Tussen 1850 en 1900 kwamen ze in ons gebied weer tot bloei, gaven het toneel een nieuwe impuls en zorgden voor veel amusement. Sommige verenigingen bestaan nog en zijn al meer dan honderd jaar oud. Om een paar bekende te noemen: Het Veldviooltje in Abbekerk, DENEG in Binnenwijzend, 't Viooltje in Hensbroek, De Oefenschool in Wognum, Het Mosterdzaadje in Wijdenes en De Eensgezindheid in De Gouw bij Hoogwoud.
Op deze foto van omstreeks 1900 leggen vier meisjes uit Schellinkhout een kaartje. Populaire kaartspelen in die tijd waren het quadrillespel en het whisten. Deze jonge dames zijn waarschijnlijk aan het whisten, een voorloper van het hedendaagse bridge. (K. Tol, Venhuizen)
Muziekverenigingen blijven daarbij niet achter. Zo bestaan bijvoorbeeld de fanfare- en harmoniekorpsen Kunst na Arbeid in Zuid-Scharwoude en Excelsior en Apollo in Noord-Scharwoude meer dan honderd jaar. In Enkhuizen vierde het koor van Toonkunst in 1986 zelfs zijn 150-jarig bestaan. In Hoorn hoopt de koninklijke zangvereniging Sappho dat voorbeeld in 2001 te volgen.
Bij elk feest in Winkel is de harmonie van de partij. Hier luistert ze het polderfeest Waard en Groet in 1912 op. Het feest werd gevierd naar aanleiding van het feit, dat de polder drie hypothecaire leningen in zijn geheel had kunnen aflossen. Tevens konden de lasten worden verlaagd van ƒ 34,00 tot ƒ 12,00 per ha. Naast de koetsier zit meester Egmond, de dirigent. De organisator van het feest, Johan Wilson uit Hoorn, staat naast de kar. (A. Wit, Nieuwe Niedorp)
Al van voor 1800 dateert de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, waarvan de ‘departementen’ een goede voedingsbodem in West-Friesland hadden. Op de avonden van 't Nut luisterde het publiek naar voordrachten, zag het toneelvoorstellingen en genoot het na 1900 ook van films.
Goudviskom op onderstel
Ook tal van verenigingen met een sportieve inslag werden tussen 1850 en 1900 opgericht. In herberg De Nadorst, tussen Westerblokker en Hoorn, vonden in 1867 voor een talrijk publiek biljartwedstrijden plaats om ‘eene fraaie Pendule en eene Goudvischkom op onderstel’. In diezelfde tijd waren er de eerste gymnastiekuitvoeringen. Tien jaar later kwamen wielrenclubs op toeren, na 1890 werden korfbal en voetbal populair. Eerst in de stedelijke centra, later op het platteland. Na 1920 werd voetbal een ware rage. Ook zwemclubs deden hun intrede. Van oudsher was zwemmen een goedkope vorm van zomervermaak. Veel meer dan water is er immers niet voor nodig. Zuiderzeesteden als Hoorn en Enkhuizen maakten omstreeks 1870 plannen voor de bouw van bad- en zweminrichtingen en realiseerden die in zee.
De Hoornse vereniging Nut en Genoegen probeerde het aangename met het nuttige te verenigen. Tijdens de bijeenkomsten, onder andere in Hotel De Roskam, kwamen de leden bijeen voor een diner en een causerie. (AWG)