Haal het doek maar op!

In het hart van ieder dorp stond een café, meestal in de buurt van de kerk. In Aartswoud ontleende café De Stompe Toren zelfs haar naam aan de kerk. Want de torenspits van dat godshuis is al eeuwenlang stomp. Aartswouder Pieter Bossen (1859-1941) schreef in zijn memoires dat hij als 12-jarige jongen mee mocht spelen in een uitvoering van de Kleine Rederijkerskamer, een vereniging voor spelers onder de achttien jaar. Pieter kreeg de rol van ‘pollepel’, het stuk werd opgevoerd in het andere Aartswouder café, De Zwarte Raven. Maar, voegde Pieter eraan toe: ‘De Groote Rederijkerskamer geeft haar uitvoeringen in den herberg de Stompe Toren, tegenover de kerk’.
Het café staat er nog en jaarlijks speelt de plaatselijke toneelvereniging De Hoop er een voorstelling.


De ‘Stompe Toren’ of de Nederlands Hervormde Kerk van Aartswoud is een rijksmonument. De kerk werd in 1884 herbouwd op de plaats van een laatgotische kerk en heeft haar naam gegeven aan het horeca-etablissement aan de overzijde van de straat. (Foto TM)

De Groote Rederijkerskamer was de voorganger van Rederijkers kamer De Hoop. Deze vereniging werd in 1883 opgericht. In die tijd was het houden van voordrachten erg populair. Goed taalgebruik en een goede uitspraak waren daarbij belangrijk.

De Hoop heeft een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Rond 1880 verkeerde de hervormde dorpskerk in slechte staat en moest herbouwd worden. Er kwam werkvolk van buiten het dorp. Deze mensen wilden in hun vrije tijd iets gezamenlijk doen. Aan de wieg van De Hoop stonden dus, naast enkele dorpelingen, ook de metselaars Arie Hoogland en Gert Oostwouder, die in Aartswoud in de kost waren.

Wedstrijd

Op zondag 14 januari 1900 deed De Hoop mee aan een toneelwedstrijd in Schagen. De wedstrijd was uitgeschreven door de Schager Rederijkerskamer en vond plaats in het Noord-Hollandsch Koffiehuis. Vijf leden van De Hoop, J. de Geus, M. Groen, J. Groen, S. Koorn en F. Mienis, voerden het blijspel ‘Toneelstudiën’ op. Zij verdienden daarmee een fraaie medaille. Om zoveel mogelijk Aartswouder supporters mee te krijgen reed er een extra tram van Schagen naar Opmeer, die 's nachts om één uur vanuit Schagen vertrok.
Rond 1920 werd de rederijkerskamer een toneelvereniging. Dat had waarschijnlijk te maken met de oprichting van de Westfrieschen Bond van Dilettanten Toneelverenigingen, op zondag 7 augustus 1921 in Wognum.

Drama

De oudere toneelverenigingen in West-Friesland dragen poëtische namen. De Drie Leliën (Twisk), De Boom van Ons Genoegen (Schellinkhout), Cicero (Nieuwe Niedorp) en Kunst Adelt het Leven (Venhuizen). Duidelijk is de naam van de vereniging van de Langereis: Leren is Onze Lust (L.O.L.).
Een toneelvereniging bracht per seizoen twee voorstellingen: één in het najaar – meestal een drama – en één in het voorjaar, doorgaans rond Pasen. Dat betrof dan een vrolijker stuk. Nu spelen de meeste dorpsverenigingen één stuk per jaar.

In maart 2009 vierde De Hoop het 125-jarig bestaan met het blijspel ‘Liefde aan de Zuiderzee’, waarin 24 kleine en grote Aartswouders meespeelden. Bijzonder was dat dit stuk opgevoerd werd in de kerk, vanwege het grote toneel en decor. En om te onderstrepen dat, juist door de ontstaansgeschiedenis van De Hoop, in Aartswoud kerk en vereniging met elkaar verbonden zijn.


De leden van toneelvereniging De Hoop omstreeks 1940. (Coll. Cees Modder, Aartswoud)