Gouden Engel

In Koedijk wordt al eeuwenlang het Gouden Engelfeest gevierd, een familiefeest op 31 december, dat volgens een oude lezing eigenlijk een uitgesteld Sint-Nicolaasfeest is. De vissers uit het dorp konden door hun werk niet op 5 december thuis zijn. Eind december kwamen ze wel altijd naar huis voor de viering van de jaarwisseling.

De oorsprong van het feest wordt ook wel anders uitgelegd. De plaatselijke bevolking zou de graaf van Holland, Willem III, ‘de gouden engel’ hebben genoemd, als dank voor een royale gift die hij omstreeks 1320 deed. Door deze gift was het mogelijk een kerk te bouwen en een priester te benoemen.

Tegenwoordig wordt het Gouden Engelfeest niet meer in elk gezin in Koedijk gevierd, maar de laatste jaren vindt er in het dorpshuis wel een viering plaats voor de jeugd. Ongetwijfeld vergroot dit de kans dat het unieke Gouden Engelfeest behouden blijft.

Op deze foto uit 1927 staan twaalf jonge mannen uit de Langedijk.Op deze foto uit 1927 staan twaalf jonge mannen uit de Langedijk. Zij zijn voor de ‘loting’ bijeen. Tot 1927 was het namelijk mogelijk om aan de militaire dienst te ontkomen door te loten. Enkelen werden vrijgeloot, de meesten moesten toch in dienst. Wie vrijgeloot werd, zette het lotnummer op zijn pet. (SLV)

Een Sinterklaas met werkhanden

Een kinderfeest bij uitstek is natuurlijk het Sint-Nicolaasfeest. Oorspronkelijk was Sint-Nicolaas de beschermheilige van de scheepslieden – vandaar dat hij nog altijd met de stoomboot in ons land aankomt – maar al spoedig werd hij de kindervriend die hij nog altijd is. M. Zwaagdijk, die zijn leven lang onderzoek deed naar de kinderfolklore in West-Friesland, beschreef de komst van de goede Sint in zijn jeugd rond 1880 als volgt: ‘Bij het licht van de hanglamp zat moeder op de machine te naaien. Vader was in de barbierswinkel. En ik zat met trillende vingers met dominostenen te spelen. Daar hoorde ik stappen op het straatje. Er volgde kettinggerammel in de gang en dan ging de kamerdeur op een kier en een barse stem informeerde naar mijn gedrag. Gelukkig wist moeder Sinterklaas in gunstige zin in te lichten. Dan smakte de Sint een paar handenvol pepernoten tegen de houten zolder en moest ik ‘grabbelen’ en het slot was een bromstem: ‘Geef Sinterklaas eens een hand!’ Door de kier van de deur legde ik de mijne in die van de ‘Goede Sint’, die een even eeltige werkhand had als mijn vader.’
Lange tijd werd in West-Friesland door de kinderen op de avond van vijf december ‘stoeltje gezet’.

Westfriese kinderen kregen 's avonds wel de waarschuwing ‘Binnen komen, anders word je gepakt door de Tientonen en Elfribben’.Westfriese kinderen kregen 's avonds wel de waarschuwing ‘Binnen komen, anders word je gepakt door de Tientonen en Elfribben’. Hierbij werd gedoeld op boemannen die 's nachts het leven onveilig maakten. Dit knipsel is van J. de Jong-Brouwer (alias Jantje III), de bekende hedendaagse Westfriese knipkunstenares. (WFM)