Als er iets bepalend is geweest voor de karaktervorming van de West-Friezen in de loop van de eeuwen dan was dat het grote gevoel van onafhankelijkheid en de voortdurende strijd tegen het water.

De West-Friezen begonnen in moerassig niemandsland en hebben daar door noeste arbeid vruchtbare grond van weten te maken. Middeleeuwse overheersers die van de behaalde resultaten een graantje wilden meepikken, stuitten op groot verzet van de West-Friezen.
Het wonen in West-Friesland was een gevecht van eeuwen. Door menselijk ingrijpen en veranderingen in het klimaat drong het water steeds verder op. Met terpen en dijkjes probeerde men de moeizaam gecultiveerde grond te verdedigen. Stormen en overstromingen deden al het werk teniet en richtten grote schade aan. Uitvindingen zoals de windmolen met een scheprad, vervolgens de vijzel en later de stoom- en elektrische gemalen, maakten het mogelijk droge voeten te houden, zij het ten koste van grote offers in tijd en geld. De dreigende klimaatsverandering, met alle gevolgen van dien, houdt in dat ook in deze eeuw de strijd tegen het water nog lang niet ten einde is. Opnieuw zullen er oplossingen moeten worden gevonden om West-Friesland in de toekomst droog te houden.