn erf staan om aan te geven dat er koeien tochtig waren. (WFA)

Rietjes

Binnen de Omringdijk zijn drie KI-stations operationeel geweest. Sijbekarspel pakte de zaak groots aan en bediende vanuit het station de veehouders in geheel oostelijk West-Friesland. Eveneens in 1947 werd in westelijk West-Friesland de KI-vereniging Dirkshorn opgericht. Een vereniging, die niet in een nieuw te bouwen eigen onderkomen investeerde, maar haar stieren stalde bij een boer die ruimte over had. In 1968 sloot Dirkshorn zich bij Sijbekarspel aan. In 1948 zag, net buiten West-Friesland, de KI-vereniging Oosthuizen en Omstreken het levenslicht. In Oudendijk, aan de voet van de Omringdijk, ging de vereniging van start: op het terrein van de voormalige (nood)slachtplaats van Tinus Zuidland. Het duurde even voor het KI-station af was. De eerste stieren moesten bijvoorbeeld worden gestald in de boxen van de harddravers, waarmee de slager op kortebaandraverijen furore maakte. In 1968 ging ook het KI-station in Oudendijk dicht. Binnen de Omringdijk bleef één vereniging met één station over: Sijbekarspel met De Vooruitgang. Een eenheid die stand hield tot in 1987. Het schaalvergrotingsproces denderde voort en de KI-stieren uit West-Friesland verhuisden naar een nog groter station in Friesland.
Tegenwoordig worden rietjes met sperma van stieren op het bedrijf bewaard in stikstofcontainers (diepgevroren). Iedere kleur vertegenwoordigt een andere stier. (Foto Willie Wilting, Nieuwlande)

De melkveehouders insemineren tegenwoordig hun koeien zelf. Een paar keer per jaar plaatst de boer zijn bestelling voor sperma. Dat sperma is opgeslagen in rietjes die, bij een temperatuur van 190 graden Celsius onder nul, bewaard worden in een container gevuld met stikstof. De kleur van het rietje geeft aan welke stier de donor is.
In het imposante KI-gebouw in Sijbekarspel is nu Handelsmaatschappij Boris gevestigd, een bedrijf dat zich bezighoudt met de productie van kleding. In de voormalige dekstal herinnert het hoofd van de befaamde stier Pan 57 nog aan tijden van weleer. Op de gevel prijkt nog altijd de naam De Vooruitgang.


De handel in rietjes is al jarenlang een commerciële aangelegenheid. (Pc)