Gevaarlijk spel

De burgemeester van Enkhuizen trad in 1872 op tegen het spierewippen (een spel met een slaghout). Te vaak gebeurden daarbij ongelukken. In de Enkhuizer Courant stond op 29 februari het volgende bericht.

‘De BURGEMEESTER, Hoofd der Policie in de gemeente Enkhuizen, Overwegende dat door het jongensspel zoogenaamd Spierewippen de veiligheid van personen en eigendommen meermalen wordt en reeds is in gevaar gebracht, HEEFT BESLOTEN Het jongensspel dusgenaamd Spierewippen wordt van af heden af op publieke wegen in de gemeente, onverschillig waar, ten strengste verboden, met last aan de agenten van Policie daartegen zonder eenige oogluiking te waken, en aan dit besluit stiptelijk de hand te houden.
Enkhuizen 27 februari 1872. De Burgemeester Bruijnis.’

Drie meisjes spelen met een wagen op het Noord van Schagen.Drie meisjes spelen met een wagen op het Noord van Schagen. Het geluid van de wielen maakte een snorrend geluid. Vandaar dat Westfriezen zeggen: ‘met de poppesnor an de reed.’ (N. Dekker-Loer, Schagen)

Dansen op het ritme van de tijd

Na de Tweede Wereldoorlog waren in West-Friesland de HBS, ULO, MULO en scholen voor het middelbaar beroepsonderwijs typische stads scholen geworden. Mede door de mechanisatie in de landbouw was er weinig werk in de land- en tuinbouwsector. Daarom was ook de plattelandsjeugd genoodzaakt in de stad werk te vinden of een opleiding te volgen. Werd de school aanvankelijk beschouwd als een hinderlijk oponthoud naar een arbeidzaam leven, gedurende de jaren vijtig en zestig werden scholen steeds meer ontmoetingsplaatsen voor de jeugd. Jongeren bleven relatief lang als groep bijeen, ook al omdat de leeftijd tot waarop men leerplichtig was, steeds hoger werd gesteld. Het leven van de verantwoordelijke, dus werkende, volwassene werd naar voren geschoven. Jongeren ontsnapten aan de sociale controle en de veelal christelijke normen en waarden die thuis werden gepredikt.
Als alternatief werd voor het levensgevoel van de vrije Amerikaanse samenleving gekozen. In de weekeinden werd vertier gezocht op straat en in dancings. Van overheidswege werd deze trend al in 1946 onderkend. Minister van Cultuur G. v.d. Leeuw betreurde het dat de Nederlandse jongeren liever meedansten en meedeinden met ‘de nieuwste negerproducten’ dan dat zij zich bezighielden met volksdansen. Het ‘kwaad’ was echter al geschied. Voor het eerst in de geschiedenis was er een jeugdcultuur ontstaan die niet door volwassenen werd geregeerd.

Spierewippen en schripsen

De jeugd had weinig op met regels, maar voor de regels van spelletjes werd graag een uitzondering gemaakt. Sommige kinderspelen dateren uit de Middeleeuwen, zoals ‘de rozenhoed’. Deze spelen zijn gebaseerd op middeleeuwse gebruiken, maar wat het precies inhield weten we niet meer. Van oude spelen als slingeren, hoepelen, klootschieten en kolven kan men zich nu nog wel een voorstelling maken van de speelwijze.
Het spelen met ‘pinckers’ is waarschijnlijk een variant op het spel dat in 1872 in Enkhuizen bekend stond als spierewippen. Voor het spierewippen was een rond stokje nodig van circa zeven centimeter dat schuin tegen een steentje werd gezet.

De jeugd van Blokker poseert op een mooie zomerdag ter hoogte van de stolpboerderij De Lindenplaats.De jeugd van Blokker poseert op een mooie zomerdag ter hoogte van de stolpboerderij De Lindenplaats en het klooster Bethlehem voor de fotograaf. (A.A.G. Smit, Wognum)