Het beste ijs voor schoonrijdwedstrijden is dat van De Rijd in Nieuwe Niedorp, dat een reputatie heeft in het organiseren van schoonrijdwedstrijden De foto is gemaakt in 1928. (C. Modder, Aartswoud)
In 1940 won Westra de Elfstedentocht, zij het wat raar. In het beruchte ‘Pact van Dokkum’ hadden de vijf koplopers afgesproken gelijk over de finish te gaan. Westra was tegen, maar legde zich bij de meerderheid neer. Vlak voor de finish reed de Fries Auke Adema weg. Een ander, Piet Keyzer, ging hem halen en in de verwarring stempelde Cor Jongert uit Alkmaar als eerste af. Tumult, vechtpartijen en zelfs de politie met gummiknuppels op het ijs. Wijselijk besloot het bestuur van De Friesche Elf Steden om alle vijf tot winnaar uit te roepen. Westra reed in totaal negen keer de Elfstedentocht.
Dirk Doodeman uit Nibbixwoud was rond 1900 een van de bekendste kunstrijders uit de regio. Hij werd bij vele ijsfeesten uitgenodigd om zijn zwieren te vertonen. (A.A.G. Smit, Wognum)
Niet alleen Elfstedentochten, hele kermissen werden op het ijs gehouden. Vooral die van Nieuwe Niedorp was bekend in de eerste decennia van deze eeuw. Verdeeld over enkele dagen kwamen er tijdens een kermis volgens verhalen uit die tijd eens vijfduizend mensen op af en penningmeester Davids moest het entreegeld in twee volle emmers naar huis sjouwen. De baan op De Rijd in Nieuwe Niedorp was fameus. Heel vaak werden er de Noordhollandse kampioenschappen op gehouden. In 1932 werd er voor het eerst een schaatswedstrijd voor vrouwen gehouden, onder protest van de bond.
Nieuwe Niedorp had ook goede schoonrijdsters. In 1942 werd Jans Fijnheer nationaal kampioen, in 1955 C. Brinkmeijer-Koelemeij, beide keren met een heer van elders vandaan.
Litho van een jeugdig schoonrijderspaar uit 1900.
Een spel dat het nooit tot sport gebracht heeft, is katknuppelen. Hiervoor werd een houten ton gebruikt met aan bodem en deksel een dun touw. Daaraan zat een klein houten blokje, de kat. De ton werd tussen twee dikke palen aan ijzerdraad opgehangen. De deelnemers gingen om beurten van ongeveer vier meter afstand proberen de hoepels, duigen en andere delen van de ton af te gooien. Daarvoor gebruikten ze een knuppel van ijzer of hout. Wie het laatste deel er af knuppelde, kreeg een bonus, geld of eten. De grootste beloning was voor degene die de kat uit de ton wierp. Als kat werden ook wel andere voorwerpen gebruikt, zoals een oude schoen. Vooral tijdens kermissen vermaakten honderden mensen zich met het katknuppelen.