Stralend wit gebouw langs Wieringermeerdijk

Eén van de mooie vergezichten in West-Friesland biedt een wandeling over de Omringdijk bij Medemblik. Vanaf het station van de stoomtrein, achter het stadhuis van Kropholler langs, tot aan het herbouwde havenlicht. Niet langer beukt de zee bij noordwesterstorm tegen de dijk. Sinds de aanleg van de Afsluitdijk is de Zuiderzee veranderd in het IJsselmeer. Haaks op de oude Omringdijk ligt de kaarsrechte dijk om de Wieringermeer. Hoog daarboven torent het stralend witte gemaal Lely.


Het gemaal Lely is een elektrisch aangedreven gemaal uit 1930 en wordt nog steeds gebruikt om de Wieringermeer droog te houden. Het gebouw is ontworpen door Dirk Roosenburg. (Foto TM)

Het ambacht de Vier Noorder Koggen had eeuwenlang de zorg voor een lang stuk zeedijk. Bij hevige stormen sloegen de golven over de dijk. Het zeewater spatte op de daken van de huizen in Medemblik. De bewoners namen dan de losse goten van de daken omdat anders het drinkwater in de putten zou bederven. Angstig werd gewacht tot de wind ging liggen.

Zuiderzeewerken

Aan dat alles kwam een eind met de Zuiderzeewerken. Er waren al veel plannen gemaakt. Hendric Stevin was de eerste. In 1667 maakte hij een ontwerp voor dammen tussen de Waddeneilanden om op die manier zowel de Waddenzee als de Zuiderzee te bedwingen, maar de techniek van zijn tijd was nog onvoldoende om zo'n plan uit te voeren.
Veel realistischer waren de ideeën van 19de-eeuwse ingenieurs onder wie Cornelis Lely. Zijn plan voor een dijk, vanaf Wieringen naar de Friese kust, leek het best haalbaar. In 1892 werd een reeks nota's voltooid, maar pas in 1918 hakte het parlement de knoop echt door met het aannemen van de Wet tot Afsluiting en Droogmaking Zuiderzee.
Vijf jaar eerder al kondigde koningin Wilhelmina in haar troonrede het project aan met de gedenkwaardige woorden: ‘… ik acht den tijd gekomen om de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee te ondernemen’.
Het zou nog jaren duren voordat de eerste spa werkelijk de grond inging. De overstromingen van 1916 deden weliswaar de behoefte aan een Afsluitdijk groeien, maar aan dat grote en kostbare werk werd pas in 1927 begonnen. Een karwei dat na vijf jaar kon worden afgerond.

Wieringermeer

Het was aanvankelijk de bedoeling om pas na voltooiing van de dijk te beginnen met de droogmakerijen. Er was echter zoveel behoefte aan landbouwgrond in die tijd dat, na een proefpolder bij Andijk, al in februari 1928 werd begonnen met de Wieringermeer.

Cornelis Lely (1854-1929), één van de initiatiefnemers tot de uitvoering van de Zuiderzeewerken. (Pc)

Het oude geheimzinnige eiland Wieringen, een bult van leem, een hoogte (een wir in het oud-Fries) waar zich ooit Vikingen vestigden, zou niet langer eiland blijven. De Omringdijk verloor over een grote afstand de functie van zeewering. Om de nieuwe Wieringermeerpolder droog te houden waren gemalen nodig. Men dacht aan een stoomgemaal bij Medemblik, maar na veel wikken en wegen werd gekozen voor twee gemalen, een dieselgemaal bij Den Oever en een elektrisch gemaal bij Medemblik.
De gedachten van de Dienst der Zuiderzeewerken gingen uit naar eenvoudige utiliteitsbouw zonder al te veel opsmuk. Het was aan architect S. de Clercq, de voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten, te danken dat bij de bouw van gemalen en sluizen het esthetische aspect nu ook eens volop aandacht zou krijgen.
Hij vestigde de aandacht op Dirk Roosenburg, de grootvader van de befaamde architect Rem Koolhaas. Roosenburg ontwierp onder meer de hoofdkantoren van Philips en de KLM. Bij Medemblik kwam zijn prachtige strak moderne gemaal. Een monument om trots op te zijn.


Luchtfoto uit 1999 met goed zichtbaar het gemaal Lely en de indeling van de Wieringermeer in kavels. (RAA, Collectie gemeente Wieringermeer)