West-Friesland raakte tussen 800 en 1000 geschikt voor permanente bewoning. En waar mensen kwamen wonen, ontstond bedrijvigheid. Het begon met agrarische activiteiten, handel en visserij. Was er sprake van een nederzetting, die uitgroeide tot dorp of stad, dan was de basis voor meer ondernemingslust aanwezig. Ambachtslieden vonden er werk en reizende kooplui brachten hun waren aan de man. Zo ging het ook in de vroege geschiedenis van het bewoonde West-Friesland.

Door drie mannen wordt de zuurkool in kleine houten tonnen verpakt en dicht gekuipt. De foto dateert van ca. 1930. (Coll. Museum 't Regthuis, Oudkarspel)

In latere eeuwen groeiden de steden aan de Zuiderzee door de toenemende nijverheid, zoals overzeese handel, scheepvaart en scheepsbouw. Op het agrarische platteland ontwikkelden de dorpen hun eigen kleinschalige economie met middenstanders en ambachtslieden.
Toenemende mechanisatie en mobiliteit zetten in de vorige eeuw een proces van verandering in gang. Vooral vanaf de jaren vijftig kreeg de bedrijvigheid in West-Friesland een radicaal ander aanzien. Agrarische ondernemingen moesten moderniseren en vooral groter worden om mee te kunnen spelen in de internationalisering van deze sector.
Kleine middenstanders verloren de strijd tegen de oprukkende supermarktketens.
Bouwbedrijven maakten de zelfstandige ambachtslieden overbodig. Steden en dorpen stampten eigen industrie terreinen uit de grond waar nieuwe bedrijven onderdak vonden.
Grootschaligheid was het toverwoord, maar die ontwikkeling kende vele verliezers en slechts weinig winnaars. Supermarkt Deen is zo'n winnaar: van kleine kruidenier in Hoorn uitgegroeid tot een bedrijf met bijna zestig supermarkten. Ook het miljardenbedrijf Blokker Holding is ontstaan uit een winkeltje in Hoorn. De internationale Ooms Avenhorn Groep vindt zijn oorsprong in een metselbedrijfje in Grosthuizen.
Het zijn onder meer deze succesvolle ondernemingen, die worden belicht. Maar er is ook aandacht voor een kleine overlevende, zoals warme bakker Van den Berg in Krabbendam. En voor de verliezers, zoals bijna alle West-Friese zuivelfabrieken en zuurkoolfabrieken.