Restanten van bewoning en grafheuvels
Bijna vierduizend jaar geleden – in de Bronstijd – woonden en werkten er al mensen op de plek van het Streekbos in Bovenkarspel. Op het ecologisch gedeelte van het recreatiegebied bouwde men zelfs een boerderij na uit die periode. Maar omdat deze telkens werd vernield, staat de bronstijdboerderij nu in het museumpark van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen.
Grafheuvel uit de Bronstijd in Grootebroek, op de hoek van Overstort en Inlaat. De grafheuvel was oorspronkelijk omgeven door twee ringsloten met een diameter van 18 en 29 meter. Het is een beschermd rijksmonument en kan nog menselijke resten bevatten. Het beeld van een luipaard op de top is van later tijd. (Foto TM)
Aan de Vekenweg bij Sijbekarspel werd in 1989 bij toeval een 4500 jaar oud graf uit de Steentijd gevonden. Het betrof een vrouw van ongeveer vijftig jaar oud. In de volksmond werd ze bekend als ‘het Woifie van Soibekarspel’. Haar begraving stamt uit de zogenoemde ‘Enkelgrafcultuur’ en is daarmee duizend jaar ouder dan de grafheuvels. (Pc)
Aanleiding tot de bouw van de bronstijdboerderij waren de archeologische vondsten uit die periode in het oudste gedeelte van het Streekbos, waar nog één grafheuvel te zien is. In het uitbreidingsgebied van het Streekbos heeft men er enkele jaren geleden voor gekozen de archeologische plekken te bewaren voor toekomstig onderzoek naar restanten van bewoning en grafheuvels. In het naast het Streekbos gelegen Enkhuizer nieuwbouwplan Kadijken zijn al overblijfselen van negen boerderijen en een grafheuvel blootgelegd.
Links: Reconstructie van een bronstijdnederzetting in Bovenkarspel. (Bob van Brubbel, Hilversum)
Midden: Maquette van een uitgegraven bronstijdgrafheuvel met een ringsloot. (WFA)
Rechts: Tijdens de verkaveling van het Grootslag in 1970 worden sporen van een bronstijdboerderij blootgelegd. (WFA)
Grafheuvels
Grafheuvels in Nederland dateren alle uit de Bronstijd (2200-800 voor Christus) en zijn de opvolgers van de Drentse hunebedden. In de hunebedden waren de lichamen van de overledenen veilig voor wilde dieren. Maar grafheuvels, daar zouden dieren in kunnen gaan graven. Daarom stond er aanvankelijk een stevige rij palen omheen.
Reconstructie van een bronstijdboerderij in het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen. De boerderij stond eerst in het Streekbos. Deze maakte deel uit van een project van VAEE, de Vereniging voor Archeologische Experimenten en Educatie. Het was bedoeld om mensen te informeren over het verleden en kinderen te laten meemaken hoe men in het gebied destijds leefde. De boerderij werd echter keer op keer vernield en is later heropgebouwd in museumpark van het ZZM. (Foto TM)
Later ging men over tot het verbranden van de stoffelijke resten, alvorens ze te begraven in de heuvel. Vaak werd zo'n grafheuvel een soort familiegraf met één of meerdere begravingen in het centrale deel en crematiegraven in de rand.
Dat er in West-Friesland ook grafheuvels waren gevonden, veroorzaakte enkele tientallen jaren geleden een golf van scepsis en ongeloof in de gevestigde Nederlandse archeologie. Er was dus al bewoning geweest, lang voor onze voorouders westelijk Nederland ontworstelden aan de zee.
Kreek- en geulruggen
Wat nu West-Friesland is, was ooit de bodem van vele elkaar opvolgende getijdengeulen die diep in het land doordrongen. Het water dat bij vloed naar binnen werd gestuwd, nam zand en klei mee. Bij doodtij zakten die naar de bodem en zorgden ervoor dat de geulen langzaamaan land werden.
Enkele aardewerken potten uit de Bronstijd in de collectie van het Westfries Museum te Hoorn. (Foto TM)
Doordat de zandige bodems van de kreken en geulen niet of nauwelijks inklonken, maar de slappe klei in het omringende landschap dat wel deed, kwamen de kreek- en geulruggen steeds minder diep en op een gegeven moment zelfs hoger te liggen dan het omringende land. Ze waren uitstekend geschikt voor akkerbouw, maar ook droog genoeg om op te wonen.
Rond 3000 voor Christus woonden de eerste mensen in het gebied, maar vanaf 1500 voor Christus telde West-Friesland zeker al duizenden bewoners. Tijdens de ruilverkavelingen van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw gingen talrijke woonplaatsen en grafheuvels verloren, maar werden er gelukkig ook vele onderzocht. Maar door die onderzoeken zijn ze nu wel verdwenen…
Doordat rond 800 voor Christus het niveau van het zeewater steeg, kon West-Friesland steeds minder goed afwateren. Het gebied werd te nat voor akkerbouw en de mensen trokken weg.
Streekbos
Tussen het Streekbos en het uitbreidingsplan Kadijken in Enkhuizen ligt de uitbreiding van het Streekbos en daar valt ook de nodige archeologie te verwachten. Op het terrein van het toekomstig woongebied aan de westkant van Enkhuizen werd al een compleet dorp uit de Bronstijd opgegraven, alsmede een grafheuvel met daarin onder meer een skelet.
Dat dorp lag op één van de vele kreekruggen die ook in het nieuwe deel van het Streekbos in de bodem aanwezig zijn. Deze laatste zijn extra verhoogd en als zodanig in het landschap goed te zien. De opgraving bij Enkhuizen leverde veel nieuwe inzichten op over het leven in die oude tijden. In de uitbreiding van het Streekbos worden panelen geplaatst, die informatie geven over wat hier in de grond kan zitten.
Een bezoek aan het Westfries Museum in Hoorn is voor geïnteresseerden ook een aanrader, omdat daar de mooiste vondsten uit de vele opgravingen zijn tentoongesteld. Speciaal voor jongere kinderen zijn er kijkwijzers en puzzelbladen.
Een uit een boomstam uitgehouwen kano in het natuurgebied van het Zuiderzeemuseum. (Foto TM)