Paardenstal en drinkgelag

De oude herberg De Moriaan valt meteen op in de bocht van de Dorpsstraat in Warmenhuizen. Tussen de Oude en Nieuwe Ursulakerk is het gebouw al eeuwen een plek om tot rust te komen. Tot in de 19de eeuw konden reizigers er hun paarden drenken, voeren of verversen als zij op weg waren naar steden als Schagen of Alkmaar. De Moriaan is één van de oudste nog functionerende horecabedrijven in Nederland. De doorrijstal voor de paarden bestaat al jaren niet meer, maar een kop koffie of een goed diner is er, ook na de uitslaande brand in 2000, nog altijd te krijgen.


Gezicht op De Moriaan aan de Dorpsstraat in Warmenhuizen in 2010. (Foto TM)

De oudste vermeldingen dateren uit het eind van de 16de eeuw. In 1624 wordt gesproken van 't huis waar t Moeriaenshoof uithange, een uithangteken dat nog steeds te zien is. Maar waarom hangt er een moriaanshoofd aan een geveltje in Warmenhuizen? Daarvoor doen verschillende verklaringen de ronde. Het meest aannemelijk lijkt het verhaal dat de Moor het symbool was voor lekker, maar vooral bijzonder eten. Dat zou met name vrouwen aanspreken, want zoals Bredero juffrouw Agnietjen al in zijn blijspel Het Moortje liet zeggen: Mij was weleer geseyt en ick recht heb onthouwen, Dat die Morianen zijn genegen seer tot vrouwen. Ook tabakszaken en apothekers gebruikten de Moriaan als aankondiging voor de bijzondere producten die ze verkochten.
En je kunt er inderdaad lekker eten. De Moor belooft niets te veel. In de afgelopen decennia is de restaurantfunctie voor De Moriaan steeds belangrijker geworden en zwaait een chefkok de scepter in het pand. Dat was in het verleden anders. Natuurlijk kon je er een versnapering of een lichte maaltijd krijgen, maar het was vooral een café. Vanzelfsprekend heeft het pand veel uitbaters gehad en in Warmenhuizen en omstreken was de uitspanning vooral bekend onder de naam van degene die het bestierde. Zo ging je een borrel halen in café Slikker of een potje biljarten bij Jan Harberts. Daarnaast waren bruiloften en partijen een belangrijk onderdeel van de activiteiten in het bedrijf.

Kermis

Een jaarlijks hoogtepunt voor het café is vanouds de kermis van Warmenhuizen. In drie dagen wordt het grootste deel van de bieromzet voor het hele jaar gehaald. Oorspronkelijk was de kermis, afgeleid van het woord kerkmis, een feest ter gelegenheid van de sterfdag van de plaatselijke kerkheilige. Naast een hoogmis met gebed en zang in de kerk werd er een feest in het dorp georganiseerd. Zang en dans, lekker eten en drank maakten het tot een dag waar de hele dorpsbevolking naar uitkeek. Het was de kans om je uit te leven en vooral ook om een partner te vinden. Men genoot van allerlei kunstenmakers en er waren tenten met ‘zeldzame mensen’: dwergen, reuzen, vrouwen met baarden, noem maar op.
Kwakzalvers deden hun best hun handel tegen allerlei kwaaltjes aan de man te brengen.
In de loop der tijd werd het drinken van een stevige borrel echter steeds belangrijker. In de 19de eeuw hielden dominees donderpreken vlak voor kermis om de mensen te waarschuwen tegen excessen. Allerlei keuren en ordonnantiën werden uitgevaardigd om de overlast te beperken. Bepalingen met zinsneden als …dat de tyd tot 't houden van Kermissen … zonder eenige toestemming, onbehoorlyk word verlengd, en daar door de losbandigheiden desorder vermeerderd. Dat was reden dat … zy, welke, vóór of náá den hiervoor bepaalden tyd der Kermis aan deeze luidruchtige vermaaken hebben deelgenomen, ieder met eene boete van drie guldens zullen worden gestraft.
In de meeste West-Friese dorpen werd de kermis volop gevierd. En ook aan het begin van de 21ste eeuw is deze traditie nog springlevend. Het fenomeen kermisborrel is aan het feest toegevoegd. Een kermisborrel wordt georganiseerd door een groep mensen en men houdt dat festijn in de open lucht. Soms word je ervoor uitgenodigd, maar vaak ook is iedereen welkom om te drinken, te eten en ‘mooi an te zitten’. De deelnemers deponeren meestal een geldelijke bijdrage in ‘de pot’, de sfeer is ongedwongen en informeel.

Frituur

De interieurs van de cafés in het dorp, en dus ook van De Moriaan, worden voor de kermis zo goed als gestript. Alles wat niet nagelvast in het pand zit, wordt verwijderd en elders opgeslagen zodat de kermisvierders hun gang kunnen gaan. En dat drie dagen lang van 's ochtends vroeg (eerste deun) tot diep in de nacht (het afkratten). Er worden onwaarschijnlijke hoeveelheden bier weggewerkt, maar op één of andere manier blijft het een feestelijke gebeurtenis met vooral achteraf sterke verhalen. Het is het feest van om zes uur 's ochtends bitterballen frituren op straat met je pas gewonnen frituurpan (inclusief afgetapte stroom van de draaimolen) of van een, door de drank wat moeizaam, gesprek met de broodnuchtere pastoor die om zeven uur 's ochtends zijn hond uitlaat, tot de hardnekkige gewoonte om met je maten de eerste twee biertjes van de dag op de vloer uit te gieten. ‘De eerste twee smaken toch niet, dus beginnen we maar met de derde’ is de onderkoelde verklaring. Voer voor psychologen.