Inleiding op deze aflevering

Dit deel van de serie West-Friesland toen en nu gaat over de kenmerken van dit gebied. Wat is nu typisch West-Fries? Waarmee onderscheidt West-Friesland zich van andere delen van Nederland?

West-Friesland is een tamelijk jong gewest. De zee had er lange tijd vrij spel. Pas na 800 na Christus vestigden zich hier voorgoed mensen op zanderige kreekruggen en op terpen. Van daaruit ontgonnen ze, door het graven van sloten, het moerasachtige gebied. Een bekend gezegde luidt God schiep de wereld, maar de West-Fries maakte zijn eigen land. De Westfriese Omringdijk en het Stoomgemaal De Vier Noorder Koggen getuigen van de strijd tegen het water.

Luchtfoto van Zwaagdijk: een typisch voorbeeld van een lintdorp ontstaan op een zanderige kreekrug met langgerekte percelen achter de boerderijen. (WFA)

Typisch West-Fries is ook de ondernemingszin. Per schip eropuit om nieuwe werelden te verkennen, niet in de laatste plaats om er zelf beter van te worden. Schippers en bemanning kwamen, behalve uit de steden, ook vaak van het West-Friese platteland. De schepen gingen naar de landen rond de Oostzee, maar ook naar West-, Zuidwest- en Zuid-Europa. De Verenigde Oostindische Compagnie, die opgericht werd in 1602 en handel dreef met Indië, had Kamers in Hoorn en Enkhuizen.
Hoorns beroemdste en tevens beruchtste inwoner Jan Pieterszoon Coen werd in 1619 benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Bai ons in West-Friesland deer benne ze stug, teminste dat zegge de mense, zingt Ant Hemmer-Blokker uit Sint-Maarten in het lied West-Frieze. Een wat stugge, vasthoudende volksaard is de bewoners van dit gebied eigen. Niet te veel praten, in weinig woorden heel wat zeggen – dat kenmerkt de West-Fries. Het dialect is niet rijk aan fraaie woorden, maar wel aan kernachtige uitdrukkingen en korte gezegdes. Dialectdeskundige Jan Pannekeet legde duizenden woorden en hun betekenis vast in het Westfries Woordenboek.

Deze ‘beste stuurlui’ staan spreekwoordelijk aan de wal, letterlijk staan ze op de ...
Deze ‘beste stuurlui’ staan spreekwoordelijk aan de wal, letterlijk staan ze op de dijk bij de haven van Medemblik. De beide bronzen mannen kijken al sinds 1989 uit over het IJsselmeer. Jan van Velzen uit Wervershoof vervaardigde de beelden in opdracht van de gemeente Medemblik ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van de stad. (Foto TM)

Het verenigingsleven bloeit volop in de West-Friese dorpen en steden. Op cultureel gebied zijn er de talloze koren, fanfares en harmonieën en toneelverenigingen. De sportclubs kunnen bogen op een trouw en vaak groot ledenbestand. Typisch West-Fries is de kolfsport, een eeuwen oud vermaak dat nog steeds wordt beoefend door tal van liefhebbers.
Oudere verenigingen zoals het Nut en de Floralia dreigen te verdwijnen, maar daar komen weer nieuwe voor terug. Zo heeft iedere plaats tegenwoordig een historische vereniging of stichting. Ook is er veel belangstelling voor de streekdracht. Japonnen en kostuums worden nieuw gemaakt en gedragen, onder meer tijdens de tien West-Friese donderdagen in Schagen.

En dan is er het karakteristieke landschap. Het weidse, vlakke land met sloten en dijken. Met van oorsprong langgerekte dorpen, zogenoemde lintdorpen. Andijk bijvoorbeeld, dat wel vijf kilometer lang is of, de naam zegt het al, Langedijk. Vier dorpen aaneengesloten tot een zeven kilometer lange rij met huisnummers van 1 (in Broek op Langedijk) tot 1014 (in Oudkarspel). Het enige komdorp in de regio is Opperdoes.
In die dorpen staan de karakteristieke stolpboerderijen. Onder de driehoekige daken leefden vroeger de mensen en de dieren en er was plaats voor hooi en werktuigen. Oude ornamenten als een ronde schoorsteen en een rouw- en trouwdeur herinneren aan rijkdom en tradities.


Kaart van Noord-Holland door Joost Jansz Bilhamer. Joost Jansz Bilhamer of Beeldhamer (1541-1590) was architect, landmeter en militair ingenieur uit Amsterdam. In opdracht van de Spaanse koning Philips II tekende hij een nauwkeurige overzichtskaart van Noord-Holland. Bij het zien van de kaart met een wirwar van meren, dijken, rivieren en moeilijk begaanbare plaatsen zal Philips zich ongetwijfeld hebben afgevraagd of hij het opstandige West-Friesland ooit onder controle zou krijgen. (WFA)