Tentoonstelling van paasvee
Enkele jaren voordat Opmeer begon met een landbouwexpositie, liep Schagen al warm voor een veetentoonstelling. Dat was een initiatief van veehandelaar H. de Leve uit Purmerend, die ‘lonender prijzen voor het vee en verbetering van de veefokkerij’ wilde. Zijn voorstel sloeg aan in 1894, ondanks verzet uit Alkmaar, dat al zo'n tentoonstelling had. De Schager tentoonstelling op de woensdag in de week voor Pasen kreeg een vaste plaats op de marktkalender, ook al omdat voor veel boeren rondom Schagen de vervoerskosten naar de Kaasstad te hoog waren. De expositie, met een wedstrijdelement, een veekeuring in verschillende categorieën, een goederenmarkt en een loterij, trekt nog jaarlijks duizenden mannen en vrouwen, jongens en meisjes.
In Enkhuizen vond in 1904 de Land- en Tuinbouwtentoonstelling plaats die vier dagen besloeg. In het bijzonder voor de Westfriese zaadbedrijven was dit een uitgelezen kans om een groot publiek te laten zien, hoe ver de techniek was gevorderd. Op de foto de toegangspoort tot het tentoonstellingsterrein bij de Koepoort. (AWG)
Al is de paasveetentoonstelling in Schagen van regionaal en zelfs provinciaal belang, van nationaal belang is in februari de Westfriese Flora in Bovenkarspel. Sinds 1929 hebben meer dan drie miljoen bezoekers deze jaarlijkse bloembollententoonstelling bezocht. Na de Tweede Wereldoorlog raakte de bloembollenteelt in West-Friesland in een stroomversnelling. De Stichting Westfriese Flora bouwde door een enorme zelfwerkzaamheid van de betrokkenen de bollenexpositie uit met een middenstands- en mechanisatie beurs, een modeshow en een veestal. De Westfriese Flora behoort tot de belangrijkste evenementen van West-Friesland. Enkele weken voor de Westfriese Flora houden verenigingen voor de huisbroei van tulpen en hyacinten in dorpen in heel West-Friesland hun jaarlijkse tentoonstellingen, waar ook huisvlijt en bloemschikkunst zijn te zien.
Nelie Wonder uit Heerhugowaard poseerde bij een met bloemen versierde fiets, die speciaal voor de landbouwfeesten van 1910 in haar woonplaats was opgetuigd. (C. Modder, Aartswoud)
Kleiner van omvang waren de floraliafeesten waar in Hoorn al in 1878 mee begonnen werd. Er werden dat jaar 250 plantenstekken ingebracht, van de 600 stuks die onder de bevolking waren uitgezet. Honderden mensen kwamen er kijken. Zo ging dat jaren achtereen, totdat die expositie in Hoorn geen levensvatbaarheid meer had en andere plaatsen het vaandel overnamen, altijd in de maand september. Berkhout bijvoorbeeld, waar men in 1922 de tentoonstelling uitbreidde met fruitinzendingen, een expositie van huisvlijt en een bloemencorso. Nieuwe Niedorp en Winkel volgden op de derde en vierde zondag in september het voorbeeld van Berkhout. In Nieuwe Niedorp toont men ieder jaar mozaïeken, in Winkel volgt een fraai bloemencorso een uitgebreide route.
‘Speulman’ Bas Roemer
Waren (en zijn) Westfriezen bij bloemenexposities actief, ook anderszins probeerden ze vroeger al de streek en het streekeigene levend te houden. Een van de aanjagers was ‘speulman’ Bas Roemer uit Wijdenes, die eind jaren dertig constateerde dat vanouds bekende Westfriese dansen niet meer in trek leken. Hij praatte er meer en meer over en probeerde het zwieren en zwaaien van weleer te doen herleven. Toen in oktober 1940 het fanfarekorps Ons Genoegen in Wijdenes zijn 40-jarig bestaan vierde, zag Roemer zijn kans schoon en vulde het muziekprogramma aan met oude Westfriese dansen.
De eerste maandag van augustus is een begrip in West-Friesland: Landbouwtentoonstelling in Opmeer! Het is de dag van de Westfriese boer. Veekeuring, schoonrijden met paarden, de nieuwste landbouwvoertuigen, en folklore. Op de foto uit 1942 rijden drie dubbelspannen een ererondje voor het publiek. (AWG)