Redactie en samenstelling: Ed Dekker, Herman Lambooij, Herman Lansdaal, Jaap Raat, Peter Sasburg en Mieke Scharloo.
Bijschriften: Daan Meijer.
Tekst: Peter Ruitenberg.
Met dank aan Installatiebureau Rutgers BV.

In 1929 heersten er in het gezin van Klaas en Trien Veeken te Venhuizen grote spanningen. De tienjarige Martha leed aan de gevreesde ziekte tuberculose. Er bleek geen redding meer, de doktoren hadden haar opgegeven. Ten einde raad wendde moeder Trien zich tot wonderdokter Gunstra, die in de omgeving woonde. Hij was het immers die haar eerder na een borstamputatie weer op de been had geholpen door een nog warm geslacht konijn op de zere open wond te leggen. Gunstra was een bijzondere man. Hij prepareerde mollen en ratten, sneed delen uit aangespoelde bruinvissen, zocht langs de kant van de weg planten en kruiden en werkte zelfs met zakjes koeiepoep. Toen Gunstra Martha in de bedstee zag liggen, waren zijn eerste woorden: ‘Die komt er met zes weken weer uit.’ Gemalen eierdoppen en lepels stroop met kruiden moest ze slikken, evenals vele liters van boomschors getrokken thee. Andere ‘natuurmedicijnen’ moesten een of twee dagen constant in een fles met water heen en weer gerold worden en daarna in een donkere kast weggezet voordat ze mochten worden ingenomen. Toen dokter De Heer Kloots uit Hem op een keer op visite kwam en Gunstra er stomtoevallig ook net was, kroop de wonderdokter gauw in een kast. Trien vond het maar beter dat de huisdokter niet wist dat ze hem geregeld over de vloer had. De medicijnen die dokter De Heer Kloots verstrekte, verdwenen in de gootsteen. Langzamerhand knapte Martha op; ze kwam er weer bovenop. Daar keken de dokters natuurlijk erg van op. Velen versleten Gunstra's ‘alternatieve geneeskunst’ voor kwakzalverij, maar Martha Veeken had er baat bij.

Huismiddeltjes

Door de eeuwen heen werd er door de mensen veel zelf ‘gedokterd’ met allerlei huismiddeltjes om kwaaltjes en ziekten op te lossen. De volksgeneeskunst werd overgedragen van generatie op generatie. Wratten werden dagelijks met eigen urine ingesmeerd of met de binnenkant van 'n tuinboonschil.

Een straattafereel in Sint Maarten uit het begin van de 20ste eeuw.Een straattafereel in Sint Maarten uit het begin van de 20ste eeuw. De man met het meisje aan zijn hand is Piet Biesboer met zijn dochter Neeltje. Op de achtergrond is het kruidenierswinkeltje van Cor Schrijver te zien. (N. Dekker-Loer, Schagen)