Overgaan naar een nieuw leven

In het midden van de voorgevel van de oude stolpboerderij aan Oosterblokker 137 prijkt een klink- en brievenbusloze deur. Er gaat geen paadje naartoe. Bovendien is de deur iets verhoogd in de gevel geplaatst zonder vaste stoep ervoor. Er is hier sprake van een zogeheten rouw- of trouwdeur. Slechts een dode en een bruid, zij dus die overgingen naar een nieuw leven, stapten deze voordeur uit.


De stolpboerderij aan Oosterblokker 137 omstreeks 1900.
Rechts van de grote darsdeuren is de voordeur te zien waar geen pad naar toe loopt. (WFA)

Op 6 september 1991 zwaaide de voordeur van de stolp open. Bruid Trya Koster stapte door de rouw- en trouwdeur van de boerderij, waarin zij was geboren, naar buiten en werd op het gras opgewacht door bruidegom Jan Boven. Achter de bruid werd de deur weer gesloten. In 1906 was deze deur voor het laatst gebruikt, ook voor een bruid.
De stolp in Oosterblokker werd gebouwd in 1836. De boer en zijn gezin woonden er met de koeien onder één dak. In 1978 werd de stolp eigendom van de familie Koster-Donker, die vervolgens het wooncomfort in de boerderij verbeterde, maar uit respect voor het West-Friese erfgoed de rouw- en trouwdeur handhaafde. In deze boerderij bevindt zich achter de rouw- en trouwdeur een kinderslaapkamer.

Pronkkamer

De meeste rouw- en trouwdeuren in de West-Friese stolpen maakten deel uit van het zogeheten voorhuis ofwel de pronkkamer. Een ruimte zonder stookgelegenheid, bedsteden en ramen. De kostbaarste bezittingen waren er in ondergebracht. Een ruimte waar men dus niet woonde, maar waar men alleen allerlei zaken bewaarde.

De fraai gedecoreerde dodendeur. (Foto TM)

In de jaren zestig van de 20ste eeuw verhuisden de koeien naar nieuw gebouwde ligboxenstallen. De stolpen werden woonboerderijen en veel pronkkamers, inclusief rouw- en trouwdeur, kregen een andere bestemming. Maar er zijn in West-Friesland nog wel dergelijke deuren te vinden. In Westwoud bijvoorbeeld, aan de Dr. Nuyensstraat 21. In 1914 werd deze stolp bewoond door veehouder tevens burgemeester Cor Neefjes. Koningin Wilhelmina besloot om in dat jaar een kennismakingsbezoek aan West-Friesland te brengen. Zij bezocht ook Westwoud en burgemeester Neefjes ontving de koningin thuis. Via de gebruikelijke ingang – de deur, die direct naar de koegang leidt – betrad de majesteit de boerderij.
Bij haar vertrek ontdekte de koningin, dat er zich aan de voorzijde van de boerderij ook een deur bevond, waar op zij aan de burgemeester vroeg waarom die deur niet was gebruikt. Het antwoord van de burgemeester was duidelijk: Majesteit, deer magge alliendig een dooie en een bruid deur lope.


Zoals de naïeve kunstschilder Hein Bakker omstreeks 1900 fraai verbeeldde, gingen de bewoners van stolpboerderijen via een zijdeur naar de plaats van bestemming en bleef de voordeur dicht. (WFM)