Recreatief fietsen op eeuwenoude kade
Het veenriviertje de Leek ontsprong in een ver verleden ten oosten van de Bobeldijk. Door oeverafslag ontstond uit dit oude watertje de Baarsdorpermeer. Deze is in 1624 bedijkt en drooggemaakt. Voor de inpoldering werd gebruik gemaakt van de Rijndijk die tachtig jaar eerder was aangelegd om het oeverland te beschermen tegen verdere afslag. Op deze oude kade is in het kader van de ruilverkaveling De Gouw een recreatief fietspad aangelegd dat voert door een mooi stukje West-Friesland.
Gezicht op de Rijndijk in de richting van de Lekermeer. Rechts een gedeelte van de Baarsdorpermeer. Door de aanleg van een recreatief fietspad op de Rijndijk is één van de mooiste stukjes West-Friesland toegankelijk gemaakt voor recreanten. (Foto TM)
In het grensgebied van de vroegere gemeenten Wognum en Berkhout bevinden zich twee drooggemaakte meertjes. De Baarsdorpermeer is de grootste. Wat meer naar het oosten ligt de veel kleinere Bedijkte Leek. De Baarsdorpermeer en de Bedijkte Leek zijn waarschijnlijk door oeverafslag ontstaan in de stormachtige tweede helft van de 12de eeuw.
In de 17de eeuw bouwden de bedijkers van de Baarsdorpermeer naast de Rijndijk een nieuwe dijk en de strook tussen deze dijken werd de ringsloot van de Baarsdorpermeer.
Fietspaden
Op het fietspad over de oude Rijndijk wordt de uitdrukking recreatief medegebruik volop recht gedaan. De Rijndijk is in feite het bezit van de schapen die hier grazen en het pad gebruiken om wat te rusten. Het fietspad loopt van de Noordermeer naar de Lekermeer.
Vanaf de Grote Zomerdijk onder Wognum is een tweede fietspad aangelegd dat aansluit op het fietspad over de Rijndijk. Pankoek is de opmerkelijke betiteling die men aan dit fietspad heeft gegeven, naar de oude naam van een stuk land langs het pad.
In grote lijn volgt Pankoek de loop van een vroegere zijtak van de Leek. De percelen in de omgeving van het fietspad vormen een prachtige waaierverkaveling. De perceelsrichtingen zijn aan weerszijden totaal verschillend. De ontginners groeven afwateringssloten vanuit de oorsprong van het riviertje waardoor een waaier van percelen ontstond.
Dat de landerijen een sterk gérende vorm kregen, vonden de middeleeuwers niet zo storend. Al het boerenwerk gebeurde immers met de hand en het grazend vee was ook niet geïnteresseerd in de vorm van de weilanden.
Daliegaten
De middeleeuwse ontginning van het veengebied werd in blokken uitgevoerd, met dijkjes tussen de verschillende blokken: de zogenoemde zijdewinden. Aan het einde van een ontginningsblok wierp men een dwarsdijk of achterdichting op om het ontgonnen blok te beschermen tegen de wateroverlast vanuit het nog niet ontgonnen gebied.
De ontginningsblokken, de waaierverkavelingen, de zijdewinden en de dwarsdijkjes zijn nog heel goed herkenbaar op topografische kaarten, die gemaakt zijn in de tijd vóór de ingrijpende ruilverkavelingen van de tweede helft van de 20ste eeuw.
Het ontgonnen land gebruikte men na de ontginning voornamelijk voor de akkerbouw. Om de vruchtbaarheid van de grond te verbeteren, haalde men klei uit kuilen waarvan eerst de veenlaag was weggehaald. Deze klei ging over de akkers en de kuilen werden opgevuld met veenresten. Deze kuilen, de zogenoemde daliegaten, zijn nog op veel plaatsen in West-Friesland terug te vinden. Vooral in de winter na een sneeuwbui zijn ze goed waarneembaar. De sneeuw blijft op deze daliegaten langer liggen en wanneer de dooi is ingetreden, zijn de daliegaten te zien als verspreid gelegen sneeuwcirkels op de weilanden.
Voetpad
Op ongeveer een kilometer vanaf de Baarsdorpermeer heeft men vanaf de Lekermeer het Lekerveen aangelegd, een voetpad dwars door de weilanden naar de Oude Gouw. Hiermee is een klein stukje van een heel oud voetpad dat liep vanaf de Oude Gouw in Wognum naar het Keern in Hoorn weer hersteld.