Impressie van de in 1926 gehouden schaakwedstrijd tussen de teams van Caïssa uit Hoorn en Aris de Heer II uit de Beemster. De wedstrijd werd gehouden in hotel De Roskam aan de Veemarkt te Hoorn en eindigde in een duidelijke overwinning voor de Hoornse denksporters: 7-3. (A.A.G. Smit, Wognum)
Kaatsen was er eerder dan colven, want de ballen die voor colven werden gebruikt kwamen bij het kaatsen vandaan. Bij kaatsen, een voorloper van ons moderne tennis, vlogen de ballen niet zo erg door de stad of het dorp als bij het colven en daarom ontmoette het minder maatschappelijke weerstand.
Net als bij het colven nam de belangstelling voor kaatsen in de achttiende en negentiende eeuw af. Maar bij het kaatsen is niet een persoon opgestaan zoals in de kolfsport dokter Van Balen Blanken. Dat leidde niet tot een opleving. In Friesland wordt het nog veel gespeeld, maar in West-Friesland fungeert Ons Genoegen in Onderdijk als laatste kaatseiland.
De leden van Obdamse damclub Op Naar Dam (OND) speelden hun partijen in Het Wapen van Obdam. Op de achterste rij, tweede van rechts staat het grootste talent van de club: de twaalfjarige Jac. Obdam. (VOOH)
's Lands weerbaarheid
Ook het schieten is thans niet meer zo gemeengoed als aan het begin van twintigste eeuw. In 1895 werden in Hoorn nationale schietwedstrijden gehouden. Ter gelegenheid daarvan werden ook reglementen uitgegeven en een ontwerpstatuut voor schietverenigingen. Het doel van een vereniging moest zijn ‘onder aankweeking tevens van liefde voor Vaderland en Koning, 's lands weerbaarheid te bevorderen’. De verenigingen hielden daartoe schiet- en andere wapenoefeningen, schietwedstrijden en luisterden de verjaardag van koning of koningin op.
Minder officieel ging het toe bij het gaaischieten, waarbij de deelnemers probeerden een blokje hout van een lange paal te schieten. Heel populair was ook het klootschieten, maar dat heeft niets met geweren te maken. Je moest een steen of stuk ijzer in zo weinig mogelijk etappes van de ene naar de andere plek werpen. Steenwerpen was weer iets anders: twee stenen werden op elkaar gelegd en daarop legde elk weer een cent ‘met de leeuwtjes boven’. Van zeven meter moest je dan proberen de centen van de stenen te krijgen. Handige werpers hielden aan zo'n middagje steenwerpen soms een half weekloon over.